‘Financier regionaal spoor anders’

De Limburgse gedeputeerde Patrick van der Broeck gaf tijdens het landelijk overleg tussen het Rijk, regio’s, vervoerders en reizigersorganisaties vanochtend in Den Haag de voorzet. “Vaststellen wat het rijksbudget is en dan kijken welke spoorprojecten en in passen, daar heb je geen bestuurders voor nodig maar boekhouders. Als er een tekort is moeten we zien of we onze projecten op een andere manier kunnen financieren.”

Van der Broeck denkt aan leningen bij de Europese Investeringsbank die over een lange periode, 30 tot 40 jaar, kunnen worden terugbetaald. Of aan het gebruiken van de afdracht van NS aan het Rijk om te investeren in het spoor. Mansveld had volgens Van der Broeck wel oren naar dit soort creatieve oplossingen, overigens zonder dat ze daarbij toezeggingen deed.

Door een dreigend tekort op de begroting van ProRail tussen 2018 en 2028 is er voor het regionale spoor maar een bedrag van 100 tot 200 miljoen euro beschikbaar. Mansveld kwam de provincies en stadsregio's vandaag in Den Haag niet verder tegemoet. Zij gaat begin november met de verschillende regio's in gesprek in het kader van het MIRT.

Voor een topprioriteit van de provincie Limburg is niet eens zoveel geld nodig, zegt gedeputeerde Van der Broeck. Elf miljoen euro, voor een doorgaande Intercity van Eindhoven naar Keulen. Het gaat om een laatste bijdrage van het Rijk voor de verdubbeling van 12 kilometer spoor tussen Heerlen en de grens, op een totaalbedrag van 55 miljoen euro. Limburg betaalt ook 11 miljoen.

Voor andere grensoverschrijdende projecten is Limburg al in gesprek met België (voor Maastricht–Luik en Weert–Antwerpen) en met Duitsland (voor Eindhoven–Düsseldorf). Daarvoor hoeft het Rijk nauwelijks geld uit te trekken. Hetzelfde geldt voor de verbinding Groningen–Bremen, waarvoor Groningen (voorlopig) slechts twee ton onderzoeksgeld nodig heeft.

Voor de provincie Gelderland heeft een kwartierdienst op de Valleilijn (Amersfoort–Ede-Wageningen) absolute prioriteit. Die kost 7 tot 10 miljoen euro. Voor verdere verbetering van de lijn Arnhem–Winterswijk (tussen Didam en Winterswijk) heeft Gelderland 70 tot 100 miljoen euro nodig.