Belevingen in T1

donderdag 28 november 2024

Tramlijn T1, halte La Courneuve - Six Routes, 7 april 2017. (Foto: Rob van der Bijl)

Wie gebruikmaakt van het afgeladen openbaar vervoer in de Parijse metropool hoeft niet bang te zijn dat er niets te beleven valt. Een waar toonbeeld is tramlijn T1, die een groot deel van de noordelijke buitenwijken doorkruist. Met name de gelukkigen die kunnen zitten, krijgen de gelegenheid om het gevarieerde stedelijke landschap te ervaren. T1 passeert brutalistische architectuur uit de jaren 60, ambitieuze stadsvernieuwing uit de huidige tijd, maar rijdt ook door de historische plaats Saint-Denis en komt langs het moderne, uitgestrekte Parc des Chanteraines. De bevolking heeft een exotische samenstelling. De hele wereld is hier vertegenwoordigd. Soms waant men zich in een Afrikaanse metropool, een andere keer in een VINEX-wijk. Er is inderdaad veel te zien en te beleven, niet altijd zonder onveilig gevoel. Soms claustrofobisch door de verpletterende drukte, maar ook heel vaak verbaasd en (on)aangenaam verrast. Nooit saai. Twee van mijn belevenissen ter illustratie.
 

Het is nog vroeg in de middag wanneer een overduidelijk dronken man ter hoogte van Villeneuve-la-Garenne de tram in komt struikelen en vrijwel meteen onderuitgaat. Zijn grote blik bier suist door de lucht en slaat met een klap op de vloer. Bier spuit in het rond en een grote plens komt uitgerekend op de prachtig gedecoreerde jurk terecht van een chique dame op een bankje verderop. Ze geeft geen krimp. Ze lijkt me een koningin. Niemand in de tram zegt of doet iets (ook uw laffe verslaggever niet).

En dan die andere keer. De tram van T1 is afgeladen. Ergens bij La Courneuve vallen me twee jongens op die veel te luid, maar toch tamelijk onverstaanbaar (in ieder geval voor mij) met elkaar praten. Ze schreeuwen naar elkaar in hun Frans-buitenwijkse straattaal. Ze drinken bier en verspreiden alcoholdamp, terwijl ze opzichtig dames verderop in de tram op gênante wijze becommentariëren en brutaal aanspreken. Wat ze niet zien (maar ik wel), is dat twee bankjes achter hen een indrukwekkende, bebaarde en bejaarde – maar zeer krachtig ogende – heer zich meer en meer opwindt over de situatie. Dan houdt hij het niet meer en richt zijn imposante gestalte op en spreekt zeer luid doch beheerst de beide rotjongens in Arabisch aan. Ze krimpen ineen. Daar zat geen woord Frans bij. Overduidelijk werd hun gedrag niet geaccepteerd. De rest van de rit halen ze het niet in hun hoofd om zelfs nog maar te bewegen. De passagiers knikken instemmend. Onze bejaarde held is weer rustig gaan zitten.

Beleving in en rond het openbaar vervoer blijkt een complex, meerduidig fenomeen. Een rit met lijn T1 tussen Noissy-le-Sec, Bobigny, Saint-Denis, Villeneuve-la-Garenne en Gennevilliers blijkt zelden slechts een gewone verplaatsing. Voorbij louter vervoer werkt de tram hier als een lens, waardoorheen de maatschappelijke complexiteit wordt uitvergroot. De belevenis wordt zo een heuse cultuur-antropologische onderneming.