NS en ÖBB flirten over nachttrein A'dam

Het hangt volgens Boon namelijk af van een aantal factoren. “We moeten een businesscase maken, collega’s opleiden, de treinen toelaten op het net, we hebben opstartcapaciteit nodig. Noem maar op. Het is dus geen voorbehoud, maar zoiets kost gewoon tijd.” Bij Eurostar en Thalys is dat ook het geval.

In de lift
Er is NS veel aan gelegen om de nachttrein in ere te herstellen, nadat Deutsche Bahn in augustus 2016 de stekker uit het nachttreinnet trok. Het internationale treinverkeer zit in de lift en dat merkt NS International: steeds meer consumenten verkiezen de trein boven het vliegtuig, zegt Boon.

NS meet maandelijks de stemming onder de reizigers in een marktbarometer. “Het aantal internationale reizigers dat de trein overweegt als vervoermiddel, schommelde altijd rond de 30 procent. In mei was dat 50 procent.” In een jaar tijd werden bij NS International bovendien 15 tot 20 procent meer tickets verkocht, vertelt Boon.

Met de Eurostar naar Londen, de Thalys naar Lille – vanaf 2019 naar Parijs – en de ICE naar Frankfurt heeft NS al genoeg voorbeelden van goedlopende internationale treinverbindingen. “Dus dan weet je eigenlijk al: de businesscase gaat bij toekomstige internationale reizen ook goed lopen.“

Rollend materieel
In december 2017 hintte ÖBB-woordvoerder Bernhard Rieder nog op een samenwerking, als Nederlandse partners het rollend materieel leveren. Dat gaat NS niet doen, zegt Boon. “Wij zijn niet gespecialiseerd in nachttreinen, de ÖBB heeft er al een boel van rondrijden. Die kan dat beter." Maar, benadrukt hij, de gesprekken zijn gestart. “We moeten er samen het beste van maken.”