RET en MRDH willen druktedata graag delen

Maurice Unck: "Dankzij corona práten we niet meer alleen over samenwerking, maar dóen we het ook echt. Die drukte-indicator was ineens binnen enkele maanden geregeld."

De drie stadsvervoerders RET, GVB en HTM lanceerden in oktober gezamenlijk een drukte-indicator, waarmee reizigers inzicht krijgen in de voorspelde drukte in voertuigen, op basis van historische data.

De ontwikkeling van de drukte-indicator was al in het pre-coronatijdperk gestart, begint Unck, toen reizigers nog ‘als sardientjes in een blik’ zaten. “We zouden in de knel komen. Maar als reizigers weten wanneer het druk is en wanneer niet, maakt men bewuster een keuze, was onze gedachte.”

Bruikbaar voor nu en de toekomst

En toen kwam corona. Maar dat betekent niet dat de ontwikkeling spaak liep. Integendeel, hij werd juist versneld. Want de drukte-indicator is juist nú van belang, vervolgt Unck. “Hij helpt reizigers nu om drukte te mijden en dat geeft ze een veiliger gevoel. En op de langere termijn helpt het, door bij te dragen aan spreiding van grote reizigersstromen over de dag. Want als de beperkingen eraf gaan, wordt het weer veel drukker in de grote steden.”

Christel Mourik: "Als we efficiënter leren inspelen op de veranderende klantvraag, hebben we echt goud in handen.”

“Ondanks dat het oorspronkelijke doel anders was, is het ook nu erg handig”, vervolgt Mourik. In het huidige en post-coronatijdperk gaan reizigers veel bewuster en daardoor op andere tijden reizen. “Dat betekent dat mensen het vervoermiddel pakken dat op dat moment het beste bij hen past. Natuurlijk willen we mensen hier vooral mee gaan spreiden.”

Open data

Christel Mourik: "We bieden alle data open source aan. Het is dan aan de whizzkids om dat verder te ontwikkelen."

De drukte-indicator wordt niet alleen geïmplementeerd in de apps van de drie stadsvervoerders, maar kan in elke app worden gebruikt. Unck: “Als andere partijen de indicator ook in hun app willen, moet dat kunnen. We willen de API graag delen. Dit sluit aan op ons toekomstbeeld rondom MaaS. Zo ontwikkelen we met de publieke vervoerders ook het MaaS-platform RiVier, waar zoveel mogelijk mobiliteitsaanbieders op kunnen inpluggen en waarbij de reiziger uiteindelijk via de smartphone moet kunnen plannen, boeken en betalen.”

Mourik onderstreept deze ambitie: “Wij hoeven niet voor reizigers in te vullen welke app zij gebruiken. Daarom bieden we alle data open source aan. Het is dan aan de whizzkids om dat verder te ontwikkelen. Het liefst willen we dat reizigers hun hele reis in één app kunnen plannen.”

Erfenis van corona

De MRDH is erg te spreken over de succesvolle samenwerking met de Amsterdamse collega’s, vervolgt Mourik. “Als stedelijke regio’s hebben we met gelijksoortige opgaven te kampen, daarom moeten we uit onze eigen toko kruipen en samenwerken. De coronacrisis versnelt dat proces. Als we efficiënter leren inspelen op de veranderende klantvraag, hebben we echt goud in handen.”

Unck: “De huidige crisis doet pijn, maar we moeten vooruit blijven kijken. Anders zitten we over drie jaar weer op hetzelfde niveau als voor de crisis. Dankzij corona práten we niet meer alleen over samenwerking, maar dóen we het ook echt. Die drukte-indicator was ineens binnen enkele maanden geregeld. Ik heb ook tegen HTM en GVB gezegd dat we dit moeten vasthouden.”

Mourik sluit af: “Als regio zijn we heel blij, maar wat we écht nodig hebben is landelijke dekking. Zodat we over 50 jaar op deze periode kunnen terugkijken en kunnen denken: ‘Ze hebben toen niet op hun handen gezeten. Het ov is toen klaargestoomd voor de toekomst’.”

Dit artikel is eerder verschenen in OV-Magazine 4-2020. Wilt u OV-Magazine voortaan in print of digitaal ontvangen? Neem contact op of neem een abonnement.