Energiehubs zijn er in de praktijk nog niet. Veel stakeholders denken dat wetgeving in de weg zit, terwijl dat misschien helemaal niet altijd zo is. Tijdens de Rondetafel ‘Energiehubs’ wordt opgeroepen om een integrale kennistafel over energie op hubs in het leven te roepen, in de vorm van een Energiealliantie, en een pilotgebied aan te wijzen om te experimenteren.
Energiealliantie nodig voor hubontwikkeling
Dat zijn conclusies van de Rondetafelbijeenkomst over de ‘Kansen en beperkingen van energiehubs’. Gespreksleider Rogier Pennings (Stevin) verwelkomde Leo Vliegenthart (RET), Sanne van Breukelen (Vervoerregio Amsterdam / DOVA), Paul Broos (ElaadNL), Meinoud Hehenkamp en Elise van Dijk (ACM), Mark Bolech (TNO) en Ferry Smith (Mobiliteitsalliantie) op 8 september op het hoofdkantoor van Stevin in Bussum aan tafel.
Juridische hobbels
Technisch gezien is een energiehub prima te realiseren, trappen Vliegenthart en Van Breukelen het gesprek af. Dat er nog geen is, komt volgens hen omdat de wetgeving niet meer van deze tijd is, stellen zij: “De wereld is niet meer hetzelfde als 20 jaar geleden. Daarom moet de vorm soms veranderen. De netbeheerder kan nu alleen reactief handelen, maar zou eigenlijk proactief moeten kunnen werken.”
Zo constateert Broos dat proactief investeren in netuitbreidingen voor netbeheerders in de praktijk moeilijk is; zij moeten eerst voldoende zekerheid hebben dat de aan te leggen netcapaciteit gebruikt zal gaan worden. Bovendien mogen netbeheerders niet investeren in energieopslag. Van Breukelen voegt toe dat netbeheerders ook mee zouden kunnen denken, als de klant een energie-aanvraag doet. “Bijvoorbeeld door te adviseren niet een nieuwe aansluiting te nemen, maar een aansluiting te delen of een batterij te plaatsen. Dan benut je de restcapaciteit beter.”
Problemen op knooppunten
Een ander voorbeeld is dat in een gesloten distributiesysteem vaak één stakeholder te hoofdaansluiting beheert en de stroom moet verdelen. Maar op knooppunten waar meerdere vervoerders samenkomen om hun bussen te laden, kan dat voor problemen zorgen. Van Breukelen: “Gunnen ze elkaar om de stroom te delen? En wat gebeurt er als alle bussen samen nét teveel stroom verbruiken in de pieken?”
Bij Vliegenthart speelt deze kwestie ook: “Wij hebben in Rotterdam een aansluiting van 10 mva (megavoltampere), maar dat gebruiken we helemaal niet de hele dag. Maar als je nou op één moment 10.8 mva nodig hebt, moet je formeel een hogere, extra aansluiting nemen van de netbeheerder.”
Die vraag is te tackelen, door bijvoorbeeld stroom vanuit bepaalde netaansluitingen waar de stroom niet volledig wordt gebruikt, door te lussen naar die knooppunten waar de stroom wel nodig is. “Dan kan je veel slimmer omgaan met de energievraag”, stelt Van Breukelen. En Vliegenthart: “Die extra 0.1 mva kan je ook opvangen in een batterij of smart grid.”
Wel vraagt Vliegenthart zich af wat er gebeurt als één vervoerder de regisseur is en de voeding uitvalt. “Dan kan hij niet laden en dus niet rijden en kan de opdrachtgever een boete opleggen. Maar als je de stroom niet kunt doorleveren naar de andere vervoerders, kunnen die ook niet rijden. Eigenlijk is leveringszekerheid nodig: dat kan via een alternatieve voeding en goede afspraken met elkaar.”
Meer mogelijk dan je denkt
Volgens de ACM is er juridisch soms meer mogelijk dan menigeen denkt, bijvoorbeeld rond aansluitingen en doorlevering van stroom. Van Dijk: “Voor levering, en dus ook doorlevering aan kleinverbruikers is een vergunning nodig. Maar voor levering aan grootverbruikers geldt dat niet. Daarvoor maken partijen samen contractuele afspraken. ” En Hehenkamp: “Het is erg jammer als ontwikkelingen en innovaties niet van de grond komen, doordat partijen denken dat iets niet mag terwijl regelgeving geen probleem vormt. De ACM staat open om vragen en signalen over dit soort zaken te ontvangen. Als partijen wel tegen regelgeving aanlopen horen we dat graag. Wij kunnen dat vervolgens bespreken met het ministerie van Economische Zaken.”
