Mobility as a Service (MaaS) is afgelopen jaren herhaaldelijk als dé oplossing voor files en emissies gepresenteerd. Het afstudeeronderzoek van Robin Knijn (Transport, Infrastructuur en Logistiek aan de TU Delft) laat zien dat als we naar mogelijke gebruikers van MaaS kijken, er nog een lange weg te gaan is. Ze onderzocht in samenwerking met Goudappel Coffeng de bekendheid en bereidheid voor gebruik onder forensen.
MaaS: onbekend maakt onbemind?
“Met MaaS kun je een deur-tot-deur trip plannen, boeken en betalen in één app,” licht Knijn toe, ”De verwachtingen van MaaS zijn hoog. Doel van MaaS is het ontzorgen van de reizigers, wat kan leiden tot minder auto-afhankelijkheid en daardoor minder files, efficiënter ruimtegebruik, hogere verkeersveiligheid en minder luchtvervuiling.”
Er zijn veel publicaties en congressen die dit verhaal vertellen. Echter is er relatief weinig aandacht voor de potentiële gebruikers en hun keuzegedrag. Daarnaast tonen bedrijven interesse in het veranderen van reiskostenvergoeding voor hun werknemers. Dit bracht Knijn er toe om te onderzoeken wat de gebruiker verwacht van MaaS en of en onder welke omstandigheden ze het zouden gebruiken.
Beperkte interesse
Door middel van een vragenlijst onder een representatief deel van de werkzame Nederlandse bevolking is inzicht verkregen in de interesse om MaaS te gebruiken voor woon-werkverkeer. De werknemers gaven aan in hoeverre zij van plan zijn om MaaS te gebruiken in verschillende scenario’s, bijvoorbeeld met of zonder reiskostenvergoeding.
In de mobiliteitswereld is MaaS een veelbesproken begrip, maar onder de panelleden was dit zeker niet het geval. Maar 12 procent van de werknemers had, voordat ze meededen aan het onderzoek, al eens van MaaS gehoord. De resultaten laten ook zien dat slechts 12 procent van de werknemers zich volledig door de werkgever gestimuleerd voelt om duurzaam te forensen.
Clusters
Met latent class cluster analyse zijn groepen werknemers geïdentificeerd op basis van overeenkomstige reisgedrag en -voorkeuren. Grofweg zijn er drie clusters te onderscheiden die met name variëren in de voorkeur en gebruik van de eigen auto (39 procent), de lease-auto (19 procent) en de combinatie van vervoermiddelen, inclusief fiets en ov (42 procent).
Over het algemeen is de interesse in MaaS laag. Zo’n 40 procent van de werknemers toont totaal geen interesse en ongeveer 31 procent geeft aan niet te weten of het MaaS gaat gebruiken. De overige 29 procent toon interesse om MaaS te gebruiken voor woon-werkverkeer, waarbij 6 procent daar zeker van is. Zo’n 31 procent van het 'lease-auto'-cluster staat open voor MaaS-gebruik, tegenover 9 procent van het 'eigen auto'-cluster. Dit aandeel stijgt ook maar beperkt (tot 12 procent) als de kosten voor MaaS vergoed zouden worden en die voor de eigen auto niet. Er zijn dus zeker ook andere barrières.
De werknemers die het meest geïnteresseerd zijn, kenmerken zich met name door hun milieubewustzijn, hechten beperkte waarde aan de eigen auto en reizen frequent multimodaal. Knijn: “Hoogstwaarschijnlijk zijn dit reizigers die nu al regelmatig met het openbaar vervoer reizen. Ik verwacht dat de eerste MaaS-gebruikers hetzelfde reisgedrag zullen vertonen, alleen dan nu via de MaaS-applicatie.”
Holy grail
Het onderzoek dempt mogelijk het enthousiasme over MaaS. “MaaS wordt vaak als de 'holy grail' gezien in het oplossen van mobiliteitgerelateerde vraagstukken in de brede zin,” aldus Arthur Scheltes van Goudappel Coffeng. "Dit onderzoek toont aan dat een sectorale aanpak cruciaal is om te voorkomen dat de attitudes van de daadwerkelijke reizigers 'vergeten' worden. Daarmee zijn deze inzichten zeer waardevol en bruikbaar voor een succesvolle uitrol. MaaS is hoogstwaarschijnlijk een fijne toevoeging voor de potentiële gebruikers. Tevreden gebruikers kunnen vervolgens andere inspireren om de keuze voor een vervoermiddel te heroverwegen. Een aantal minder mensen in de auto is een begin en kan al voor bijvoorbeeld minder file zorgen.“
Tot slot zou ook de Coronacrisis, die uitbrak ná dit onderzoek, een nieuwe dimensie aan MaaS kunnen geven, nu de discussie oplaait over het reserveren in het ov. MaaS zou die functionaliteit, net als bijvoorbeeld een drukte-indicatie in het ov en bij deelfietsstations, prima moeten kunnen vervullen. Blijft wel dat dat alleen gebeurt als de reiziger het echt wil gebruiken. En die is voorlopig nog lang niet zo bekend met MaaS als de gemiddelde mobiliteitsprofessional.
Alle resultaten zijn hier te lezen.
Dit artikel verschijnt in OV-Magazine 2/2020. Wilt u OV-Magazine voortaan in print of digitaal ontvangen? Neem contact op of neem een abonnement.
Meer artikelen met dit thema
Wegen ‘versporen’ voor Publieke Mobiliteit?
1 mei om 13:11 uurJe kunt een auto, boot of vliegtuig kopen en daarmee zelf rijden, varen of vliegen. Maar een trein kopen en…
Arriva geeft boost aan flexibele Vlinder
23 okt 2023De flexibele halte tot halte-dienst van Arriva, de Vlinder, is in een nieuw jasje gestoken. Het kent…
Werken aan publieke mobiliteit
24 jul 2023In de huidige mobiliteitswereld is de term openbaar vervoer toe aan een upgrade, schrijft Mobycon-adviseur…
Kansen en kennisvragen rond automatisering ov-diensten
30 jun 2023Het is allang niet meer de vraag óf geautomatiseerd rijden mogelijk is, maar hooguit wanneer het gemeengoed…
Bus rapid transit broodnodig
9 jun 2023Naast ons kantoor in Hilversum ligt een gloednieuwe busbaan. Inwoners van ’t Gooi reizen via deze baan snel…
Kabelbaanvervoer: hoe serieus moeten we dat nemen?
2 jun 2023Een kabelbaan is een exoot in ov-land, vaak als proefballon gebruikt en iets waar snel lacherig over gedaan…
In vier stappen meer grip op mobiliteitsarmoede
9 feb 2023Hoewel de aandacht voor mobiliteitsarmoede groeit, experimenteren overheden nog hoe ze ermee moeten omgaan.…
Is de hype van MaaS voorbij?
7 nov 2022De landelijke MaaS-pilots lopen ten einde en lijken, mede door corona, niet te hebben bereikt waarop de sector…
Reactie toevoegen