Maastricht Noord: station Nergenshuizen

P+R-station Maastricht Noord ligt in theorie strategisch voor automobilisten die de binnenstad willen bezoeken. Maar rond het nieuwe station is het een dooie boel. Bedrijven aan de ene kant, groen aan de andere kant en nergens huizen.

Na bijna twee jaar vertraging – een aannemer ging failliet tijdens de bouw – is P+R-station Maastricht Noord sinds november 2013 open. Het ligt op een strategische plek waar twee spoorlijnen en twee autosnelwegen naar Maastricht samenkomen. Dat is de theorie. In de praktijk valt er nog wel wat op die locatie af te dingen.

Het nieuwe station is lastig te bereiken vanaf de snelwegen. Om er te komen moet je als automobilist enkele kilometers omrijden over filegevoelige wegen. Dit jaar is de nieuwe afrit 52 Maastricht-Noord klaar. Dan kun je vanaf zowel de A2 als A79 rechtstreeks naar bedrijventerrein Beatrixhaven en het P+R-terrein rijden.

Het station ligt weliswaar langs twee tweesporige spoorlijnen, maar alleen de stoptreinen Kerkrade–Maastricht van Veolia stoppen er elk half uur. De sneltreinen van Veolia razen er voorbij. En al zou NS het willen, de (te decentraliseren) Sprinters Roermond–Maastricht kúnnen niet stoppen op het station omdat de perrons alleen langs de regionale sporen liggen. Langs de sporen van het hoofdrailnet moet ProRail ze nog aanleggen.

Dijk van puin
Opvallend is dat het station ver van de bewoonde wereld ligt. Menselijk toezicht is in geen velden of wegen te bekennen. Er moet nog een kiosk of MobiBus komen. Het P+R-terrein ligt aan de westkant op bedrijventerrein Beatrixhaven, onder hoogspanningslijnen en naast een dijk van puin. Aan de oostkant ligt wat groen in wording. Binnen een straal van 500 meter staan er alleen wat woningen van de wijk Nazareth. Bewoners van die wijk en andere wijken verderop kunnen net zo makkelijk naar station Maastricht.

Station Maastricht ligt op minder dan 2 kilometer afstand. Als je de Intercity of sneltrein moet hebben, rij je daarheen. Dat is ook te zien. Het P+R-terrein en de fietsenstallingen liggen er op een doordeweekse middag verlaten bij. Op de 360 gratis parkeerplekken staan 12 auto’s. In de twee fietsenstallingen staan 12 fietsen. Van de 12 fietskluizen is er één in gebruik. En van de acht OV-fietsen is er geen enkele verhuurd.

Eurokaartje
Elk half uur een trein is aan de magere kant voor een verwende automobilist. Gelukkig is er ook nog pendelbus lijn 100. Die brengt maximaal vijf passagiers voor één euro (zonder OV-chipkaart) naar de Markt van Maastricht. Dat is geen geld. De bus rijdt elk kwartier en doet er 13 minuten over. Dat lijkt een prima deal. Maar er zit een addertje onder het gras. “Controleer op de kalender of de pendelbus rijdt”, adviseert de kaartjesautomaat.

Wat blijkt, hij rijdt alleen in het weekend en op ‘geselecteerde topdagen’. Het eurokaartje geldt ook in de trein Maastricht Noord–Maastricht, maar alléén als de pendelbus rijdt. Op veruit de meeste doordeweekse dagen moet je dus gewoon vol tarief betalen voor een treinretour: 4,20 euro per persoon.

Op de kaartautomaat van Veolia een stukje verderop meldt een sticker: “Op dit station staan een NS-verkoopautomaat en een Veolia-verkoopautomaat.” Met daaronder een schema bij wie je welk kaartje moet kopen. Maar op het hele station is geen NS-automaat en er komen geen NS-treinen. Het enige wat wél van NS is, zijn de huisregels.

Potentie
De stationsomgeving ziet er nog lang niet zo fraai uit als op de artist impressions van de plannen. Maar de potentie is er: net aangeplante boompjes langs het kruisende fietspad (de Groene Loper), mooie lantarens met een deels houten paal en metalen korven met natuursteen. En in het tunneltje onder de sporen keitjes tegen de wanden: tegen de graffiti. Op het bruin-grijze stationsgebouwtje zit trouwens al wel graffiti.

Op de duidelijke informatieborden op het P+R-terrein zijn stickers met nieuwe uitleg geplakt. Kennelijk vinden de partijen van Maastricht Bereikbaar hun P+R-formule ook ingewikkeld. Maastricht Noord is geen treinstation voor mensen uit de buurt, maar een P+R-terrein voor automobilisten in het weekend. Dan staat het terrein volgens de gemeente soms wel vol auto’s en zitten de pendelbussen wel vol dagjesmensen.