Ingezonden: Tijd om lightrail om te vormen
Twee eeuwen geleden veranderden rijdende stoommachines, genoemd naar de Latijnse woorden locus en motus (van plaats bewegen) het vervoer drastisch. Ze konden meer wagens trekken dan paarden. Het werkwoord “trekken” (in Latijn “trahere”) werd de basis voor de naam: Train, Trein, Zug.
De eerste locomotieven waren groot, zwaar en langzaam, maar ze werden gedurende de jaren sterker, sneller en kleiner. Na vele jaren konden ze ook door één familie worden gebruikt, zonder rails. Platgetreden paden tussen dorpen werden bestraat. Paden werd wegen, om snel weg te komen: Goudsestraatweg, Leeuwarderstraatweg, enz. Parallel aan straat- en vaarwegen verschenen spoorwegen en later snelwegen, om nog sneller weg te komen.
Vervoer tussen steden: enkele dikke lijnen
Vervoerstromen tussen steden werden steeds groter en grote voertuigen zijn dan nuttig. Als vijftig automobilisten in een 12 meter lange touringcar stappen, scheelt dat een autostoet van drie kilometer op de snelweg, want ze moeten twee seconden volgafstand houden.
Dubbeldekkers zijn nog gunstiger. Een 320 meter lange dubbeldeksintercity telt 1200 zitplaatsen. Als die passagiers per auto zouden gaan, is de stoet 72 kilometer lang. Grote ov-voertuigen kunnen dus veel ruimte en energie besparen, mits er voldoende mensen in zitten.
Vervoer in steden: vele dunne zigzaglijnen
Binnen steden is dat heel anders. Daar zijn talloze zigzagbewegingen en dan zijn grote voertuigen (zoals sneltrams of metro’s) juist niet nuttig. Bovendien is het onvermijdelijke nadeel: deze voertuigen gaan vaak van een plek waar je niet bent, naar een plek waar je niet naar toe wilt, op een tijdstip dat je niet kiest.
In Nederland worden passagiers in die langere lightrailvoertuigen gedwongen, door meerdere ‘gewone’ ov-lijnen op te heffen. Of ze gaan niet meer van een buitenwijk naar Centraal, maar naar een lightrailstation in de buitenwijk. Zo moeten straks ook passagiers van ‘gewone’ treinen uit woonwijken als Purmerend Overwhere of Almere Oostvaarders vóór Schiphol overstappen, om die Noord-Zuidmetro te vullen.
Voor de meerderheid wordt het ov er slechter op, maar dankzij de OV-chipkaart worden overstappers dubbel geteld zodat de ov-cijfers er toch indrukwekkend uitzien. De lightraillobby is zeer effectief.
Minder stedelijk ov-gebruik
In werkelijkheid kunnen de steden niet eens de enorme bevolkingsgroei bijhouden. Zo gaan in de snelst groeiende stad, Utrecht, nog maar vier van de honderd verplaatsingen per stedelijk ov. Dat was eind vorige eeuw nog 12 procent. Uit cijfers van het CBS blijkt, dat de trein gedurende de jaren de enige vorm van ov is die wél steeds vaker wordt gebruikt, evenals de auto.
Spoorverbredingen zouden de benodigde spoorcapaciteit moeten leveren, maar die zijn er nauwelijks. Treinen woekeren nu met de spoorruimte. Het Rijk heeft wel 19.000 miljoen euro gereserveerd voor nieuwe snelwegverbredingen. Steden als Los Angeles, Bogota of Moskou kwamen eerder in dezelfde vicieuze cirkel en hebben nu de breedste wegen en de langdurigste files ter wereld.
Omdat mensen overal ter wereld de reistijd het belangrijkst vinden, verlaten ze het ov. Totdat er weer nieuwe files ontstaan, die aanleiding zijn voor nieuwe snelwegverbredingen zodat het autoverkeer weer doorstroomt en daarna nog meer mensen het ov verlaten. Totdat er weer nieuwe files ontstaan, enzovoorts.
Stedelijk ov-gebruik neemt ook in het buitenland af
Een van de oudste tijdschriften ter wereld, The Economist, ontdekte dat het stedelijk ov in alle rijke landen ter wereld steeds minder wordt gebruikt. Oorzaak is de opkomst van nieuwe technologie, die kleinere/goedkopere vervoermiddelen mogelijk maakt en die mensen wél van huis naar bestemming brengt, zoals Uber, e-bike en e-step.
