Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) presenteerde onlangs het essay *Keuzes voor het spoor', een publicatie met een andere insteek dan de gebruikelijke KiM-rapporten. OV-Magazine sprak met Jan-Jelle Witte, co-auteur van het essay, dat hij samen met Lauri de Boer schreef. Welke keuzemogelijkheden liggen er voor het spoor?
Keuzes voor het spoor
Het essay wijkt af van wat men doorgaans verwacht van KiM-publicaties. “Waar we normaal gesproken empirisch onderzoek uitvoeren, gericht op specifieke beleidsvragen, is dit een echt essay,” vertelt Jan-Jelle Witte. “Het initiatief kwam vanuit onszelf, uit het gevoel dat er veel belangrijke beleidsvragen zijn die elkaar overlappen. Vaak botsen ambities en kunnen ze niet altijd worden verenigd. In onze reguliere onderzoeken komen zulke grote vraagstukken niet altijd naar voren. Dit essay biedt juist ruimte om die bredere vragen te stellen en te reflecteren op de toekomst van het spoor in Nederland.”
Deze bredere benadering maakt het essay uniek ten opzichte van andere KiM-publicaties. “Het bevat geen harde bewijzen of prognoses zoals men van ons gewend is. In plaats daarvan proberen we de lezer aan te zetten tot nadenken over mogelijke richtingen voor het spoorbeleid,” licht Witte toe.
Ruimte voor nieuwe mogelijkheden
Een belangrijk doel van het essay is om beleidsmakers en andere betrokkenen bewust te maken van de keuzes die voor het spoor gemaakt kunnen worden. “We willen de discussie aanwakkeren over wat er binnen de huidige kaders mogelijk is en welke toekomstbeelden we kunnen schetsen,” legt Witte uit. “Dit soort brede, fundamentele vragen komen vaak niet aan bod in reguliere onderzoeksprojecten, die zich bijvoorbeeld richten op ontwikkelingen tien jaar in de toekomst. Met dit essay hopen we een stap terug te doen en grotere vragen op tafel te leggen, die verder reiken dan de dagelijkse realiteit.”
Hoewel het essay geen voorspellingen doet, is het wel gebaseerd op diepgaande gesprekken met experts uit de spoorsector. “We hebben ongeveer dertig prominente personen geïnterviewd, wat waardevolle inzichten opleverde over zowel de geschiedenis als de toekomstmogelijkheden van ons spoornet,” vertelt Witte. “Eén van de belangrijkste conclusies die we konden trekken, is dat het spoor in de toekomst anders ingericht kan worden. Dit biedt een spannend perspectief op de vraag hoe we onze infrastructuur beter kunnen afstemmen op de veranderende mobiliteitsbehoeften.”
De toekomstvisies in het essay worden ondersteund door de vier scenario’s van het Planbureau voor de Leefomgeving. “Het spoor speelt een verschillende rol in die verschillende scenario’s,” vervolgt Witte. “De kernvraag daarbij is: hoe kunnen we ons spoornet flexibeler inrichten om in te spelen op toekomstige ontwikkelingen?”
Flexibiliteit van het spoornet
Een veelgehoord idee is dat het spoor een rigide systeem is, waarin veranderingen moeilijk door te voeren zijn. Witte betwist dit in het essay: “Het gangbare idee is dat het spoor er eenmaal ligt en dat er weinig aan te veranderen valt. Maar ons onderzoek laat zien dat er meer flexibiliteit is dan vaak wordt gedacht. Mits de juiste keuzen worden gemaakt en de maatschappij daarom vraagt, kunnen er veranderingen worden doorgevoerd die niet per se grote investeringen vereisen. Slim gebruik van beperkte middelen kan al leiden tot substantiële aanpassingen.”
Witte wijst hierbij op de keuze die Nederland in de jaren '70 maakte om verschillende vervoersmodaliteiten – zoals sprinters, intercity’s, goederenvervoer en internationale treinen – op hetzelfde spoor te mengen. “Dat besluit heeft destijds veel verbeteringen gebracht, maar we lopen nu tegen de grenzen van die keuze aan. Het idee dat ‘alles overal moet kunnen rijden’ is wellicht achterhaald. Het loslaten van dit concept kan nieuwe mogelijkheden creëren voor een efficiëntere benutting van het spoornet.”
