De Vervoerregio Amsterdam legde vervoerder EBS op 11 april 2024 een boete op van 2,2 miljoen euro. Feitelijk zijn het twee boetes: 1,7 miljoen voor tekortkomingen bij de start van de concessieperiode, zoals het niet aanwezig zijn van de zero emissie-bussen en stallingen en ondeugdelijke reizigersinformatie, en 500 duizend euro vanwege rituitval.
EBS maakte bezwaar tegen deze boetes. De Commissie voor de Bezwaarschriften van de Vervoerregio heeft dit bezwaar in behandeling genomen en geadviseerd het bezwaar van EBS ongegrond te verklaren. Het dagelijks bestuur van de Vervoerregio heeft dit advies overgenomen. De boetes blijven dus staan.
EBS en de VRA kregen de gelegenheid om hun standpunten toe te lichten voor de bezwaarcommissie. In haar advies stelt de Commissie: “Alles overwegende komt de Commissie tot de conclusie dat het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam, als bevoegd bestuursorgaan, bij afweging van alle betrokkenen belangen, in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen.”
Vervoerregio blijft bij oorspronkelijk boetebesluit
De Vervoerregio neemt het advies van de Commissie over. Dit betekent dat het oorspronkelijk boetebedrag van € 2.200.000,- ongewijzigd blijft. Gerard Slegers, lid van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio: “Bij het vaststellen van de boete aan EBS is het dagelijks bestuur van de Vervoerregio zeer zorgvuldig te werk gegaan. Ik ben dan ook blij dat de Commissie concludeert dat de boete die wij EBS hebben opgelegd redelijk en weloverwogen is. Het opleggen van de boete is een zwaarwegend besluit, maar wel in lijn met ons boetebeleid en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Bovendien doet de boete recht aan de hinder die reizigers bij start van de concessie hebben ondervonden.”
Omdat het boetebeleid van de Vervoerregio is vastgesteld in 2016 en sindsdien niet is geëvalueerd, adviseert de Commissie de Vervoerregio een evaluatie uit te voeren. En daarbij specifiek te kijken of er een actualisatie van het boetebeleid gewenst is. Dit advies neemt het dagelijks bestuur van de Vervoerregio over.
Vervolg
Als EBS het niet eens is met de beslissing van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio, kan zij nog in beroep gaan bij de bestuursrechter. De termijn voor het indienen van het beroep is zes weken.