Goedkoop OV - voor bepaalde groepen

dinsdag 30 juli 2024

Foto: Shutterstock

Bij een rondje langs de velden blijken veel gemeenten en een enkele provincie regelingen te hebben om 65- of 66-plussers met alleen AOW en/of andere minima goedkoper of gratis openbaar vervoer te bieden. Het vergt veelal enig eigen initiatief en de voorwaarden en mogelijkheden verschillen per gemeente.

De simpelste manier om (financiële) vervoersarmoede aan te pakken is het gratis maken van het openbaar vervoer voor iedereen, zonder aanmelden of aanvragen via een website. Simpel maar duur, omdat je met een kanon op een mug schiet. Een groot deel van de ov-subsidie komt zo immers ten goede aan gebruikers die zich een rit met het ov financieel wel kunnen veroorloven.

Beroemd werd de gratis stadsbus voor de inwoners van het Belgische Hasselt in 1997. Dat was nog niet eerder vertoond, burgemeester Steve Stevaert die met het idee kwam had niet voor niets de bijnaam Steve Stunt. Vanwege de hoge kosten kwam er in 2014 een einde aan. In Luxemburg is ondanks de kosten sinds 2020 het totale ov voor iedereen gratis. Dat is gedaan vanuit sociaal oogpunt, voor het milieu en in de hoop de drukte op de weg te verminderen.

Elders zijn er in verschillende steden kortingen voor bepaalde groepen of is het ov gratis. Dat laatste geldt voor hotelgasten in Basel, Bern en Genève, al kun je ook zeggen dat het onderdeel is van de overnachtingsprijs. Sociale aspecten spelen een rol in New York, waar momenteel een proef loopt van negentig dagen waarbij een beperkte groep mensen met een laag inkomen voor half tarief met bus en subway kan reizen. Het streven is dit uit te breiden naar iedereen die hiervoor in aanmerking komt.

Congestiebestrijding

Gratis ov voor bepaalde groepen is niet iets van de laatste jaren, er is al langer geleden her en der mee geëxperimenteerd. Zo had Tilburg in 2006 en 2007 enige tijd gratis ov voor 55-plussers, met als doel het bevorderen van hun maatschappelijke participatie. Het was een succes (het aantal reizigers in de doelgroep nam toe), maar vanwege de kosten beëindigde de gemeente het experiment binnen een jaar. Elders was het stadsvervoer vaak (tijdelijk) gratis voor 65-plussers, onder meer in Nijmegen, Helmond, Lelystad en op Ameland. In het hele stads- en streekvervoer is er trouwens nog steeds een generieke korting van 34% voor alle 65-plussers (die leeftijd is niet meegestegen met de AOW-leeftijd). Wel moeten ze daarvoor een chipkaart op naam hebben, wat ook geldt voor alle mogelijkheden om gratis te reizen.

Overigens waren er ook regelingen die niet een sociaal oogmerk hadden, maar een poging tot congestiebestrijding. Roemrucht voorbeeld waren in 2004 twee gratis buslijnen op de A44/N44 tussen transferium ’t Schouw bij Leiden en Den Haag, gefinancierd door de provincie Zuid-Holland. Het effect op het autoverkeer was niet meetbaar, maar andere buslijnen tussen de twee steden waarvoor wél moest worden betaald hadden ineens minder reizigers.

Lappendeken

In Nederland is er een lappendeken aan regelingen voor verschillende doelgroepen. Per gemeente of regio verschillen de voorwaarden als gevolg van gemeentelijke en provinciale autonomie. Veelal beperkt de aangeboden korting zich logischerwijs tot het vervoer binnen de gemeentegrenzen, maar bij kleine gemeenten heeft dat niet veel zin. Onder meer de gemeenten Het Hogeland en Eemsdelta in Groningen bieden daarom gratis gebruik van het openbaar vervoer aan in de hele provincie, De Fryske Marren doet dat sinds kort – als eerste – in Friesland. Vergelijkbare regelingen zijn er op enkele Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden, met gratis gebruik van de bus tot Rotterdam Zuidplein.

In Amsterdam, Amstelveen en Diemen is het ov gratis voor AOW’ers (geen tijdslimiet, wel inkomens- en vermogenslimiet ). Bovendien is voor kinderen tot twaalf jaar het ov vanaf de zomervakantie tot eind van het jaar gratis (wel tijdslimiet, geen inkomenslimiet voor de ouders).

