43 jaar geleden: de strippenkaart
Het was op 8 mei 2023 exact 43 jaar geleden dat de Nationale Strippenkaart werd ingevoerd en er een einde kwam aan de verschillende vervoerbewijzen van alle stads- en streekvervoerders.
Niet helemaal trouwens, want één gemeente bleef dapper weerstand bieden: Den Haag ging niet akkoord met de voorgestelde zone-indeling. Uiteindelijk haalde men bakzeil en in oktober 1981 werd ook hier de strippenkaart het enige vervoerbewijs. Dat je voor die tijd in elke stad bij het veelal nog plaatselijke vervoerbedrijf steeds weer een apart kaartje moest kopen of per stad een andere rittenkaart erop na diende te houden is inmiddels weggezakt uit de herinnering.
Zo’n niet helemaal ‘echt’ jubileum – want wat is 43 jaar? – is toch een aardig moment om eens terug te denken, bijvoorbeeld aan het rumoer toen de kaart werd ingevoerd. Veel te ingewikkeld, was de kritiek. Niemand kan die zonegrenzen onthouden, hoorde je ook. En de kaart was natuurlijk te duur, met als dolkomische woordspeling de aanduiding ‘nationale stroppenkaart’.
Nu kon je inderdaad pech hebben met de zone-indeling, als je net voorbij een zonegrens woonde was je altijd een extra strip kwijt en dus duurder uit. Niet ‘eerlijk’. Dat gold ook voor reizigers die eerder met een flat fare-kaartje grote afstanden in Amsterdam of Rotterdam hadden afgelegd en nu ineens drie of meer zones bereisden en daarvoor ook moesten betalen – wat ook precies de bedoeling van de strippenkaart was, een evenrediger (en voor de vervoerbedrijven lucratievere) tarifering van de afgelegde afstanden.
De strippenkaart heeft ook de taalkundige vondst ‘grijsrijden’ opgeleverd: wel stempelen – en dus niet zwartrijden – maar minder strippen dan nodig. Controleurs waren de smoes ‘O, ik heb me vergist’ of soortgelijke opmerkingen al snel beu. Ook het in de stempelautomaat afstempelen van één strip in plaats van twee was een slappe poging om goedkoper uit te zijn. Wie dat probeerde viel snel door de mand als te zien was dat de buschauffeur handmatig wél steeds een strip had overgeslagen bij het stempelen. En dan waren er ook de pogingen tot ‘echte’ fraude door de kaart te bewerken met kaarsvet of iets dergelijks, zodat de stempels weg te vegen waren. Allemaal gefrut in de marge.
Het rumoer in 1980 was rond 2010 opnieuw te vernemen bij de invoering van de ov-chipkaart. En wat was volgens sommige critici het grootste probleem? Dat de o zo geliefde strippenkaart moest verdwijnen, want die was toch zo handig…
Het semi-jubileum was voor omroep Max in ieder geval aanleiding om er aandacht aan te besteden in het radioprogramma Villa VdB.