Tram strandt vóór station Maastricht

De gemeente en de provincie Limburg hebben vorige week besloten om het komende half jaar aanvullend onderzoek te doen naar twee alternatieve eindpunten van de tram, bij de Boschstraat en Mosae Forum, aan de westkant van de Wilhelminabrug. Toen afgelopen zomer bleek dat de kosten opliepen, besloten de overheden tot 'een review'. Uit het onderzoek kwam een kostenoverschrijding van 20 tot 40 miljoen euro.

De gemeente Maastricht en de provincie Limburg hebben de aanleg van het Nederlandse tracé tot station Maastricht vastgelegd op 62,5 miljoen euro. Met de extra maatregelen die nodig zijn, gaat de investering richting 100 miljoen. Niet voorzien waren aanpassingen aan de Maasboulevardtunnel, Bassinbrug en met name de Wilhelminabrug. Maar ook de kosten voor flora en fauna, archeologie en rioleringen vallen hoger uit. De post beheer en onderhoud stijgt van jaarlijks 8 ton naar ruim 2 miljoen.

De meerkosten uit de review komen niet uit de lucht vallen. Zo concludeert Movares al in 2007 dat delen van de Wilhelminabrug niet sterk genoeg zijn om een tram te dragen. In 2008 waarschuwt Goudappel Coffeng dat inpassing van het traject Maasboulevard–Wilhelminabrug onzeker en lastig is. En in 2012 rapporteert Arcadis dat het dak van de Maasboulevardtunnel te weinig draagkracht heeft en deels vervangen moet worden. Ook moet de vork van de Wilhelminabrug worden verbreed en versterkt.

De vork van de Wilhelminabrug moet worden verbreed en verstrekt.

Uit de recente review van Antea blijkt nu dat de hele Wilhelminabrug moet worden versterkt. Daarnaast zijn er oneffenheden in de brug. Opvulling daarvan zorgt voor hoogteverschil bij de aanlanding van de brug op de westelijke Maasoever. Voor de combinatie van hoogteverschillen en bochten is nog geen technische oplossing gevonden. Overigens moet de Wilhelminabrug ook nog worden verhoogd in het kader van de Europese richtlijn voor containerbinnenvaart. Wanneer dat gaat gebeuren is nog niet bekend.

De vraag rijst waarom de bottlenecks niet eerder grondig zijn onderzocht, vóór de ondertekening van de overeenkomsten met de Vlaamse overheden in 2011 en 2014. Burgemeester Marino Keulen van het Vlaams-Limburgse Lanaken maakte zich eind januari boos over zoveel ‘amateurisme’ bij de stuurgroep Tram Vlaanderen Maastricht, bestaande uit vertegenwoordigers van Maastricht en de provincie Limburg. Hij wilde desnoods een schadevergoeding als de Nederlandse partners hun afspraken niet nakomen.

Een maand later na uitleg van de stuurgroep is Keulen milder gestemd. Hij verzoent zich met een eindhalte vóór de Maas als ‘tijdelijke oplossing’. Wat Keulen betreft wordt de tijdelijkheid van de situatie vastgelegd in een contract, zodat Vlaanderen zicht houdt op station Maastricht als eindhalte. Op afzienbare termijn en ‘niet pas over 20 tot 30 jaar’.

[embed]https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=5RwrkoOm14o[/embed]

VVD-lijsttrekker in de Limburgse Staten Joost van den Akker is kritisch over de ontstane situatie. Hij verwacht een ‘heel zwaar debat’ in het Limburgs Parlement als de tram bij de Maas eindigt. "Passagiers die naar het station willen moeten dan met de bus of te voet verder. Je moet je afvragen of dat een investering van tientallen miljoenen euro's waard is."

Provinciale Staten hebben het dagelijks bestuur in een motie opgedragen te onderzoeken waarom de technische en financiële problemen pas in het najaar van 2014 aan het licht zijn gekomen. Het onafhankelijk onderzoek daarnaar moet na de zomer gereed zijn. In een presentatie aan de gemeenteraad en Provinciale Staten vertelde de stuurgroep dat de nieuwe planningsaspecten een doorlooptijd hebben van twee jaar. Dan zou de tram pas in 2020 in plaats van 2018 kunnen rijden.

Rover geeft er de voorkeur aan dat de tram over de bestaande spoorbrug in Maastricht naar het station gaat rijden. Een halte bij de Wilhelminabrug vervalt dan. Dat is volgens Rover ‘de minst slechte oplossing om de voortgang van het project te garanderen en uitzichtloze en blokkerende (politieke) discussies te voorkomen.'

Spartacus
Hasselt–Maastricht is de eerste sneltramlijn uit het Vlaamse project Spartacus van De Lijn. Vlaanderen investeert 217 miljoen euro in tramsporen, fietspaden, een stelplaats en trams. De aanleg van de lijn zou dit jaar moeten starten en de exploitatie zou begin 2018 starten.

Lees ook het artikel over de tramlijn in OV-magazine uit december 2011.