Wat is de deelfiets+ov-combinatie eigenlijk waard?

donderdag 17 oktober 2024

Foto: Niels van Oort

Het buitenland kijkt vaak met jaloezie naar het succes van de Nederlandse combinatie van fiets en ov, waarin het beste van beide werelden samenkomt. Niet alleen voor de eerste kilometers naar het station, maar juist ook voor het laatste deel van de reis, door de beschikbaarheid van een deelfiets. Watetu Mbugua kwam uit Afrika in Delft studeren en verbaasde zich over de relatief beperkte kennis van het succes. Om die reden deed ze in het Smart Public Transport Lab onderzoek naar de maatschappelijke kosten en baten van de combinatie, met als casus de ov-fiets.

“Het onderzoek begon met een uitgebreide zoektocht in de internationale literatuur naar alle aspecten die bijdragen aan de (maatschappelijke) kosten en baten”, begint de Keniaanse. “Op basis van de 14 belangrijkste factoren ben ik op zoek gegaan naar data om de effecten van de afgelopen 20 jaar te kunnen kwantificeren en vervolgens ook in geld uit te drukken. Dat was monnikenwerk, maar ik ben er trots op dat het gelukt is.”

Mirjam Borsboom van het team fiets van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bevestigt de buitenlandse interesse. “Nederland krijgt gemiddeld meer dan 4 (!) verzoeken per dag, vanuit de hele wereld, met vragen over de fiets. Met name over fietsinfrastructuur, -cultuur en -stimuleringsprojecten. Zeker in grote steden is de fiets+ov-combinatie erg in trek, waardoor we ook weer veel vragen krijgen over bijvoorbeeld fietsparkeren bij ov-stations.”

Mbugua ontdekte dat vooral de baten omtrent bereikbaarheid groot zijn, gevolgd door filereductie en gezondheidsbaten. De baten waren gemiddeld 50% hoger dan de kosten, zoals investeringen en exploitatiekosten. Om al te optimistische resultaten te voorkomen, ging ze gedegen te werk, met bandbreedtes en gevoeligheidsanalyses. “We zien eigenlijk in elk scenario dat de baten groter zijn dan de kosten, dus ook in het geval dat er erg conservatieve uitgangspunten zijn gehanteerd, bijv. als het gaat om de shift van auto naar fiets+ov.” In sommige gevallen liepen de baten op tot 2,5 keer de kosten, wat dus een duidelijk maatschappelijk verantwoorde investering betekent. “In Nederland zien we dat er sowieso al veel gefietst wordt, waardoor de potentie in andere landen zelfs nog veel hoger ligt”, verwacht Mbugua.

Ook Borsboom ziet daar de belangrijkste waarde van dit onderzoek: “Niet alleen om het Nederlandse fiets+ov-systeem verder toe te passen en te verbeteren, maar juist om andere landen te helpen om dit soort systemen op poten te zetten.” Wat Mbugua betreft mag Nederland wel wat trotser zijn op het bestaande fiets+ov-systeem. Verbeteringen ziet ze vooral op het niveau van hoogwaardige bus- en lightrailverbindingen, waar de deelfiets nog nauwelijks een rol speelt. “De potentie om het succes ook in het buitenland toe te passen is groot, maar aandacht voor verkeersveiligheid is cruciaal. Veilig fietsen is elders op de wereld helaas niet overal vanzelfsprekend”, sluit ze af.

Het hele onderzoek is te lezen viadeze link.