Ook ontdekken steeds meer mensen dat de reistijd per fiets in de stad korter is dan ze dachten, en dat bewegen ook niet verkeerd is. Anders dan in Nederland is het aandeel fiets nog laag en het aandeel bus, tram, metro hoog. Als er ook nog eens zelfrijdende auto’s bijkomen, moet u niet vreemd opkijken dat het aandeel ov verder zal dalen.
De New York Times schreef in een artikel met de veelzeggende titel Bestrating over metrorails? dat voorstanders van nieuwe technologie het einde van peperdure metrosystemen voorspellen. Deze zijn namelijk verre van efficiënt. Wie bijvoorbeeld instapt op een willekeurige beginhalte in een willekeurige buitenwijk ziet dat lange voertuig vertrekken met een handjevol passagiers er in. Het zeult een veelvoud aan kilo’s mee om even verderop weer te remmen.
Pas na een x aantal haltes zijn alle zitplaatsen bezet. Als er daarna mensen instappen moeten ze staan. Dit is geen groot probleem, want dit gebeurt slechts op een klein deel van de totale route en meestal gedurende een klein deel van een etmaal (spitsuur).
Kan die metro niet efficiënter?
Stelt u zich nu even voor dat die metro op die beginhalte heel kort is en geen machinist nodig heeft. Nadat hij is vertrokken komt er spoedig tijdens het rijden een andere korte metro bij, die uit een ander deel van de wijk is vertrokken. Even later komt er weer een bij. Of desnoods twee die al eerder automatisch aan elkaar zijn gekoppeld.
Stap voor stap wordt de trein steeds langer. Iedere korte metro-eenheid is van buiten en binnen duidelijk herkenbaar. Op het drukste deel van de route is die metrotrein op zijn langst. Aan de andere zijde van de stad waaieren ze stapsgewijs weer alle kanten uit.
Niemand uit de buitenwijk hoeft dan nog over te stappen op weg naar Centraal, want het bereik van die metrotrein in de woongebieden wordt fors groter. Evenals de bezetting. In de allerdrukste uren is deze metro net zo lang als een reguliere metro. In de allerstilste uurtjes is deze zeer kort en rijdt als een ‘zelfrijdende taxi’ rechtstreeks naar de gewenste halte. Daar tussenin zitten allerlei schakeringen.
Voorbeeld: Eindhoven
Het lijkt er op dat de eerste stad ter wereld die iets dergelijks gaat doen, de vijfde stad van Nederland is: Eindhoven. Die korte zelfrijdende metrovoertuigen krijgen daar rubberbanden en worden met ‘platooning’ onzichtbaar aan elkaar gekoppeld.
Deze technologie wordt al enkele jaren toegepast bij vrachtwagens. Twee vrachtwagens komen dan bij elkaar waarbij de voorste chauffeur gewoon verder blijft rijden. De chauffeur van de volgende wagen kan dan de administratie doen, of een dutje, want zijn wagen volgt vanzelf de voorste vrachtwagen. Daarna kan er nog een vrachtwagen bij komen en ook die chauffeur kan een dutje doen. Ze kunnen op elk gewenst moment het treintje weer verlaten om af te slaan.
Als dit met lange vrachtwagens nu al gebeurd op drukke snelwegen, dan moet dit dus ook kunnen met korte zelfrijdende voertuigen op vrije busbanen. Dit is wat Eindhoven wil toepassen voor transport tussen campussen, bedrijven en Centraal. Eindhoven wilde tot voor kort lightrail, maar ziet daar van af.
Stedelijk ov-systeem van de toekomst
Het gaat dus (nog) niet om een ov-systeem voor de hele stad. Dit komt omdat de volgafstand tussen die minibusjes nog te groot is. Die volgafstand is de hoofdreden waarom zelfrijdende auto’s nooit de benodigde capaciteit kunnen leveren die metro’s wel kunnen leveren.
Dit is namelijk hét argument van de metro-voorstanders. En daar hebben ze gelijk in. Die 72 kilometer lange autostoet kan met nieuwe technologie wel een stuk korter worden, maar nooit korter dan 6 kilometer. En dat is dus nog steeds veel langer dan die ene intercity.
Als het echter lukt om die volgafstand met minibusjes drastisch te verkleinen, ontstaat die geschetste metrotrein. Die kan dan net zoveel passagiers vervoeren als een reguliere metro. Alleen is deze flexibel.
Hij kan zich aanpassen aan de drukte van het moment. Ik schreef hier voor het eerst over in OV-Magazine van 15 september 2019. Vervoerkundigen vonden dit toen een absurd idee, waarop ik reageerde met de vraag: wat is het verschil tussen treintjes met zichtbare of met onzichtbare koppelingen?
