Paul de Krom: 'Rol ov-bedrijven verandert'

Oud-politicus een -staatssecretaris Paul de Krom is sinds 1 mei de nieuwe voorzitter van OV-NL, de branchevereniging van de ov-bedrijven. De Krom weet hoe de hazen in Den Haag lopen en hoe het is om aan de andere kant van de tafel te zitten. "Eigenlijk ben ik een oliemannetje.”

Bijna vijf maanden geleden werd De Krom aangesteld als nieuwe voorzitter. Daarmee volgde hij Gerrit Spijksma op, die op interim-basis de taken van Pedro Peters had overgenomen nadat hij met pensioen ging. Dat De Krom geen CEO van een ov-bedrijf is geweest, ziet hij als een voordeel. “De ov-bedrijven hebben besloten af te stappen van het oude model, waarbij de ov-CEO’s roulerend voorzitter waren. Dit is een nieuwe stap in de professionalisering van de sector. Ik ben niet gebonden (geweest) aan één partij, dus ik spreek echt namens het collectief.”

De eerste maanden was het nog wel zoeken naar zijn rol, erkent de oud-topman van onderzoeksinstituut TNO, die ook commissaris van de Haagse vervoerder HTM was. “Wat wordt er van mij verwacht als voorzitter van OV-NL? In coronatijd had de sector een gezamenlijk belang en één mening, maar dat was bij bijvoorbeeld de recente stakingen niet zo. Dat zijn bedrijfsvraagstukken. Toen ik begon, speelde er veel rond de beschikbaarheidsvergoeding. Dan onderhandel ik niet over de inhoud van die regeling, dat doen de bedrijven zélf, maar behartig wel het belang van de sector. Ik spreek immers namens de sector.”

Oliemannetje

Naast zijn ov-functie is De Krom voorzitter van diverse andere verenigingen, zoals de Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), Nederland Distributieland en is hij lid van het programmabestuur van GroenvermogenNL. “Het is inderdaad wel veel”, erkent hij, ”maar het is ook erg leuk om te doen. Duurzaamheid is de rode draad in mijn werk.” 

Ondanks zijn drukke werkweken, denkt hij dat hij voldoende kan toevoegen aan OV-NL. “Het is natuurlijk ook gewoon lobbywerk”, vertelt de oud-politicus, die van 2003 tot 2010 ov-woordvoerder was namens de VVD in de Tweede Kamer en van 2010 tot 2012 staatssecretaris in het kabinet Rutte I. “Ik weet hoe het is om aan de andere kant van de tafel te zitten en het helpt als je je kunt verplaatsen in de rol van een bewindspersoon. Als de gunfactor er niet is, krijg je niets voor elkaar. Daarin kan ik een constructieve rol spelen. Eigenlijk ben ik een beetje een oliemannetje.”

Integrale rol

Wat ziet De Krom eigenlijk als het belang van de sector? “De druk op de openbare ruimte en de mobiliteitsvraag groeien, de woningbouwopgave is enorm. Om dat aan te kunnen, hebben we álle modaliteiten nodig en het ov speelt daarin een cruciale rol. Een goede ontsluiting en bereikbaarheid van nieuwbouwgebied moet in alle plannen worden meegenomen. We moeten het ov in projectplannen krijgen. En dat betekent dat er geïnvesteerd moet worden. Momenteel zitten we in een reizigersdip, maar ik weet zeker dat de reizigers terugkomen op de langere termijn.”

“Ik vind het leuk om mijn steentje bij te dragen aan de vraag hoe we mobiliteit in de toekomst moeten vormgeven. Als je denkt vanuit de reiziger die een deur-tot-deurreis maakt, moeten we flexibeler denken op systeemniveau. Het gaat om de gehele MaaS-keten. Dus we moeten het niet alleen over het ov hebben, maar over alle mobiliteit. Met die visie stap ik naar de MobiliteitsAlliantie, waar OV-NL lid van is. Daarbinnen moet je dus ook de ogen open hebben voor de belangen van anderen, want anders gaat het botsen.”

Andere rol

Binnen zijn huidige bestuursperiode wil hij op zijn minst een strategie-exercitie maken. Want de rol van de ov-bedrijven gaat veranderen, verwacht hij. “Door digitalisering en Mobility as a Service moeten vervoerders de reiziger beter gaan bedienen en het systeem efficiënter en makkelijker inrichten. Bijvoorbeeld door nieuwe vervoersmiddelen [zoals deelfietsen] aan te bieden.”

Daardoor wordt het werk van de ov-bedrijven veel uitdagender en leuker, verwacht hij. “Natuurlijk kan verandering weerstand oproepen bij personeel, maar dan betekent het dat je je personeel moet meenemen in die verandering. Binnen een werkgroep proberen we nu een toekomstbeeld te maken over hoe die rol verandert.”