'Korten op studentenkaart kost meer dan het oplevert'

De korting is 55 procent van de totale vergoeding. De gevolgen moeten worden meegewogen, zoals hogere uitgaven voor studenten, stijgende vraag naar studentenhuisvesting, meer fietsverkeer in studentensteden, meer slachtoffers in het verkeer en verschraling van het ov. Waarschijnlijk leert de analyse dat de bezuiniging meer kost dan hij oplevert. Dat is de conclusie van de Nationale Studentenkaart Conferentie van Rover en studentenorganisaties in Utrecht.

Bezuinigingen op de studentenkaart treffen vooral provincies en stadsregio’s, betoogt directeur Pedro Peters van de RET namens de vervoerders. Het stads- en streekvervoer draait nu voor de helft op de Brede Doeluitkering van het Rijk, een kwart op het studentenkaartcontract en een kwart op de opbrengsten uit de kaartverkoop. Als de totale omzet van het ov 10 tot 20 procent daalt, vertalen provincies en stadsregio’s dat in hogere tarieven, lagere frequenties en minder lijnen, voorziet Peters. Met directeur Rob van Holten van Qbuzz gaat hij die boodschap uitdragen.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) wil niet verantwoordelijk zijn voor het op peil houden van het openbaar vervoer. OCW beschouwt zich als een klant die ervoor mag kiezen om minder vervoer in te kopen voor studenten. Het ministerie wordt door Peters en de studenten gebrek aan visie verweten.

Volgens beleidsambtenaar Niel Walpot ligt er wel degelijk een visie ten grondslag aan de bezuiniging: minder geld voor de studentenkaart betekent meer geld voor de kwaliteit van het onderwijs. De aansturing van het ov is volgens hem de verantwoordelijkheid van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Walpot ontkent het bericht dat de bezuiniging van de baan is.

Onduidelijk blijft hoe de bezuiniging eruit komt te zien. OCW heeft een permanent contract met de vervoerders, met een opzegtermijn van twee jaar. OCW heeft een wijziging aangekondigd, maar het contract is nog niet opgezegd.

Dit jaar hebben 625.000 studenten een OV-chipkaart voor gratis reizen doordeweeks of in het weekend en 40 procent korting op het ov daarbuiten. Ze maken naar verwachting 6,1 miljard reizigerskilometers in 2013: 4,5 miljard op het spoor; 0,4 miljard in de vier grote steden en 1,2 miljard in andere steden en het streekvervoer. OCW betaalt dit jaar 775 miljoen euro voor het contract. Daarvan gaat 485 miljoen naar NS, 195 miljoen naar de streekvervoerders en 95 miljoen naar de stadsvervoerders.