María Alonso-González van het Smart Public Transport Lab van de TU Delft promoveert vandaag, donderdag 16 juli, op het onderwerp ‘vraaggestuurde deelmobiliteitsdiensten vanuit een reizigersperspectief’.
Wie gebruikt vraaggestuurde deeldiensten?
Dit proefschrift geeft inzicht in reizigersvoorkeuren voor deze diensten en maakt het mogelijk de vraag naar deze diensten te voorspellen.
In stedelijke gebieden wereldwijd verschijnen nieuwe, op maat en vraaggestuurde mobiliteitsalternatieven, waaronder vraaggestuurde deelmobiliteitsdiensten, zoals UberPOOL, LyftLine, OlaShare of ViaVan. De flexibiliteit van deze diensten sluit beter aan bij de mobiliteitsbehoeften van verschillende reizigers en tegelijkertijd zorgt het collectieve karakter voor efficiënt ruimtegebruik, wat goed aansluit bij de uitdagingen van dichtbevolkte, stedelijke gebieden.
Simulatiestudies hebben al aangetoond dat het gebruik van deze diensten kan helpen om congestie, vervuiling en parkeerproblemen te verminderen en tegelijkertijd de bereikbaarheid te verbeteren. Het gebruik van deze diensten is echter nog steeds zeer beperkt.
Praktische implicaties
In dit proefschrift worden methoden geïntroduceerd die het mogelijk maken de vraag naar vraaggestuurde deelmobiliteitsdiensten te voorspellen. Deze methoden geven ook inzicht in de manier waarop en door wie deze diensten worden - of zullen worden - gebruikt. De bevindingen van dit proefschrift hebben praktische implicaties, die met name relevant zijn voor beleidsmakers, aanbieders van vraaggestuurd vervoer en aanbieders van traditioneel openbaar vervoer. Deze zijn:
- Inzicht in de toekomstige mobiliteitsveranderingen als gevolg van MaaS.
De mate van ov-gebruik, de technologische vaardigheden en -interesse van reizigers en hun kostengevoeligheid beïnvloeden hun interesse in en gebruik van MaaS; de eerste twee aspecten hebben een positieve en de laatste een negatieve invloed. MaaS-adoptie onder de meer autogerichte individuen kan worden gestimuleerd door MaaS-diensten bij hen te promoten voor gelegenheden waarbij hun auto niet beschikbaar is. Om de technologische barrière van de minder technisch onderlegde personen te overwinnen, zouden MaaS-diensten hybride systemen kunnen aanbieden die niet alleen op een app zijn gebaseerd, maar ook een chipkaart-alternatief hebben. - Gedragsmodellen die kunnen worden gebruikt om de vraag naar vraaggestuurde deelmobiliteitsdiensten in de stad te voorspellen.
Tijd en kosten zijn geïdentificeerd als de belangrijkste factoren om de vraag te verklaren. Deze zijn van groter belang dan de betrouwbaarheid van de reistijd of het aantal medereizigers. Om de adoptie te stimuleren, zouden beleidsmakers ruimte kunnen toewijzen in het openbare domein voor gedeelde, vraaggestuurde diensten om het in- en uitstapproces te versnellen. Ook zouden de beleidsmakers het tariefverschil tussen de gedeelde diensten en hun individuele tegenhangers kunnen vergroten door de invoering van een belasting per rit op individuele aanvragen (of een subsidie per passagier voor gedeelde ritten). De verkregen gedragsparameters uit dit onderzoek kwantificeren het nadeel dat reizigers associëren met elk van de bestudeerde factoren. Deze parameters kunnen worden ingevoerd in vervoersmodellen om de mogelijke modal shift te kunnen beoordelen. - Marktsegmentatieanalyses met betrekking tot MaaS en vraaggestuurde deelmobiliteitsdiensten die kunnen worden gebruikt om op maat gemaakte beleidsstrategieën te ontwerpen.
Zoals vaak het geval is in de dienstensector, is ”one size does not fit all” van toepassing. De geïdentificeerde reizigersgroepen kunnen helpen bij het ontwikkelen van een dienstenportfolio dat is afgestemd op de voorkeuren en behoeften van verschillende individuen, waardoor het gebruik kan toenemen. - Een beoordelingskader om de gebruiks- en bereikbaarheidseffecten van vraaggestuurde deelmobiliteitsdiensten te evalueren, waarbij rekening wordt gehouden met de beschikbare alternatieven.
Uit de analyse van de casestudy blijkt dat een geïntegreerde aanpak van het kader voor zowel ov als vraaggestuurde diensten, kan bijdragen aan een betere bereikbaarheid van de stad en eventuele bijkomende risico’s, zoals lagere inkomsten uit goed presterende ov-routes, kan verminderen.
In dit proefschrift zijn de attitudes, de voorkeuren en het gebruik van vraaggestuurde deelmobiliteitsdiensten onderzocht. Ook wordt aandacht besteed aan de noodzaak om een portfolio van vraaggestuurde deelmobiliteitsdiensten aan te bieden, zodat deze op verschillende marktsegmenten kunnen worden afgestemd.
Toekomstig onderzoek
Toekomstig onderzoek zou gebruik kunnen maken van de gevonden gedragsparameters in vervoersmodellen om te helpen beslissen over het optimale portfolio van aan te bieden diensten.
Ten slotte, en met betrekking tot het benadrukte reizigersperspectief, kan toekomstig onderzoek uitgevoerd worden in andere settings, om gedragsmatige overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende contexten te vinden.
Dit proefschrift is onderdeel van het NWO Scripts project, dat in samenwerking tussen de TU Eindhoven, Radboud Universiteit Nijmegen, TU Delft en HAN is uitgevoerd. Daarnaast was er nauwe samenwerking met praktijkpartners, waaronder de Gemeente Amsterdam, Vervoerregio Amsterdam, GVB, Transdev en AMS Institute.
Het proefschrift is te downloaden via deze link.
Reactie toevoegen