Dé deelauto-gebruiker bestaat niet

dinsdag 9 januari 2024

Foto: Shutterstock

Deelmobiliteit ontstond al in de jaren ‘60 in Amsterdam. In de slipstream van de deeleconomie en toegenomen klimaatbewustzijn, zien we sinds 2020 een sterke stijging in het gebruik ervan. Het fenomeen krijgt steeds vaker plek in discussies over het toekomstige ov. Het is cruciaal om de (potentiële) gebruiker beter in beeld te hebben, vond student Hidde van der Linden die aan de TU Delft afstudeerde op het onderwerp. “Het gaat vaak over dé deelauto-gebruiker. Maar die bestaat helemaal niet.”


Dit artikel komt uit OV-Magazine 4/2023. Heeft u al een abonnement?


Van der Linden deed onderzoek onder ruim 1200 Greenwheels-gebruikers. Suze Koster, adviseur Parkeren, begeleidde het onderzoek vanuit Goudappel. “We zien de aandacht voor deelauto’s toenemen vanuit verschillende motieven. Enerzijds vanuit de mogelijkheid om de parkeer- en ruimtebehoefte te reduceren, maar anderzijds om witte vlekken in het ov-netwerk te bedienen en om een autoluwe omgeving te faciliteren en stimuleren.”

Van der Linden ondervroeg de deelnemers naar hun gedrag en beweegreden en ontdekte met een latent class analysis dat er grofweg zes groepen deelautogebruikers zijn. De kosten zijn voor bijna alle gebruikers (90 procent) een belangrijk motief, net zoals het gebrek aan ov-mogelijkheden (ook zo’n 90 procent). Duurzaamheid speelt voor ongeveer 30 procent van de gebruikers een belangrijke rol bij de keuze, terwijl het voor ongeveer 15 procent absoluut geen motivatie is. Slechts 20 procent ziet de deelauto als een goede first/last-mile oplossing voor het ov.

“De huidige gebruikers zijn voornamelijk hoogopgeleide stedelingen, waarbij we zien dat onder de nieuwe aanmeldingen meer praktisch opgeleiden en mensen van buiten de stadscentra zijn”, vervolgt Van der Linden. “De deelauto vormt voor 36 procent van de respondenten een alternatief voor een ov-rit en voor 25 procent voor een eigen autorit. Echter, we zien dat die laatste groep frequenter gebruikmaakt van het concept. Als je kijkt naar het aantal ritten dat vervangen wordt, vervangt de deelauto voor 36 procent autoritten en voor 31 procent ov-ritten.”

Deelautogebruikers zijn over het algemeen ook ov-gebruikers: 52 procent gebruikt het ov minimaal één keer per week en 84 procent gebruikt het ov één keer per maand of vaker. Ze gebruiken de deelauto vooral voor incidentele ritten, zoals voor bezoek aan familie of het vervoeren van spullen.

Koster: ”In veel gemeenten wordt vaak uitgegaan van dezelfde uitgangspunten en (hoge) verwachtingen als elders. De diversiteit uit dit onderzoek laat zien dat maatwerk een voorwaarde voor succes is.” Ze concludeert dat de huidige opzet van algemeen beleid veelal onvoldoende aansluit bij de daadwerkelijke potentie en het uiteindelijke effect van deelauto’s. Van der Linden benadrukt daarnaast de resultaten over de relatie met ov: ”De deelauto kan een goede rol spelen voor die ritten die niet met fiets of ov gemaakt kunnen worden. Trek dus vooral samen op.”

 

Lees alle details hier (TU Delft)