Niet alleen de tram moet zorgen dat Luxemburg beter bereikbaar wordt; er wordt ook het nodige gedaan op het ruimtelijke vlak. Spreiding is het toverwoord en dat is maar goed ook: de tram heeft straks minder capaciteit dan de bus.
Luxemburg: werk samen over de grens
Luxemburg is de laatste jaren enorm gegroeid, zowel in inwoneraantal (jaarlijks 1,5 procent) als het aantal arbeidsplaatsen (3 procent op jaarbasis). Grote bedrijven zitten er graag: financiële bedrijven, maar ook ondernemingen als Ferrero en Amazon hebben hun (Europese) hoofdzetel in het relatief kleine Luxemburg. “Niet verwonderlijk: het bankgeheim mag misschien wel zijn opgeschort, maar Luxemburg kent – net als Nederland – een gunstig belastingklimaat, waardoor bedrijven er graag zitten”, legt Francesco Viti, professor aan de universiteit van Luxemburg en hoofd van kennisinstituut Mobilab uit.
Lees ook: Autoverslaafd Luxemburg zet in de op de tram
Mobilab probeert vanuit wetenschappelijke hoek een antwoord te geven op de groeiende mobiliteitsvraag in het dwergstaatje. Met verschillende disciplines, zoals civiele techniek, verkeerskunde en gedragswetenschappen, kijkt een klein team naar de mogelijkheden op het gebied van onder meer infrastructuur, smart mobility en netwerkanalyses. Dat is hoognodig ook, want kennis was er tot voor kort weinig. “Zoiets als een maatschappelijke kosten-batenanalyse bestaat hier pas een paar jaar”, legt Viti uit.
Speciaal ministerie
Dat was ook niet nodig, want pakweg tien jaar geleden was er simpelweg geen probleem. Maar door de snelle groei groeit het mobiliteitsprobleem ook snel. De Luxemburgse regering, bestaande uit een coalitie van liberalen, sociaaldemocraten en groenen, wil inzetten op een duurzame oplossing van het probleem. Daarom werd er een speciaal programmaministerie opgericht voor Duurzame Ontwikkeling en Infrastructuur (MDDI).
Nu wordt nog 70 procent van alle binnenlandse reizen per auto gemaakt. Bij forenzen is dat 60 tot 65 procent. Dat moet naar iets meer dan 50 procent. Daarbij zet het MDDI in Luxemburg-stad in op een polycentrische benadering, waardoor minder verkeer naar de binnenstad hoeft.
De tram kan minder passagiers aan
En dat is nodig ook, want de tram die de stad straks doorsnijdt, kan minder mensen aan dan alle buslijnen die de tramlijn grotendeels gaat vervangen. Viti: “De frequentie van de tram wordt sowieso lager. Met de huidige stand van de techniek kunnen we in de praktijk om de vijf minuten rijden. In de meest optimistische scenario’s wordt uitgegaan van elke drie minuten, maar dat vind ik met al het optrekken, afremmen en in- en uitstaptijden niet geloofwaardig. De bussen rijden op dit moment meer dan een keer per minuut.” Dat zorgt voor een capaciteit van 8000 passagiers per uur per richting, terwijl de tram op slechts 5000 uitkomt.
Toch denkt Viti niet dat dat een probleem hoeft te zijn als het lukt om de nodige (bedrijfs)activiteiten te verplaatsen naar het noorden en het zuiden van de stad. Qua regie is het in ieder geval volgens hem goed geregeld. Het Verkéiersverbond stuurt via de Mobilitéitszentral alle vormen van ov aan: de bussen, de toekomstige tram, maar ook de trein en een aantal deelautosystemen die via een uniek mobiliteitsbudget kunnen worden gebruikt. Bovendien kent al het ov hetzelfde, vaste kilometertarief.
'Europa moet ook gaan straffen'
De helft van alle forenzen komt echter van over de grens, uit België, Frankrijk en Duitsland. En daar is het autogebruik nog veel hoger. Maar liefst 90 procent van de grensforenzen pakt de auto. Het voor de hand liggende alternatief, het ov, is namelijk onvoldoende geïntegreerd en veel te duur. “Een kaartje van Aarlen (België, red.) naar Luxemburg kost nu onnodig veel, vanwege een duur grenstarief”, legt Viti uit. Maar een grensoverschrijdend en voordelig tarief in de Grotere Regio (de regio rond Luxemburg, Namen, Straatsburg en Saarbrücken) is nog ver weg. Viti: “Uiteindelijk verschillen de belangen en communicatie van de buurlanden toch met die van Luxemburg. De oplossing ligt echter vaak buiten hun macht.”
De enige oplossing die Viti daar ziet is het vinden van een gemeenschappelijk belang. “En dat is Europees. Je hebt het hier immers over het weghalen van grenzen. Europa zou daar nog veel meer op moeten zitten. Het is nota bene een van de speerpunten van Europees beleid. En je ziet het in meer steden bij de grens: Genève, Lausanne, maar ook Arnhem of Maastricht. Misschien zou het helpen als Europa ook eens begint met straffen van lidstaten en partijen bij onjuist gedrag, in plaats van alleen maar positief beleid proberen te stimuleren door middel van subsidies.”
Reactie toevoegen