Vanaf 2019 wil de Brusselse luchthaven Zaventem zelfrijdende shuttles inzetten die gemengd gaan rijden met ander verkeer. Twee Nederlandse bouwers zijn in de race voor het bouwen van de voertuigen.
Ook Zaventem wil zelfrijdende shuttles
Vervoerder De Lijn en het luchthavenbedrijf van Zaventem dragen beide de kosten voor het project. De Lijn heeft met een aanbesteding in totaal vijf partijen geselecteerd die een bod mogen uitbrengen, waarvan twee Nederlandse: VDL (in samenwerking met Siemens) en 2getthere, bekend van de Parkshuttle in Rotterdam. Ook EasyMile – die in Nederland al voertuigen in Wageningen en Appelscha heeft rijden – en Navya (in samenwerking met Keolis) uit Frankrijk en het Amerikaanse LocalMotors mogen een bod uitbrengen.
De 2 grote Franse onderlinge concurrenten vwb zelfrijdend vervoer naast elkaar @Transp_Publics pic.twitter.com/4YgKmkMV9K
— Vincent Wever (@vincent313) 14 juni 2016
Voor VDL is het voor het eerst sinds het mislukte avontuur met de Phileas dat het bedrijf weer de stap richting zelfrijdend vervoer waagt. De fabriek in Roeselare zal de voertuigen gaan bouwen, mocht VDL de order binnenhalen.
Toezichthouder
De grond is weliswaar eigendom van de luchthaven, maar toegankelijk voor al het andere verkeer. De shuttles rijden slechts deels over een eigen baan. Zowel reizigers als werknemers kunnen gebruikmaken van de voertuigen die gaan rijden tussen de passagiersterminal en het vrachtvliegveld van Zaventem, Brucargo. Daar is ook een groot langparkeerterrein gevestigd. Op elk voertuig zal een toezichthouder meerijden. Ook past de luchthaven de weginfrastructuur aan. De minimale commerciële snelheid moet liggen op 17 kilometer per uur.
Schiphol
Volgens COO Robbert Lohmann van 2getthere heeft de situatie op Zaventem 'heel uitdagende apsecten'. Lohmann: "Je zal er weliswaar niet snel spelende kinderen aantreffen, maar verder is het een openbare weg met allerlei first users." Het bedrijf is een pionier in zelfrijdend vervoer; in 1997 reed de eerste ParkingHopper van 2getthere al op een langparkeerterrein op Schiphol. In 2004 werd de shuttle daar weer opgedoekt.
Lohman: "Schiphol was bedoeld als pilot die maximaal drie jaar zou duren, maar uiteindelijk heeft de ParkingHopper er zeven jaar gereden. Daarna moest een keuze worden gemaakt om bepaalde onderdelen die aan het eind van hun levensduur waren te vervangen. Schiphol wilde daarop studeren en bij mijn weten doen ze dat nog steeds." Inmiddels is een groot deel van het traject onderdeel geworden van het parkeerterrein.
Groot manco
De Lijn en het luchthavenbedrijf van Zaventem zijn volgens Lohmann verschillende keren in Rotterdam langs geweest om de ParkShuttle van 2getthere in de praktijk te zien. Lohmann: "Wij rijden daar zonder begeleiding. Dat gebeurt nergens anders. Zou dat in het bestek staan, dan zou er maar één partij in plaats van vijf geselecteerd zijn."
De zelfrijdende voertuigen hebben volgens hem één groot manco ten opzichte van mensen: ze kunnen niet anticiperen. "Als ze opeens iets op hun pad krijgen stoppen ze gewoon. Ook als een automobilist er snel nog even voor glipt vanuit een uitrit. Het risico bestaat wel dat automobilisten op Zaventem dat straks weten en dat continu gaan doen. Dat komt de dienstsnelheid uiteindelijk niet ten goede. En dan ben ik benieuwd wie De Lijn daarop gaat aanspreken", aldus Lohmann.
In het najaar van 2017 wil De Lijn de definitieve partij kiezen. In 2018 krijgt de geselecteerde partij de tijd om de voertuigen te bouwen en te testen.
Reactie toevoegen