Een kijkje in de keuken bij … Daimler Buses
Wie zijn de mensen die in de ov-sector werken? En waarvoor gaat hun hart sneller kloppen? Dit keer spreken we met Mauritz van Leeuwen, de kersverse Manager Customer Services & Parts bij Daimler Buses. Twintig jaar geleden kwam hij als monteur het bedrijf binnenlopen. “Op mijn 17e liep ik het busvirus op en bij Daimler kon ik steeds een nieuwe stap zetten. Dat vind ik echt mooi.”
Afgelopen mei begon hij in zijn functie, vertelt hij vanuit zijn ‘nieuwe kantoor’ op de hoofdvestiging van Daimler Buses in Nijkerk. Dat viel wel samen met de voorbereidingen van de HTM-order van 95 eCitaro-stadsbussen en bijbehorende laadinfra. Als laadinfraspecialist werkte Van Leeuwen daaraan mee. “Dus dit is best wel een hectische periode”, erkent hij. “Ik heb nu nog een beetje een dubbelrol, maar die HTM-klus moet wel op tijd afkomen.” In 2024 gaan de e-bussen de Haagse weg op.
Kind van het bedrijf
Van Leeuwen wandelde eind jaren ’90 op 19-jarige leeftijd binnen bij het bedrijf uit Nijkerk, toen hij de Mts-opleiding Autotechniek in Apeldoorn volgde en een stageplek zocht. Nadat hij vervolgens een Hbo-opleiding Bedrijfskunde afrondde, keerde hij in 2003 terug bij EvoBus – zoals de busdivisie van Daimler destijds nog heette. “Ik kon als monteur sleutelen in de werkplaats en daarnaast ook in de technische klantendienst aan de gang. Een ideale combi.”
Na een jaar ‘promoveerde’ hij naar de buitendienst en werd aftersalesinspecteur Touringcars, waarbij hij het eerste aanspreekpunt voor klanten werd. In 2013 werd hij een klein jaartje als manager customer services in Brussel gedetacheerd, waarbij hij veelvuldig heen-en-weer reisde vanuit midden-Nederland– ‘Als ik ’s avonds thuiskwam, kon ik nog net de kinderen op bed leggen’.
Wat dat betreft kwam het niet slecht uit dat hij eind 2013 de nieuwe werkplaats in Utrecht mocht opzetten en leiden. In 2015 kreeg hij ook de werkplaats in Nijkerk onder zijn hoede. Toen de Utrechtse werkplaats in 2021 sloot, ging Van Leeuwen zich naast de werkplaats concentreren op marktconsultaties rond elektrische bussen en laadinfrastructuur. En nu is het ‘kind van het bedrijf’ dus opgeklommen tot aftersalesmanager.
Verantwoordelijk voor OMNIplus
In deze functie is Mauritz van Leeuwen verantwoordelijk voor de werkplaats in Nijkerk, het magazijn, en de technische klantendienst. Deze zaken vallen onder het merk OMNIplus, een service voor zowel Mercedes-Benz als Setrabussen. “We hebben net eCitaro’s aan HTM en Qbuzz in Groningen-Drenthe verkocht. En er komen hopelijk meer concessies bij de komende jaren, dus dan moeten er ook voldoende materiaal, onderdelen en kennis in huis zijn.”
“OMNIplus omvat ook een netwerk dat 24/7 beschikbaar is voor klanten. Als een bus problemen heeft, moeten we continu met raad en daad beschikbaar kunnen zijn. Onze dealers, zoals Louwman, Wensink en Mercedes-Benz Dealer Bedrijven helpen om het servicelevel op niveau te houden.”
“Daarnaast worden digitale services steeds belangrijker. We leveren niet alleen voertuigen die data genereren, maar ook alle systemen daaromheen. De managementsystemen moeten dan ook in orde zijn, zodat voertuigen veel slimmer en efficiënter rijden en laden. Dat doen we samen met onze partners, bijvoorbeeld voor HTM in Den Haag met ABB en IVU. Maar we kunnen met alle gerenommeerde partijen rondom laadinfra en depotmanagement samenwerken.”
De laatste jaren specialiseerde Van Leeuwen zich in elektrische bussen en laadinfrastructuur, waar veel ontwikkelingen in plaatsvinden. “Mijn technische hart gaat daar wel sneller van kloppen”, erkent hij. “Ik heb nog met Euro 2-diesels gewerkt, inmiddels is er al Euro 6. En naast batterij-elektrisch gebeurt er veel met waterstof, in Duitsland rijden al eCitaro’s met een waterstofmodule. En vehicle to grid-toepassingen zijn ook interessant, maar die leveren ook veel technische uitdagingen op. Ik ben benieuwd hoe dat zich allemaal ontwikkeld. Dat maakt het een mooi tijdperk.”
Van moersleutel tot maatpak
Mist de kersverse manager het eigenlijk niet om aan de bussen zelf te sleutelen? Van Leeuwen zegt van niet: “Ik heb sinds mijn Mts Autotechniek al wel een leidinggevende functie geambieerd. Daarom ben ik ook bedrijfskunde gaan studeren. In mijn huidige functie helpt het dat je weet hoe het eraan toegaat op de werkvloer. Ik kan bijvoorbeeld de technische discussies tussen monteurs volgen en hopelijk kan ik een spreekbuis van de werkvloer naar boven zijn. Maar ook andersom, want beslissingen die van bovenaf worden genomen worden niet altijd begrepen. Ik kan proberen die vertaalslag te maken en beslissingen uit te leggen. Dat is wel mooi.”
Ondertussen kampen vrijwel alle voertuigleveranciers met een tekort aan technisch geschoold personeel. Zou Van Leeuwen tijdens piekmomenten nog willen bijspringen? “Dat zou in theorie nog kunnen, maar ik ben al erg lang uit de praktijk. Het monteursvak is de afgelopen jaren erg veranderd en ik ben al zo’n tien jaar overkoepelend bezig.”
Busvirus
Een twintigjarige carrière bij één bedrijf in diverse functies horen we vandaag de dag niet vaak meer. Waar zit hem het geheim? Van Leeuwen: “Je houdt het alleen vol als je het leuk hebt met je collega’s en er een goede sfeer is. Ik heb kansen gekregen en me kunnen door ontwikkelen, dat ging organisch zo. Maar wij zijn binnen de branche ook wel uniek. Andere leveranciers doen bussen en trucks, maar wij doen specifiek bussen en touringcars.”
“Bij Daimler is de busdivisie een klein bedrijfsonderdeel binnen een Europees opererend mobiliteitsbedrijf. EvoBus – zoals het tot afgelopen juli heette – was echt een merk waarmee je je identificeerde: samen werk je aan één eindproduct. Binnen de ov-wereld is EvoBus een bekende naam, maar daarbuiten niet. Daimler Truck en EvoBus waren twee divisies. Voor de herkenbaarheid en eenduidigheid heten we daarom mi Daimler Buses.”
Noem Mauritz van Leeuwen daarom gerust een ‘bussenman’. “Sinds mijn 17e ben ik al aan bussen aan het sleutelen en destijds heb ik het busvirus opgelopen. Een rasechte truckmonteur heeft veel minder met bussen. Voordeel van een truck is dat je de cabine kan kantelen, bij bussen gaat dat niet en moet je er uitdaging in zien om de klus toch gedaan te krijgen onder de gegeven omstandigheden. Dat wijkt af van de mainstream en dat vind ik mooi.”