Die minibustreintjes kunnen samen met ‘gewone’ bussen veilig over vrije busbanen rijden. Dit is veel minder gecompliceerd dan zelfrijdend in het overige stadsverkeer. Zodra echter is bewezen dat dit ook 100 procent veilig is, kan de volgende stap gezet worden: een zelfrijdende minibus kan dan van de busbaan afslaan, om het laatste stukje op straat verder te rijden.
Dat wordt dan uiteindelijk het ov van de toekomst: iedere straat in de stad kan dan bereikt worden. Met een minimum aan overstappen, energie, ruimte en onkosten.
Natuur de beste leermeester
Het ov-netwerk gaat dan lijken op een boomwortelstelsel. Met een capaciteit die zowel geschikt is voor de allerdrukste wereldsteden (Sequoia) als voor talloze kleinere steden (Kornoelje). Als die steden ook zorgen dat er:
- overstapstations komen aan de stadsranden, om grote omwegen via Centraal te vermijden,
- overstapmogelijkheden komen van auto op ov, vlakbij omliggende woongebieden in de regio en niet vlak bij de stadsrand,
- spoorlijnen worden verdubbeld, waardoor de treincapaciteit verdrievoudigd omdat snel- en stoptreinen elkaar niet meer in de wielen rijden,
- meer treinperrons komen op knooppuntstations, wat noodzakelijk en mogelijk is,
- bussen en minibustreintjes tot pal naast of boven treinperrons kunnen stoppen, zodat zeer korte overstapafstanden ontstaan.
Dan ontstaat uiteindelijk één goed samenwerkend ov-systeem dat kortere reistijden realiseert van huis tot bestemming. De praktijk heeft bewezen dat automobilisten dan vrijwillig overstappen op ov.
Reistijd is en blijft immers het belangrijkst en dat was twee eeuwen geleden ook al zo. Daarom won toen die nieuwe technologie. Dwang werkt niet. Nu zal wederom nieuwe technologie het vervoer drastisch veranderen.
Het nieuwe ov, fiets, e-bike, e-step en van mij part nog kleinere vervoermiddelen als gemotoriseerde rolschaatsjes gaan het winnen. De auto zal het ditmaal verliezen wat reistijd en capaciteit betreft. In ieder geval in de steden, waar inmiddels wereldwijd de meeste mensen wonen.
Voordelen en nadelen
Voordeel: Ov kan zeer veel mensen op hetzelfde moment vervoeren. Hoe groter het voertuig, hoe groter dit voordeel.
Nadeel: Ov gaat van een plek waar je niet bent naar een plek waar je niet naar toe wilt op een tijdstip dat je niet kiest. Hoe groter het voertuig, hoe groter dit nadeel.
De (zelfrijdende) auto gaat van een plek waar je bent naar een plek waar je naar toe wilt op een tijdstip dat je kiest. In dichtbevolkte gebieden gaat het echter lijken op het nadeel van ov.
Het is dus tijd voor nieuw ov.
Wolfgang Spier is bouwkundig ingenieur en streeft naar betere alternatieven binnen het ov-beleid.
Wilt u reageren? Mail dan naar redactie@ovmagazine.nl.
Meer artikelen met dit thema
Nederland Bussenland
31 okt 2023Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd, voor het verplaatsen van de strijdkrachten, de auto verder ontwikkeld tot…
Busworld 2023: MAN presenteert elektrische LE-lijnbus
20 okt 2023De elektrische stadsbus van MAN Truck & Bus, de Lion City E, is door vakjournalisten uitgeroepen tot Bus of…
VRA: BRT is meer dan een snelle bus
28 sep 2023Bus Rapid Transit (BRT) is een actueel gespreksonderwerp. Ook bij de Vervoerregio Amsterdam wordt het herkend…
Vanaf 2025 sneller en vaker per trein naar Brussel
15 aug 2023Het aantal intercity’s tussen Nederland en Brussel verdubbelt vanaf 2025, als de nieuwe hoofdrailnetconcessie…
HTM bestelt 95 e-bussen bij Daimler
10 jul 2023De Haagse stadsvervoerder HTM gaat medio 2024 rijden met 95 nieuwe eCitaro-stadsbussen van Daimler. Het gaat om…
Blog: Oplossing voor verdwijning van bushaltes?
