'Beter ov past bij de grote uitdagingen in Nederland'

In de week voorafgaand aan de verkiezingen interviewt OV-Magazine, in samenwerking met Vervoerregio Amsterdam, kandidaat-Kamerleden van verschillende partijen met als thema ov. Dit keer: Lisa van Ginneken, kandidaat-Kamerlid namens D66.

1. Je woont zelf in Amsterdam, reis je vaak met het ov? En wat is jouw indruk van het ov-netwerk in Amsterdam en de Vervoerregio?

Ik reis graag en veel met het ov. Als ik in de trein zit en mijn ogen sluit voor een rustmomentje, of mijn laptop openklap om juist even te werken, dan denk ik aan die jaren dat ik nog veel met de auto reisde en de hele tijd op het verkeer moest letten. Ik heb veel autokilometers gemaakt, maar daar ben ik helemaal klaar mee. Vorig jaar heb ik mijn auto de deur uit gedaan. Echt zonde hoeveel ruimte al dat geparkeerde blik in de stad inneemt. Ruimte die we beter aan de mensen kunnen teruggeven in de vorm van groen, speelvoorzieningen of woningen.

In Amsterdam is een rijk en fijnmazig ov-netwerk. Ik moet zeggen dat ik de tram comfortabeler vind dan de bus, maar de bus brengt je in en rond de stad overal heen. Ik realiseer me heel goed dat ik verwend ben, want niet overal in ons land is het ov even goed geregeld. Daar is minder aanbod, zeker in de avonden en weekenden, en dit is de laatste jaren ook nog verschraald. Daar maak ik me zorgen over.

2. Wat is je favoriete vervoersmiddel?

De benenwagen. Ik loop graag door de stad, dan ervaar ik de levendigheid en sfeer van de stad het beste. Als ik geen haast heb kan ik ook best lange afstanden lopen, terwijl de bus of tram me er sneller zou brengen. Ik loop ook graag lange afstanden. Afgelopen zomer ging de Afsluitdijk, die in renovatie is, een weekend open voor fietsers en voetgangers. Daar had ik de staatssecretaris om verzocht, zodat ik deze etappe van het Zuiderzeepad kon lopen. Daarnaast heb ik er nog 14.000 mensen heel blij mee gemaakt. 

3. Welke veranderingen zijn er volgens jou en D66 nodig om het ov in Nederland een impuls te geven?

Het ov is een duurzame manier van reizen die veel minder ruimte inneemt dan de auto. Dat past heel goed bij de grote uitdagingen die we in Nederland hebben, met woningbouw, leefbaarheid, klimaat en bereikbaarheid. D66 wil daarom fors investeren in het ov. We leggen belangrijke verbindingen aan, zoals de Nedersaksenlijn, Maaslijn en IJmeerverbinding, en investeren samen met gemeenten en provincies in slimme kleine aanpassingen zoals bussluizen.

Maar aan infrastructuur alleen heb je niks. Daarom investeren we ook structureel in de Brede Doel Uitkering (de uitkering die decentrale overheden ontvangen vanuit het Rijk loopt al jaren achter vanwege een indexatieverschil, red.) en verlengen we de transitievergoeding, zodat vervoerders hun dienstregeling kunnen verbeteren. En we introduceren een Klimaatticket, waarmee iedereen voor een vast laag bedrag per maand onbeperkt buiten de spits met het ov kan reizen. Tot slot willen we provincies en vervoerregio’s helpen om toe te groeien naar een ov-systeem dat ook dunnerbevolkte gebieden goed kan bedienen. In zo’n systeem werken goede en snelle busverbindingen samen met doelgroepenvervoer, deelvervoer en vraaggestuurd vervoer.

4. Wat wil jij en D66 bereiken in Den Haag in de komende vier jaar?

De komende jaren wil ik graag doorpakken op het verbeteren en beschikbaar maken van ov en het verduurzamen van alle mobiliteit. Daarmee bouwt D66 aan de leefbaarheid van ons land en de kansengelijkheid in onze samenleving. Want als mobiliteit niet beschikbaar of betaalbaar is, dan heb je minder keuzevrijheid voor werk, school of zorg. En als mobiliteit geen rekening houdt met leefbaarheid of klimaat, tast het ook de bestaanszekerheid van mensen aan. Daar een goede balans in vinden, vind ik een mooie uitdaging.

5. Wat is een fun-fact over jou wat de lezer waarschijnlijk niet weet?

Ik kom uit een logistieke familie. Twee van mijn ooms hadden een transportbedrijf, en meerdere neven van mij werken als vrachtwagenchauffeur. Ooit ging ik als kind een dagje mee met mijn ome Nol op de vrachtwagen. Dat gevoel van vrijheid en het ontzag van de techniek van zo’n grote vrachtwagen, maakte toen grote indruk op mij. Ik denk dat toen de kiem is gelegd voor mijn huidige werk als woordvoerder Mobiliteit in de Tweede Kamer.