Regionale spoorlijnen scoren het laagst

Dit zijn de meest opvallende resultaten uit de OV-Klantenbarometer 2014, het jaarlijkse reizigersonderzoek van CROW-KpVV. De bureaus I&O Research en inno-V namen eind 2014 enquêtes af onder 91.868 reizigers in 73 concessiegebieden.

Het gemiddelde rapportcijfer voor regionaal openbaar vervoer is een 7,5. Dat is 0,1 hoger dan een jaar eerder. De 17 onderzochte (bundels van) regionale spoorlijnen daalden daarentegen van gemiddeld een 7,4 naar een 7,3. De Valleilijn (Amersfoort–Ede-Wageningen) van Connexxion blijft met een 7,7 de beste treindienst. Drager van de rode lantaren is de Maaslijn (Nijmegen–Roermond) van Veolia. Opvallend is dat vier van de vijf laagste scorende concessies regionale treindiensten zijn:

De Maaslijn is de enige concessie die onder de 7 blijft steken. Alles wat te maken heeft met de Wadden en water scoort altijd hoog. De top-5 van 2014:

Het beste streekvervoer vinden we dit jaar in de Zaanstreek (met een 7,8 voor Connexxion). De provincie Noord-Holland is de ov-autoriteit met het hoogste gemiddelde cijfer: een 7,7. Het minste streekvervoer rijdt volgens de reizigers in Rivierenland (een 7,1 voor Arriva). Het beste stadsvervoer krijg je in Apeldoorn: een 8,0 voor Syntus. Opvallend zijn de hogere cijfers voor het stadsvervoer van de RET in Rotterdam. Bij de tram stijgt het cijfer voor het zesde jaar: van een 7,6 naar een 7,7. Ook de bus stijgt opnieuw, van een 7,5 naar een 7,7. Metro en RandstadRail houden hun 7,5.

Grootste klimmers zijn de stadsdienst Utrecht: van een 7,1 (GVU) naar een 7,5 (Qbuzz) en de stadsbus Lelystad van Arriva: van een 7,2 naar een 7,6. Het veer Vlissingen–Breskens komt weer terug van een 7,2 in 2013 naar de 7,6 die het in 2012 ook had. Grootste daler is de regionale trein Zwolle–Kampen van NS: van een 7,8 naar een 7,5.

Hoge cijfers
“Niet eerder zijn er zo weinig lage rapportcijfers”, meldt CROW-KpVV. In 2004 gaven reizigers voor 32 procent van de vervoergebieden een 7,0 of lager. In 2014 is dat slechts 1 procent. Zo’n zelfde verschuiving zie je bij de hoge cijfers. In 2004 kreeg 3 procent van de vervoergebieden een 7,6 of hoger, terwijl dat nu 42 procent is.

Reizigers zijn het meest positief over het gemak bij het instappen (een 8,5), het vinden van een zitplaats (een 8,4) en sociale veiligheid tijdens de rit (een 8,0). Onvoldoendes blijven ze geven voor het tarief (een 5,1) en informatie bij vertraging (een 5,3).

Beleving
Eind 2014 is voor het eerst de beleving van het openbaar vervoer gemeten. Reizigers vinden het ov weinig sfeervol en redelijk comfortabel:

Hoe jonger de reizigers zijn, hoe lager hun cijfers voor beleving. De Amsterdamse metro van GVB komst als het kilst en meest ongezellig uit de bus. En de Maaslijn van Veolia als het drukst, meest inefficiënt en meest oncomfortabel. Het ov op de Wadden en over water (inclusief Vlissingen–Breskens van Veolia) is wel gezellig, sfeervol, comfortabel en efficiënt.

Alle rapporten en een webtool zijn te vinden op crow.nl/ov-klantenbarometer2014 en op ovklantenbarometer.nl.

Lees ook: NS zakt naar de laagste plaats.