Franse Rekenkamer: TGV moet zich focussen

De winst van de TGV staat onder druk, stelt de Franse Rekenkamer in een rapport. Tussen 2008 en 2012 zakte de winst van de hogesnelheidstrein in van 29 naar 12 procent. Tegelijkertijd ziet SNCF zich geconfronteerd met stijgende kosten. Ook infrastructuurbeheerder RFF kampt met een torenhoge schuldenlast. Tegelijkertijd wordt de bus voor middellange afstanden door liberalisering waarschijnlijk een geduchte concurrent.

De Franse Rekenkamer stelt in een onderzoek vast dat er te veel van de TGV verwacht wordt. Het netwerk is enorm uitgebreid. Veel plaatsen en regio's zien een snelle verbinding met de rest van het land (Parijs voorop) als een noodzakelijke stap om mee te gaan in de vaart der volkeren. Daardoor rijdt de hogesnelheidstrein inmiddels voor 40 procent op conventionele lijnen. De winst van nieuwe hogesnelheidslijnen valt tegen en de meest recente lijnen zijn niet de meest economische.

Op dit moment biedt het TGV-netwerk in totaal 230 bestemmingen (zie kaart). In Japan is dat heel anders, zeggen de schrijvers van het rapport. Zo telt het Tokadio Shinkansen-netwerk slechts 17 haltes. Tegelijkertijd maakt dat netwerk 50 procent meer winst.

De Rekenkamer beveelt daarom aan (.pdf, Frans) om het TGV-netwerk geleidelijk maar zeker in te perken. De TGV moet vooral doen waar ze goed in is: op grote vervoersassen mensen een snelle verbinding tussen de 1,5 en 3 uur aanbieden. Daarbij moet  worden ingezet op een betere aansluiting met onderliggende lijnen en andere vervoerwijzen.

Het rapport merkt fijntjes op dat de ontwikkeling van regionale lijnen in Frankrijk intussen 30 jaar heeft stilgestaan. Daar moet volgens de schrijvers meer op worden geïnvesteerd dan op nieuwe hogesnelheidslijnen die op de korte en middellange termijn niet rendabel zullen zijn.