Drenthe eist stop van snelle Intercity

De trein stopt namelijk niet in Assen: “Geen stop in Drenthe vind ik onacceptabel”, zegt gedeputeerde Henk Brink.

Of er in de toekomst daadwerkelijk een snellere verbinding komt, hangt af van de resultaten van de proef. De testrit zal Lelystad en Assen overslaan, en over de Hanzelijn zal de snelheid worden verhoogd van 140 naar 160 km/uur. NS-topman Roger van Boxtel: “Onze reizigers willen graag een kortere reistijd. Daarom wil NS steden sneller met elkaar verbinden, waar ook de hele regio van profiteert.”

Inhoudelijk over praten
Gedeputeerde Brink is van plan om bij de NS te eisen dat er ook een proef komt met een snelle trein die stopt in Assen. “Alleen als je ook een proef doet met een stop in Assen kun je vergelijken en er inhoudelijk over praten”, zegt Brink tegen RTV Drenthe. De gedeputeerde geeft aan dat hij eind deze maand hierover gaat praten met NS-topman Van Boxtel.

Gedeputeerde Henk Brink

Persoonlijk bericht
Brink kreeg persoonlijk bericht van de NS dat er geen stop gemaakt wordt in Assen. “In datzelfde gesprek weet de NS mij te melden dat mijn Groningse collega Fleur Gräper er iets over gaat zeggen in de NRC van die middag.” Hij vindt het ook opmerkelijk dat Groningse gedeputeerde Paul de Rook, in het Dagblad van het Noorden, er ook voor pleit om Assen over te slaan.

‘Toevallig’
Volgens Brink doet er zich iets opmerkelijks voor. “Toevallig zijn de meldingen afkomstig van een wethouder, een gedeputeerde en een NS-topman die elkaar allemaal van vroeger kennen.” De gedeputeerde wil niet zeggen waarvan, maar feit is dat de meldingen afkomstig zijn van bewindslieden die lid zijn van D66.

De verschillende geluiden die het kabinet nu bereiken vanuit het Noorden, noemt Brink niet verstandig. Volgens hem heeft het Noorden een eigen plan, waarbij spoorlijnen tussen Zwolle en de noordelijke provincies op de schop moeten. Brink: “Daar is nu nog geen geld voor in Den Haag. Zij denken alleen aan de problemen op de weg en het spoor in de Randstad. Door niet samen op te trekken in het Noorden, wordt ons pleidooi niet sterker.”