Daimler op st(r)oom in de energietransitie

“Als je zorgt voor een goed en kwalitatief product, dan win je de race”, vertelt Van der Bijl in een ontspannen sfeer op het Daimler-kantoor in Nijkerk. “We werken zorgvuldig en ons product is goed getest: niet alleen in Nederland, maar ook in de Sahara en de Noordpool. We hebben echt een goed doorontwikkeld product.”

De elektrische bussen vliegen nog net niet als de spreekwoordelijke zoete broodjes over de toonbank, maar de verkopen gaan gestaag door. Zo levert Daimler een dertigtal bussen aan Qbuzz en twee aan defensie voor platformvervoer in Eindhoven. De grootste blijk van vertrouwen is de order van HTM, waar Daimler maar liefst 102 elektrische bussen mag gaan leveren. “We hebben vertrouwen in de toekomst van elektrische bussen en van Daimler. Zeker in Nederland heeft ZE een enorme vlucht genomen, we zijn ook echt Europees koploper. Dat straalt ook door in de rest van Daimler in Europa. Waar ‘pré-corona’ bij onze oosterburen echt nog diesel door de aderen stroomde, zie je ook daar een verschuiving. Dat zijn kleine stroomschokjes hoor, maar er worden stappen gezet.”

“We zetten in op kwalitatief hoogwaardig materieel – er staat niet voor niets een ster op de grille”, grapt Van der Bijl. “Chauffeurs en monteurs waarderen dat ook. Als klanten het willen, kunnen we helemaal ontzorgen – ook in onderhoud of opleiding van monteurs.”

Voorspelbaarheid

Belangrijk voor de bedrijfszekerheid van bussen – en dus ook bij ZE-bussen – is de voorspelbaarheid van te plannen werkzaamheden. “We kunnen nu al zeggen hoelang een 360 duizend kilometer-beurt gaat duren over zes jaar, en we hebben het onderhoud zo makkelijk mogelijk gemaakt.”

“Als een monteur een diagnose wil stellen, hoeft hij of zij niet meer met verschillende kastjes op verschillende plekken in de bus computers uit te lezen. Dat kan met één apparaat, op één plek in de bus. Daarmee leest de monteur in één keer alle diagnostiek van de bus uit.”

Nog zoiets om de overstap naar zero emissie laagdrempelig te maken, is de herkenbaarheid van de werkplek. “We kennen de Citaro, waar alle chauffeurs al aan gewend zijn. Met de intrede van de e-Citaro is de bus en de aandrijving weliswaar anders, maar de bediening en de werkplek zijn nagenoeg hetzelfde. Dat moet als thuiskomen voelen voor de chauffeurs, die kunnen intuïtief alles vinden en hun werk fijn doen. Als de chauffeur ineens moet gaan zoeken naar knoppen of informatie, komt dat de veiligheid ook niet ten goede.”

De dieselkraan kan nog niet dicht

“Vanaf 2025 moeten alle nieuwe bussen zero emissie-bussen zijn”, vertelt Van der Bijl, “maar dan moet het elektriciteitsnetwerk dat wel aankunnen. We kennen allemaal de problemen rondom netcongestie. Je mag straks geen níeuwe dieselbussen kopen, maar het risico is dat vervoerders dan maar gebruikte bussen uit het buitenland gaan halen. Dan krijg je hier een aanwas van bussen uit bijvoorbeeld Kroatië. De politieke keuzes die daarin gemaakt worden, zijn soms nog niet coulant genoeg – je hebt liever een nieuwe bus (ook als dat een dieselbus is) die voldoet aan strenge Euro 6-normen, dan een stinkende oude diesel uit het buitenland. Alternatief kan ook zijn dat we bussen gaan opladen met een generator – op diesel. In de drang om voorop te lopen in de ZE-transitie kunnen we onszelf in de eigen voet schieten. De bussen zijn er wel, maar het netwerk nog niet.”