Onbewaakte overweg nadert einde

Volgens president directeur Pier Eringa van ProRail is de onbewaakte overgang niet meer van deze tijd, zo laat hij weten op de website van ProRail. Na het laatste ongeval in Winsum in 2016 hebben ProRail en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangegeven dat er sneller actie moet worden ondernomen.

Het merendeel van de onbewaakte overgangen bevindt zich in het oosten van Nederland. Omdat er nog relatief overwegen zijn zonder slagbomen, is niet iedere verkeersdeelnemer hiermee bekend. “Dat is extra gevaarlijk”, stelt Eringa. “Daarom willen we zo snel mogelijk van deze onbewaakte overgangen af.”

Prorail heeft de voorkeur de overwegen op te heffen en weggebruikers om te leiden naar een ongelijkvloerse kruising of een reeds bestaande beveiligde weg. Wanneer dit niet mogelijk blijkt, wordt de onbeveiligde overweg alsnog voorzien van slagbomen, bellen en knipperlichten. In een samenwerking van ProRail met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is een programma opgezet dat loopt tot 2028. Het ministerie heeft hiervoor 25 miljoen beschikbaar gesteld.

De Adviesgroep Infrastructuur en Recreatie, een groep namens Wandelnet, de Fietsersbond, ANWB, Stichting Landelijk Fietsplatform  en NOC*NSF, wil het liefst dat een deel van de onbewaakte overgangen behouden blijft. Het samenwerkingsverband heeft daarop het recreatief belang van de 123 onbewaakte spoorwegovergangen in kaart gebracht (.pdf). Hiermee willen ze inzichtelijk maken welke overwegen voor recreanten zo belangrijk zijn dat ze volgens hen niet mogen verdwijnen. Ze zouden de mooiste stukjes van Nederland met elkaar verbinden. De veiligheid kan worden gegarandeerd door bijvoorbeeld een brug of tunnel aan te leggen.