Oude en vertrouwde buurtbus
Hij is niet elektrisch, niet hip, niet innovatief, niet professioneel, niet in transitie, niet vraaggestuurd en niet zelfrijdend. Maar hij heeft de afgelopen veertig jaar wel gezorgd voor een stille revolutie in het openbaar vervoer: de oude en vertrouwde buurtbus.
Het begon in 1977 met vijf lijnen, een handvol omgebouwde bestelbusjes en enkele vrijwillige chauffeurs. Anno 2016 telt Nederland bijna 200 projecten met meestal fraai materieel en een leger van 4500 vrijwilligers, ook in de buurtbusbesturen.
Waar komt het succes van de buurtbus vandaan? Hij is inmiddels uitgegroeid tot een landelijke formule, iedereen kent hem. Hij is makkelijk te vinden en te plannen, de dienstregeling zit gewoon in de ov-reisplanners. Je hoeft niet van tevoren te bellen, zoals bij Flexnetten en Regiotaxi’s. De buurtbus is relatief goedkoop te exploiteren: voor 50.000 tot 60.000 euro per jaar heb je een lijn. In de spits zijn drukke ritten gemakkelijk te vervangen door gewone bussen. De buurtbus is ook flexibel voor de reiziger. Als het veilig kan stopt de chauffeur ook tussen haltes om iemand op te pikken of uit te laten. Daarmee is de buurtbus toch een tikje vraaggestuurd. En hij is geworteld in de samenleving. Hij staat dicht bij de mensen, de chauffeurs kennen hun klanten.
Toegegeven, die klanten zijn vaak gedwongen reizigers, vooral ouderen en scholieren. Valt er dan niets te verbeteren aan de buurtbus? Jawel, op elke lijn kunnen betalen met een OV-chipkaart. Op elke lijn ook een papieren kaartje kunnen kopen met contante euro’s. Overal vlotte busjes zoals de Tribus Civitas met lage instap, dubbele instapdeuren, grote raampartijen en een aparte chauffeurscabine. Meer jonge mensen achter het stuur en in de bus. Nog meer steun van de samenleving. Laat burgers bijvoorbeeld een halte adopteren en bedrijven een lijn sponsoren. En graag iets meer creativiteit. Waarom zou een buurtbus geen post of kleine pakjes kunnen meenemen?
Nu in Appelscha en Wageningen de eerste proeven met zelfrijdende WEpods van start zijn gegaan en visionairs als Conny Bieze, Bart Schmeink en Carlo van de Weijer orakelen over de automatische en digitale toekomst van het openbaar vervoer, zouden we een goedkope en simpele oplossing als de buurtbus haast vergeten. We weten allemaal dat proeven met noviteiten langer duren, duurder uitvallen en minder opleveren dan we hopen. Gooi dus geen oude schoenen weg voor je de nieuwe hebt ingelopen.
En wie weet stappen we over veertig jaar opeens in een elektrische, vraaggestuurde en zelfrijdende buurtbus, of hoe hij dan heet.
Reactie toevoegen