Helft Europese bussen elektrisch in 2025

Elke week introduceren vervoerders ergens in Europa nieuwe e-bussen, daartoe aangespoord door overheden die de luchtvervuiling in de steden willen terugdringen en de CO2-uitstoot laten afnemen. De vervoerbedrijven kiezen voor het geleidelijk invoeren van e-bussen. Net als ov-autoriteiten denken ze dat elektrisch rijden pas echt een succes wordt als bussen de hele dag kunnen rijden zonder tussentijds bij te laden.

Het onderweg opladen zien ov-autoriteiten en vervoerders als een dure (tussen)oplossing. Bovendien is de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk niet altijd opgewassen tegen krachtige opladers. Dit wordt met name een probleem als elektrische bussen op grote schaal worden ingezet. Ook is de beschikbare ruimte voor de laadinfrastructuur vaak beperkt.

Omdat e-bussen duurder zijn in aanschaf, willen vervoerders extra financiering voor de overstap. Daarnaast dringen ze aan op het verlengen van concessies zodat ze de bussen over een langere periode kunnen afschrijven. Toch wachten ov-bedrijven niet met investeren tot zij door de overheid daartoe worden gedwongen. Ze hopen snel ervaring op te doen om niet achterop te raken.

Bijna de helft van de vervoerders acht zich in staat om zelfstandig door te gaan op de ingeslagen weg. De andere helft zou hulp willen bij het vaststellen van de eisen waaraan bussen en laadinfra moeten voldoen.

De enquête van de TU Delft is onderdeel van het Europese project Municipal E-Bus Planner (Mun-E-P) waarin software is ontwikkeld voor het ondersteunen van de investeringsbeslissing en operationele planning van elektrische bussen. Naast de plannen en verwachtingen over elektrische bussen heeft de TU Delft ook de interesse gepeild in zo’n ondersteunende tool.