Bij het inzetten van elektrische bussen verandert er veel in de dagelijkse operatie. “Op het gebied van operaties en asset monitoring is elektrisch niet zo makkelijk als een bus volgooien met diesel”, vertelt Melvin Meijer van Lynxx. We praten met hem en zijn collega Matthijs Bootsman over assetmanagement van ZE-bussen. “Er zijn veel factoren die bepalen hoe lang een batterij meegaat, en wat die nog oplevert aan het einde van de inzetduur.”
‘Elektrisch is niet zo makkelijk als een bus volgooien met diesel’
Assetmanagement op zich is niet nieuw, maar het intensief monitoren van ZE-bussen – en waar nodig bijsturen op juist gebruik – is wel relatief nieuw. “Hoe het op langere termijn gaat met een elektrische bus kunnen vervoerders vaak nog niet goed voorspellen. Diesel doen we al honderd jaar, vergeleken daarmee is de elektrische bus relatief nieuw. Er zijn veel factoren die bepalen hoe de staat van de bus, en dan met name de batterij, is aan het einde van de levensduur. Bovendien kan de resterende accucapaciteit financieel grote consequenties hebben. Wij willen klanten helpen zoveel mogelijk waar voor hun geld te krijgen.”
Meer doen met data
“We zien dat het beter kan, omdat we gebruikmaken van data uit voertuigen. Een elektrische bus rapporteert ontzettend veel. De locatie, zodat je bij de halte kunt zien wanneer je bus er zal zijn, maar ook allerlei nuttige informatie over de staat van het voertuig. Door die data te monitoren en risicofactoren in de gaten te houden, kunnen we tijdig bijsturen”, vertelt Bootsman. Het systeem van Lynxx brengt alle data samen, van de temperatuur van de batterij tot de rijstijl van de chauffeurs, de gereden routes en het laadpatroon. “Als je dat breder trekt en patronen analyseert, kun je veel nuttigs zeggen over de gezondheid van het voertuig. Dat kan over de buitenkant van de bus gaan, maar ook specifiek over de levensduur en gezondheid van de batterij. We brengen dat samen in ons monitoringsplatform. Hoe beter je voorspellingen kunt maken over de verwachte levensduur van de batterij, hoe efficiënter je kunt bijsturen. Voortijdig verlies van capaciteit heeft immers grote operationele gevolgen – niemand wil met een bus vol passagiers stil komen te staan – maar ook financiële consequenties.”
Restwaarde: alles of niets
De restwaarde van de bus – en dan met name van de accu – is namelijk vaak een ‘alles of niets’-propositie. Meijer: “In een leasecontract staan vaak voorwaarden dat de leasemaatschappij de bus terugneemt aan het einde van de leasetermijn, als de ‘state of health’ van de batterij bijvoorbeeld boven de 75 procent is. Daaronder niet, en dan moet de klant het plat gezegd zelf uitzoeken. Dat is een nogal non-lineair effect, en dus kun je ermee spelen.”
Het duo noemt een praktijkvoorbeeld. “Je wilt niet dat je straks met een vloot bussen zit die allemaal net onder die grens zitten. Dus wordt het een optimalisatie-uitdaging: welke bus wil je ontzien? Dit doe je door de bus bijvoorbeeld meer kortere ritjes te laten rijden of door deze mee te geven aan een chauffeur die wat liever met de batterij omgaat. Hoe meer bussen je boven die kritieke grens weet te houden, hoe meer waarde aan het einde van de levensduur. Assetmanagement is daarmee een belangrijke drijver voor winstgevendheid. Dat blijft altijd maatwerk, omdat de afgesproken voorwaarden nogal kunnen verschillen.”
Impact laadpatroon
De impact van het laadpatroon op de levensduur van de batterij kan niet onderschat worden, net als de impact van temperatuur. “Op het moment dat het warmer is, moet de batterij ook nog eens harder werken omdat de airco dan aan staat”, vertelt Bootsman. “Terwijl een hogere temperatuur sowieso slecht is voor de batterij. De bezetting van de bus blijkt dan weer veel minder uit te maken. Laadpatroon, temperatuur en ritpatronen hebben veel invloed. Een bus die vaak een drukke rit rijdt in de stad heeft het zwaarder dan een bus die in landelijk gebied ingezet wordt. Het gewicht van de bus en de hoeveel mensen in de bus zijn veel minder relevant.”
Hoewel op lange termijn een hogere temperatuur dus funest is voor de accu, is op korte termijn juist lage temperatuur een probleem. “Je wil de rit wel halen, en op korte termijn heb je dan meer last van koud weer, maar ook het rijpatroon heeft veel invloed op hoe snel de batterij leeg raakt. Maar de belangrijkste factor die op lange termijn invloed heeft op de accudegradatie is toch wel het laadpatroon. Fabrikanten geven ook op sommige punten garantie, waarbij de ‘throughput’ – hoeveel stroom er door de accu loopt – van belang is. Als je snellaadt, dan loopt er in korte tijd veel stroom door de batterij. Dat heeft een negatieve invloed op de levensduur. Maar ook veel optrekken en weer remmen en daarbij stroom terugwinnen door regeneratie zorgt voor een hoge throughput. Dan kan het zijn dat je in een ritje netto helemaal niet veel stroom gebruikt, maar wel een grote aanslag pleegt op de kwaliteit van de accu.”
“Al met al is het dus schaken op vele borden tegelijk. En we zien dat busbedrijven steeds meer datagedreven hierin gaan optimaliseren.”