De halteparadox – een balans tussen meer en minder haltes

vrijdag 13 oktober 2023

Afgelopen jaar was er veel aandacht voor een bekend dilemma in het ontwerp van ov-lijnen: hoeveel haltes zorgt voor het optimum voor reizigers? Tim de Ridder, student aan de TU Delft, zocht voor de Haagse vervoerder HTM naar dit optimum. “Met minder haltes kan HTM een betere kwaliteit bieden.”

In landelijk gebied lijken minder haltes (en minder lijnen) vaak verschraling van de bereikbaarheid te betekenen, maar is dat ook zo in stedelijk gebied? Of kunnen minder haltes juist leiden tot beter ov: reizigers bereiken sneller hun bestemming en de frequentie kan met gelijkblijvend budget omhoog.  

De Ridder zag dat in discussies vaak alleen naar de nadelen van minder haltes werd gekeken. “We moeten niet alleen naar de omlooptijden kijken, maar de totale reistijd van A naar B moet aantrekkelijk zijn. Dit kan betekenen dat mensen verder moeten lopen (of fietsen), maar met minder stops onderweg toch sneller op hun bestemming zijn.” Ook de kostenkant heeft invloed op reizigers, meent hij. Vervoerders kunnen met evenveel personeel en voertuigen een hogere frequentie bieden als trams sneller rijden. 

“We weten dat één vaste halte-afstand over het hele netwerk niet optimaal is,” aldus Hans van der Stok, strategisch adviseur bij HTM, ”en zijn dus op zoek naar maatwerk per type gebied, zoals de binnenstad en het buitengebied. Ook het type reizigers en verplaatsingen, bijvoorbeeld de reislengte, spelen een rol. Het onderzoek van De Ridder kan daarbij helpen.” 

Optimalisatiemodel 

De Ridder ontwikkelde een optimalisatiemodel en concludeerde dat een grotere halteafstand aan het einde van de tramlijnen niet wenselijk is. Dat geldt ook voor routes waar reizigers maar een paar haltes meereizen, zoals in de binnenstad.

Op andere locaties zijn langere halteafstanden van 500 tot 800 meter juist beter geschikt, bijvoorbeeld waar de meeste passagiers langere afstanden meerijden en veel doorgaande reizigers plezier hebben van een hogere snelheid. “Dat vereist dan wel dat het voor- en natransport tiptop geregeld is, bijvoorbeeld met fijne loop- en fietsroutes en goede voorzieningen bij haltes.” 

Het aantal tramreizigers in Den Haag kan met bijna 4 procent kan groeien, met 6 procent minder haltes

De resultaten laten zien dat het aantal tramreizigers met bijna 4 procent kan groeien - met 6 procent minder haltes. “Dat klinkt tegenstrijdig, maar de tram wordt dusdanig sneller met het herplaatsen van haltes dat juist méér mensen de tram gaan gebruiken. Ook een belangrijke conclusie is dat er zowel gebieden zijn waar het wenselijk is om meer haltes te hebben dan nu, als gebieden waar winst kan worden geboekt met minder haltes”.  

Van der Stok zet de resultaten graag in een breder perspectief: “Efficiënter maken van het openbaar vervoer is belangrijk. Maar waar veranderingen positief zijn voor de ene groep mensen, kunnen ze voor andere mensen, bijvoorbeeld die slechter ter been zijn, juist negatief uitpakken door de langere loop-/fietsafstanden. Dat vraagt iedere keer een zorgvuldige afweging.”  

Het onderzoeksrapport met gedetailleerde resultaten is te vinden op nielsvanoort.weblog.tudelft.nl.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in OV-Magazine 3/2023. Wilt u OV-Magazine voortaan op papier of digitaal ontvangen? Neem dan een abonnement. 

Meer artikelen met dit thema

Fransen mengen zich in snellaadstrijd
flash_onNieuws

Fransen mengen zich in snellaadstrijd

8 feb 2015 timer2 min

Het Franse BlueSolutions, onderdeel van de Bolloré-groep, doet haar duit in het zakje in het snelgroeiende…

Lees verder »
Na jaren strijd ríjdt de tram van Edinburgh
flash_onNieuws

Na jaren strijd ríjdt de tram van Edinburgh

20 aug 2014 timer8 min

Met drie jaar vertraging reed eind mei de eerste tram in Edinburgh de 14 kilometer lange route vanaf de…

Lees verder »