In deze column ga ik jullie vertellen dat circulariteit helemaal niet past in ov-tenders. En dat is heel raar, want ik ben een groot voorstander van circulair ov. Bovendien zat ik zelf op de eerste rij bij een positieve bijdrage van tenders aan duurzame innovatie. Toch ga ik jullie vertellen dat circulair ov en ov-tenders niet bij elkaar passen. Lees maar mee.
Het mooiste voorbeeld van de tendersystematiek die bijdraagt aan duurzame innovatie is natuurlijk Zero Emissie bus! In 2016 tekenden we met de sector het Bestuursakkoord Zero Emissie bus. Nu, vlak voor 1 januari 2025, kunnen we zeggen dat we zélfs met alle tegenslag die er geweest is, geslaagd zijn in onze opzet. De ambitie wordt al in 2025 waargemaakt, op een paar uitzonderingen na, waar de netcongestie het nog niet toestaat. Het loont economisch om een elektrische bus te verkiezen boven diesel – en dus gebeurt het.
Maar dan circulariteit. Als we echt willen verschuiven van een lineaire economie naar een circulaire economie voor het openbaar vervoer, dan moeten we natuurlijk stoppen met tenders. Want traditionele tenders zijn het stokpaardje van lineaire economie. Heerlijk zo’n afgebakende periode voor een contract, waarin spullen keurig ‘afgeschreven’ worden. Zo’n competitief proces waarin je een winnaar hebt en ook veel verliezers.
Eerst over dat ‘afschrijven’: iets (bijvoorbeeld een bus) heeft dan geen economische waarde meer na een x aantal jaar. Geen waarde meer? Dan ben je behoorlijk contra-circulair bezig. Laten we alsjeblieft met elkaar vaststellen dat alleen al de batterij in die bus juist nog wel een waarde heeft! Wellicht niet het hele ding, dan toch zeker de kritische grondstoffen. Misschien – en nou zeg ik echt iets geks – gaan die in de toekomst juist in waarde stijgen, gezien het geringere aanbod op de markt.
Dan nog die competitie. Circulariteit vraagt juist om méér samenwerking in de keten, standaardisatie en gelijkgestemde monitoring bijvoorbeeld. Dat staat haaks op de tenderperiode waarin de vervoerders elkaars tegenstander zijn en ieder iets voor zich ontwikkelen. Ook tussen opdrachtgevers en vervoerders bestaat er in die periode een vreemdsoortige radiostilte. Ik weet niet wanneer u voor het laatst een nota van inlichtingen hebt gelezen, maar dat is bepaald geen open dialoog.
Tenslotte is de ontwikkeltijd voor circulaire oplossingen in de tenderfase veel te kort. Als je echt verschil wilt maken, moet je al in de (eco)design fase met elkaar aan de slag. Moeten we met elkaar praten over de mogelijkheid van het creëren van een standaardbus voor de Nederlandse markt. Zo modulair mogelijk, met slechts enkele keuzes voor de vervoerders om onderscheid mee te maken? En hoe gaan we in ons land om met End-of-Life?
Kortom, circulariteit moeten we uit de tender houden: circulariteit moeten we samen verder ontwikkelen. Benieuwd naar jullie reacties 😉