Nederland zou 14 regio’s moeten krijgen die samen 5,7 miljard euro per jaar kunnen besteden aan regionale mobiliteit, waarvan de helft aan openbaar vervoer.
'Geef regio eigen ov-budget en meer lokaal geld'
Dat stelt Herman Wilmer, adviseur mobiliteit en overheidsorganisatie.
Die 5,7 miljard euro komt uit drie bronnen. Ten eerste 1,9 miljard van de Brede Doeluitkering van het Rijk aan de regio’s. Wilmer stelt voor die jaarlijkse BDU te fixeren op 0,75 procent van de rijksbegroting in het jaar ervoor. Dan weten de regio’s waar ze aan toe zijn. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu mag zich niet meer bemoeien met de regionale uitgaven. Wel kan het Rijk meebetalen aan regionale infrastructuur als dat ook een nationaal belang dient.
Ten tweede komt 1,5 miljard uit de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting. En ten derde kunnen regio’s van gemeenten eisen dat zij meebetalen aan regionale mobiliteit. Gemeenten zouden hun 2,3 miljard aan onroerendezaakbelasting in grondgebonden investeringen moeten steken, zoals infrastructuur voor hoogwaardig ov.
In deze nieuwe opzet kunnen regio’s sneller besluiten nemen, zijn ze minder afhankelijk van de grillen van het Rijk, stijgen de investeringen in infrastructuur en dalen – door snellere omlopen van het ov-materieel – de lasten van de exploitatie. De totale belastingdruk voor de burger blijft gelijk.
Aanleiding voor het voorstel van Wilmer is dat er te weinig geld is voor regionale projecten, waardoor nieuwe tram- en lightraillijnen in Nederland moeizaam of niet van de grond komen. In landen met regionale financiering, zoals Duitsland en Frankrijk, komen dat soort projecten veel sneller en gemakkelijker tot stand.
Wilmer gaat uit van 14 regio’s. Hoe dichter bevolkt en stedelijker de regio’s, hoe meer geld zij ontvangen van het Rijk. De metropoolregio’s Amsterdam en Rotterdam-Den Haag krijgen relatief het meeste uit de pot. Daar is meer kostbare infra nodig en de exploitatie van het ov is er duurder.
Dan volgen de sterk verstedelijkte regio’s Midden-Holland-Utrecht, Noord-Brabant, Arnhem-Nijmegen, Twente, Zuid-Limburg en Groningen-Assen.
Het minst krijgen de regio’s overig Gelderland-Overijssel, Groningen-Drenthe, Noord-Limburg, Flevoland-Noorderkwartier, Friesland en Zeeland.
Meer artikelen met dit thema
Balanceren tussen sociale en technische bereikbaarheid
9 okt 2023De rol van traditioneel ov in Nederland (per bus, trein, tram en metro) verandert. Recente projecten en…
Geen geïnteresseerden in busconcessie Zeeland
5 okt 2023In december 2024 loopt de huidige busconcessie van Connexxion in Zeeland af. Dat betekent dat vervoerders zich…
Opmerkelijke keuzes rond nieuwe Hrn-concessie
8 sep 2023De demissionaire regering heeft op een aantal punten opmerkelijke keuzes gemaakt rond de voorgestelde…
Minder bushaltes alléén niet gelijk aan minder bereikbaarheid
14 aug 2023Dat steeds meer bushaltes verdwijnen is een feit. Maar dat betekent niet per se dat de bereikbaarheid…
Railforum zoekt ov-organisaties voor Raildagen
20 jul 2023Al meer dan veertig ov-organisaties meldden zich aan, om op vrijdag 15 en zaterdag…
Spoor 25 jaar geleden gedecentraliseerd
2 jun 2023Het eerste gedecentraliseerde spoortraject van Nederland bestaat 25 jaar. In 1998 ging Oostnet, de voorganger…
Ov-sector vreest 15% afschaling en vraagt Kamer om actie
19 mei 2023Als de Tweede Kamer niet ingrijpt, dreigt het ov-aanbod tot 2025 met 10 tot 15 procent af te nemen. Dat staat…
Vervoerregio Amsterdam geeft gratis ov-kaarten aan lage inkomens
8 mei 2023In de regio Amsterdam is het nu mogelijk om acht gratis ov-kaarten aan te vragen per adres voor mensen die deze…
Reactie toevoegen