Variatie in netwerkgebruik
Een van de opties die in het essay worden aangekaart, is het variëren in dienstregelingen en netwerkgebruik. “In Japan hebben ze bijvoorbeeld een veel strengere scheiding tussen snelle treinen en goederenvervoer,” aldus Witte. “In Nederland zouden we kunnen overwegen om delen van het netwerk te herwaarderen en te optimaliseren voor stadsregionaal vervoer. Dit zou niet alleen voordeliger zijn, maar ook minder flexibiliteit van het netwerk vereisen.”
Daarnaast bespreekt het essay hoe delen van het netwerk mogelijk geschikt zouden kunnen worden gemaakt voor andere vervoersoplossingen, zoals vraagafhankelijk openbaar vervoer. “Het zou ons in staat stellen om het spoornet specifiek af te stemmen op de vraag van verschillende regio’s,” voegt Witte toe.
Spoor voor iedereen
Momenteel wordt het spoor vooral gebruikt door hoger opgeleiden met een relatief hoog inkomen, die in dichtbevolkte gebieden wonen. In het essay wordt besproken dat het spoor in de toekomst mogelijk meer gericht kan worden op andere doelgroepen. “Er zijn scenario’s denkbaar waarin het spoor meer nadruk legt op buitenwijken en praktischer geschoolde groepen. En in buitenwijken die nu niet door het spoornet bediend worden kan er een rol zijn voor ander vervoer zoals BRT-oplossingen.”
Het essay wil vooral stof tot nadenken geven. “We willen laten zien hoe het Nederlandse spoor zich pad-afhankelijk heeft ontwikkeld, maar ook dat er ruimte is voor verandering,” vertelt Witte. “Vaak wordt aangenomen dat het spoor niet ingrijpend veranderd kan worden, maar we willen die aanname uitdagen. Door gebruik te maken van scenario’s kunnen we op een gestructureerde manier nadenken over wat er in de toekomst mogelijk is, zonder te pretenderen dat we de toekomst exact kunnen voorspellen.”
Beleidsmatige overwegingen
Het essay nodigt beleidsmakers uit om na te denken over de toekomstige inrichting van het spoor, afhankelijk van de scenario’s waarin het vervoer zich kan ontwikkelen. “We stellen vooral de vraag: wat verwachten we van het spoor in de toekomst en wat betekent dat voor de inrichting ervan?” zegt Witte. “Het is cruciaal dat we nu al nadenken over de keuzes die we in de toekomst zullen moeten maken, zodat we voorbereid zijn op verschillende mogelijke ontwikkelingen.”
Meer lezen
Het volledige essay *Keuzes voor het spoor* is te vinden op de website van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid: [kimnet.nl](http://kimnet.nl).
Meer artikelen met dit thema
Noordelijke provincies leggen geld op tafel voor Lelylijn en Nedersaksenlijn
8 okt om 11:35 uurDe provincies Drenthe, Groningen, Friesland, Overijssel en Flevoland zijn bereid geld in de Lelylijn en de…
Onderzoek PBL: Fors langere reistijden voor OV-gebruikers, vooral buiten de stad
26 sep om 11:35 uurDe afhankelijkheid van het openbaar vervoer zorgt ervoor dat mensen in landelijke gebieden of aan de randen van…
Lelylijn tussen Noorden en Randstad kost 10 miljard meer
23 sep om 10:03 uurDe aanleg van de Lelylijn, een nieuwe treinverbinding tussen Noord-Nederland en de Randstad, heeft een flinke…
Provincie verlengt busconcessie Hermes in Zuidoost-Brabant tot zomer 2029
18 sep om 11:24 uurHermes blijft tot de zomer van 2029 verantwoordelijk voor het busvervoer in Zuidoost-Brabant. Daarover zijn de…
Fors verlies voor NS: honderden banen op de tocht
5 aug om 09:17 uurNS heeft in de eerste helft van 2024 een operationeel verlies van 109 miljoen euro geleden. Om kosten te…
Provincie Noord-Brabant maakt bushaltes rookvrij
3 jul om 11:29 uurNog voor het einde van dit jaar zal de provincie Noord-Brabant alle bushaltes rookvrij maken. Bezoekers worden…
Drielandentrein eindelijk op de rails
2 jul om 10:09 uurDe eerste drielandentrein is zondag 30 juni vanaf Aken vertrokken richting Luik via Heerlen, Valkenburg,…
Fiets en trein, een verstandshuwelijk?
27 jun om 08:05 uurVerkeerskundige Jan Ploeger is eigenlijk zijn hele leven al bezig geweest met…