Opvallend was in 2023 het initiatief van de Vervoerregio Amsterdam. Om de gestegen ov-tarieven (7,23% in dat jaar) een beetje te compenseren konden huishoudens met lage inkomens acht gratis kaarten aanvragen, telkens goed voor anderhalf uur reizen in de veertien gemeenten van de vervoerregio. Mensen met een inkomen maximaal 130% van het minimuminkomen kwamen in aanmerking, maar er werd geen inkomenstoets uitgevoerd; de regio deed een beroep op ieders eerlijkheid en nam een zekere mate van misbruik voor lief. De regeling wordt dit jaar herhaald, maar iets beperkter: nu komen er na de zomer zes kaarten per huishouden beschikbaar. De kosten nemen daardoor af van vijf miljoen euro tot 3,5 miljoen euro.

Ruimhartiger

De gemeenten Rotterdam, Barendrecht, Ridderkerk en Capelle zijn ruimhartiger: het ov hier is gratis voor alle inwoners met AOW (vanaf 67 jaar, geen inkomenslimiet), maar alleen bij de RET; alleen inwoners van Rozenburg mogen ook gratis met EBS reizen bij gebrek aan een RET-lijn. Inwoners van de gemeente Schiedam van 65 jaar en ouder met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm kunnen vrij reizen, terwijl de gemeente Albrandswaard dat al beschikbaar stelt voor inwoners vanaf 60 jaar.

Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg bieden AOW’ers met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm en een laag vermogen – houders van de door de gemeente verstrekte Ooievaarspas – in de daluren gratis ov aan. Heel positief: ‘U hoeft voor het gratis reizen in Den Haag niets te doen. Als u een Ooievaarspas heeft aangevraagd, krijgt u vanzelf een brief met meer uitleg.’

In de hele provincie Utrecht kunnen 66-plussers met een beperkt inkomen dit jaar gratis reizen (met tijdslimiet, na negen uur ’s ochtends). Dit aanbod geldt vooralsnog tot 31 december 2024. Ook kinderen tot twaalf jaar reizen gratis (geen tijdslimiet, maar maximaal drie kinderen per betalende volwassene).

Een aantal middelgrote gemeenten – Arnhem, Nijmegen, Eindhoven, Dordrecht, Hengelo – heeft voor ouderen vergelijkbare regelingen. Middelburg valt op, daar kunnen inwoners met een laag inkomen vanaf twaalf jaar gratis reizen in de hele provincie, de Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee en met de bus tot Rotterdam Zuidplein en Dordrecht.

En sommige gemeenten willen er niet aan. Zo werd in Haarlem een voorstel van de gemeenteraad voor gratis ov voor houders van een HaarlemPas eind vorig jaar door het college van B&W afgewezen.

Pilots en experimenten

Hinderlijk is dat veel regelingen na kortere of langere tijd weer worden afgeschaft; wat gaat er bijvoorbeeld volgend jaar in Utrecht gebeuren? Het gaat soms om proeven voor een beperkte tijd, zo loopt de regeling in Middelburg tot 14 december van dit jaar.

Nederland is een kei in het opstarten van pilots en experimenten met geld uit allerlei speciale ‘potjes’. Daarna wordt geconcludeerd dat de proef weliswaar een succes is, maar toch wordt stopgezet omdat het experimenteerbudget op is en de subsidiegevers het te duur vinden om door te gaan. Dergelijke experimenten hebben weinig nut.

Ook worden de regelingen wel eens gewijzigd; de gebruikers moeten maar hopen dat ze ook onder de veranderde voorwaarden kunnen blijven profiteren. Bovendien moeten mensen in zo’n geval opnieuw moeite doen om een aanvraag in te dienen. Zeker voor wie digitaal niet zo vaardig is – wat geldt voor veel ouderen, laagopgeleiden en mensen met een lager inkomen, oftewel grotendeels de doelgroepen voor dergelijke regelingen – vormt dat een belemmering. Gevolg is dat mensen die voor zo’n regeling in aanmerking komen er geen gebruik van maken. Overigens zijn er gemeenten die de mensen zelf benaderen, dat is een betere oplossing.

Conclusie

Wat betreft de regelingen om mensen met een laag inkomen tegemoet te komen bij het gebruik van het ov kun je stellen dat het glas halfvol is. Er zijn veel regelingen, in bijna elke gemeente met nét weer andere voorwaarden, maar iedereen woont toch maar in één plaats. Soms is het effect wat merkwaardig. Zo krijgt iemand in Rotterdam vanaf de AOW-leeftijd van 67 jaar de mogelijkheid tot gratis vervoer aangeboden, terwijl iemand één straat verderop in Schiedam dat al vanaf z’n 65e krijgt, maar alleen als zijn inkomen maximaal 110% van de bijstandsnorm is; Rotterdam stelt dan weer geen inkomenseis.

Wat ook geldt: er zijn zeker goede initiatieven en regelingen, maar meer continuïteit en structurele financiering is wenselijk, in plaats van weer een pilot of een experiment. Gemeenten kunnen zo langzamerhand wel van elkaars ervaringen leren.