Een centrale tafel waar zulke vragen terechtkomen is er niet, begrijpt Ferry Smith. En die zou er wel kunnen komen, om alle stakeholders verder te helpen en om kennis te kunnen delen met elkaar. Wie zo’n initiatief moet trekken? “Als je naar de publieke kant kijkt, kan je lang wachten. De markt kan ook zelf de regie pakken.”
Energiealliantie?
Een overkoepelende visie op energiehubs ontbreekt, merkt Broos scherp op. En ook de vraag wie de regie voert, blijft onbeantwoord. Iets dat vooral op knooppunten waar veel stakeholders samenkomen wel van belang is, weet Van Breukelen. Smith: “Het is belangrijk om van iedere stakeholder de argumenten bij elkaar te brengen en gemeenschappelijke doelen te formuleren. Je hebt een bruggenbouwer nodig, die boven de individuele deelbelangen staat en een stakeholdersanalyse uitvoert. Dan voorkom je dat je té afhankelijk raakt van de Rijksoverheid”.
Is een soort Energiealliantie, een integrale kennistafel over Energie, wellicht de toekomst, vraagt gespreksleider Pennings zich af. De aanwezigen voelen daar wel wat voor. Smith: “Als je dit wilt regelen, heb je een platform nodig waar ideeënuitwisseling plaatsvindt en heb je een integrale blik nodig. Maak het niet te groot, creëer werkgroepen en koppel ook vooral andere beleidsterreinen aan.”
Living lab
Van Breukelen zou vanuit die Energiealliantie dan ook graag een soort living lab ontwikkelen, om te kunnen experimenteren met bepaalde (technische en financiële) vraagstukken. Bijvoorbeeld met smart grids. Vliegenthart: “De voordelen zijn enorm, want je kunt energie slim delen met de andere stakeholders, die hun stroom op andere momenten nodig hebben. Maar momenteel ontbreken de kennis en kunde bij veel partijen nog. En wie neemt de verantwoordelijkheid op zich?”
Van Breukelen vervolgt: “Daarom wil je eerst experimenteren: waar loop je tegenaan qua techniek, samenwerking, governance, ict en data. De volgende stap is dan de wetgeving. Door te kijken naar wat er niet kan, maar ook vooral naar wat dan wel!” Vliegenthart wil dat op zo’n living lab ook aandacht wordt besteedt aan cybersecurity en het delen van informatie. “Bedrijfsgevoelige informatie wil je niet delen. Als vervoerder wil je niet al je data delen met mogelijk toekomstige concurrenten.”
Volgens Smith gaat het erom om de balans te vinden tussen welke data je wel en niet kan en wilt delen. “Als je weet wie er aan de coalitie willen deelnemen en willen investeren, dan creëer je ook wederzijds respect. Als er een trusted third party tussen zit, dan gaat het snel. Je hebt wel echt voldoende volume qua deelnemers nodig.”
Financiering?
Maar dan is de grote vraag: hoe financier je zoiets? TNO-onderzoeker Bolech heeft daar wel ideeën over: “Als je in de energiesystemen de vervuilende energie hoger belast, kan je daarmee zo’n alliantie financieren. Als je daar je businesscase op maakt, volgt de rest vanzelf wel.”
Leo Vliegenthart: “In de businesscase ben je alleen afhankelijk van subsidies. Zonder subsidie kom je niet ver.” Die zoektocht naar subsidie is soms erg ingewikkeld. Binnenkort komt er wel een nieuwe experimenteerregeling. Het ministerie van EZK is daarmee bezig, vertelt Van Dijk van de ACM: “Wellicht biedt dat de ruimte die nodig is voor zo’n living lab.”
Tafel dekken
Bij het afsluitrondje, merkt Ferry Smith op dat het energievraagstuk nog complexer is dan hij dacht. Mark Bolech heeft het gevoel dat iedereen wel graag wil, maar dat er ook nog koudwatervrees is. “De energievraag is een integraal probleem en dan helpt het dat één onafhankelijke partij boven de individuele belangen staat. Iedereen wil wel graag naar zo’n integraal perspectief, maar voordat de sector zover is: dat gaat nog wel even duren, denk ik.”
Vliegenthart merkt dat iedereen graag wil en dat in ieder geval vergelijkbare gedachten zijn over hoe dit verder aan te vliegen. “Maar ik hoor ook dat nog niet alle partijen van elkaars problemen afweten. Dat vind ik verrassend, de kennis wordt dus nog niet altijd gedeeld. Zo’n kennistafel gaat daarin enorm helpen.”
Rogier Pennings, ter afsluiting: “Daarom is het belangrijk om dit samen te gaan doen, want ieder heeft zijn eigen problemen vanuit zijn eigen perspectief. We moeten nu de stappen gaan zetten om samen deze (energie)tafel te dekken.”
Een samenvatting van dit artikel is verschenen in OV-Magazine 3/2020. Wilt u OV-Magazine voortaan in print of digitaal ontvangen? Neem contact op of neem een abonnement.
Reactie toevoegen