Een kaartje is soms handig
Het is al veel vaker, uitgebreider en deskundiger verteld dan in deze bescheiden column: het systeem van de OV-chipkaart is ontworpen op basis van louter technische en bedrijfseconomische overwegingen, en dus niet op basis van het gebruik van dat systeem. Anders gezegd: niet de reiziger heeft centraal gestaan, maar het systeem.
Ik moest hier onlangs weer aan denken toen ik me afvroeg waarom de papieren kaartjes eigenlijk moeten verdwijnen. Waarom is trouwens überhaupt zo’n duur systeem geïntroduceerd? Los of ze een ouderwets kaartje gebruiken, of een slimme card, verreweg de meeste reizigers zijn van goede wil. Ze zullen voor hun reis betalen, ongeacht de wijze waarop ze moeten afrekenen. Het systeem met de poortjes blijkt vooral bedoeld om een kleine groep (wat zal het zijn, 10 procent?) toch te laten betalen. Het sluiten van de poorten en andere klantonvriendelijke maatregelen zijn bedoeld om het systeem waterdicht te maken.
Puur systeemtechnisch gezien is dat een begrijpelijke reden, maar tegelijkertijd naïef en onpraktisch. De harde kern, de echte pikzwartreiziger (wat zal het zijn, 1 procent?) laat zich namelijk niet door poortjes afschrikken. Uit Parijs en andere plaatsen in de wereld heb ik daarvoor karrenvrachten bewijs. Zo wordt een overdesigned systeem in het leven geroepen dat eigenlijk vooral bedoeld is voor die ene procent! En daarvoor werkt het niet. Dus een simpel systeem dat goed genoeg is om de meeste zwart en grijs reizende lieden af te schrikken zou volstaan, bijvoorbeeld klantvriendelijke controle op de trein zelf.
Als we zo’n pragmatisch systeem verder zouden optuigen kost dat niet alleen veel minder geld, maar zouden we de chipkaart gebruikersvriendelijker kunnen inzetten. Bijvoorbeeld alleen nog maar voor inchecken, of gewoon als handige betaalkaart. Dat gebeurt al volop in het buitenland.
Ik neem 's ochtends vaak in Amsterdam Centraal de trein van 9.08 uur richting Maastricht. Met mijn dalurenkorting mag ik pas om enkele minuten voor negen inchecken. Maar ik wil al voor half negen door de poortjes, want ik vind het zo lekker om even door de tijdschriften te gaan en op mijn gemak een espresso bij Julia te drinken. Nu hoor ik de systeemdenker al zeggen, maak u niet ongerust want we verzinnen iets technisch. Bijvoorbeeld een extra, dedicated incheck-punt, zoals dat ook al beschikbaar is om mijn toeslag voor de Intercity Direct te kunnen opladen. Maar dat is weer een systeemoplossing, een oplossing ondanks die mooie chipkaart, in plaats van dankzij de chipkaart.
Papieren kaartjes vind ik af en toe gewoon handig, en met mij circa 20 procent van de reizigers die incidenteel de trein nemen, of die hun kaartje al buiten het systeem in Antwerpen, of Keulen hebben gekocht.
O ja, ook zo handig van die papieren kaartjes, je kunt meteen een kwitantie uit de automaat halen, in plaats van later thuis het zoveelste internetaccount te raadplegen.
Rob van der Bijl is columnist bij OV-Magazine en werkt als stedebouwkundige op het snijvlak van mobiliteit, technologie en cultuur.
Reactie toevoegen