Permanente structuur chipkaart is trekken aan dood paard

Wel is er een nieuw overleg: het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB). Dat nieuwe NOVB is een breder overleg dan het bestaande Regionaal Openbaar Vervoer Beraad van de negentien decentrale overheden en de regionale vervoerders. Want in het nieuwe NOVB zitten ook de twee landelijke hoofdrolspelers: het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) als twintigste ov-autoriteit en NS als exploitant van het hoofdrailnet.

Anders dan de beoogde permanente structuur krijgt het NOVB geen ‘doorzettingsmacht’; als er geen consensus is, kan het geen knopen doorhakken. Zowel overheden als vervoerders blijken huiverig om een stukje van hun autonomie in te leveren, zeker als er financiële belangen in het spel zijn. Ook de positie van het chipkaartconsortium Trans Link Systems maakt het ingewikkeld. Consumentenclubs zijn niet blij met het NOVB als tandeloze tijger. Want diverse problemen rond de OV-chipkaart, zoals abonnementsvormen, klachtenafhandeling, paaltjesbos en tarievenwoud, vragen om landelijke oplossingen.

Meijdam adviseerde in april 2012 om voor dat doel een permanente structuur op te richten. De permanente structuur had er eerst op 1 oktober 2012 en later 1 januari 2013 moeten zijn. Meijdam beschouwt zijn opdracht nu als beëindigd. In zijn brief staat het niet met zoveel woorden, maar hij wil niet langer trekken aan een dood paard. IenM heeft nog niet gemeld aan de Tweede Kamer dat Meijdam ermee is opgehouden.

De bal ligt nu bij staatssecretaris Mansveld van IenM. De motie-Haverkamp van juli 2012 is duidelijk: als het vóór 1 oktober 2012 niet ‘goedschiks’ lukt om met een permanente structuur de OV-chipkaart aan te sturen, dan moet de regering besluitvorming maar ‘kwaadschiks’ afdwingen, via een wijziging van de Wet personenvervoer 2000.