2 mei 2023Treinongeluk Voorschoten; 30 gewonden en 1 dode
4 apr 2023Op het traject Leiden – Den Haag is in de nacht van 3 op 4 april rond 3.30 uur een nachttrein van NS gebotst op…
NS komt met reisvergelijker
7 mrt 2023Ov, auto of toch de fiets? NS introduceert de Reisvergelijker, hiermee wordt de reiziger geholpen met de juiste…
Dan gaan de reizigers "straks "met een treintje van kleine cabines (Voor max,4 personen) door de reeds bestaande oude metrotunnels rijden ,en waar die cabinetjes op een of andere manier op het straatniveau gebracht worden vanuit de diepte (Met een lift of lange hellingbaan) en dan zelfstandig verder de stad in gaan ..
Of waarbij in een straat in de binnenstad je steeds van die "cabine treintjes"ziet passeren en er op bepaalde plaatsen (Z.g.n. Haltes) er een cabinetje zich los maakt uit de trein om zijn eigen weg te gaan.
Hoe worden die cabines uit zo'n treintje gehaald ? Elke keer stoppen ,wat niet goed is voor de doorstroming ? Of verlaat de cabine al rijdend de trein waarin hij reed ?
Ik denk hierbij aan steden als Den Haag ,Utrecht enz ,waar het oude OV van Metro en stadsbus verdwenen is en je alleen nog met zo'n cabine mee kan.
Ik heb er een hard in,dat je dat voor elkaar krijgt.
Ingediend door PeterHaaswijk op di, 12/01/2021 - 14:52
Goed verhaal Wolfgang! Ik tip je graag https://dss-edit.com/plu/Latour-B_Aramis-or-Love-of-Technology_1996.pdf als verdere inspiratie. Goed dat er weer es een gedurfd signaal klinkt in de OV wereld, ga zo door.
Ingediend door Gerard Boersema op do, 14/01/2021 - 17:02
Wij “OV mensen” denken al gauw dat het OV het probleem is en dat dat noet veranderen. Het afnemende OV gebruik binnen steden zou echter heel goed aan externe factoren kunnen liggen.
Zo zijn steeds meer mensen gaan fietsen. Maar vooral de auto is steeds betaalbaarder geworden: 30 jaar geleden was een auto tov het inkomen veel duurder. En bijna niemand had een tweede auto.
Tenslotte is er heel veel geïnvesteerd in asfalt.
Het GEVOLG van de daardoor dalende reizigers is naar mijn idee dat OV zich is gaan terugtrekken op hoofdassen.
Ingediend door Leon Tebbens op za, 16/01/2021 - 09:20
Op zich goed om anders naar het vervoersysteem te kijken. De wens om steeds met grote eenheden te rijden heeft nagenoeg overal tot gevolg dat de frequentie naar beneden wordt bijgesteld. Los van de zorgen bij corona om met veel mensen in zo'n systeem te stappen.
In Nederland is naast het OV lopen en de fiets dé methode om te verplaatsen. Het ov gebruik is laag in verhouding tot de andere landen om ons heen. Zo heeft Amsterdam een modalsplit OV (trein, metro, tram, bus en boot) van ca. 16%. Het rijden met kleinere voertuigen, zoals in Frankriijk al tientallen jaren in Lille, Lyon, Toulouse gedaan wordt hebben een hoge frequentie waarbij elke 2 minuten, in de spits zelfs bijna elke minuut, meer regel dan uitzondering is. Deze systemen rijden zowel automatisch als handmatig. Ook tramsystemen, neem Straatsburg, is één minuut frequentie (niet op snelheid maar hoog frequente) op de hoofdassen ook spitsnormaal. Voordeel hiervan is dat juist ook in de rustige uren een hoog frequent aanbod is. Hou wel rekening met het feit dat in deze steden de fiets, de grootste "concurrent" van het stedelijke OV, nagenoeg ontbreekt (al neemt het gebruik wel toe).
Door in de grote eenheden zijn er heel veel lege zitplaatsen (en dus ook staanplaatsen) op grote gedeelten van de lijn. Niet alleen in het stedelijke vervoer maar ook in het Randstadstedelijke, zoals Schiphol. In de spits (pré corona) komt de trein met moeite boven de 50% zitplaats bezetting. Enkel de treinen die aan beide zijde van Schiphol doorrijden (dus rijden tussen Leiden/Rotterdam en verder en Amsterdam Zuidoost/Almere/Weesp en verder) hebben een hogere en sommige treinen een te hoge zitplaats bezetting. Door deze andere denkwijze erbij te betrekken ontstaan er grote kansen
Ingediend door Robert Jan Roos op zo, 17/01/2021 - 23:03
"De eerste locomotief was groot, zwaar en langzaam, maar ze werden gedurende de jaren sterker, sneller en kleiner. Na vele jaren konden ze ook door één familie worden gebruikt, zonder rails."
Ik heb deze twee zinnen een paar keer bestudeerd en snap er geen fluit van. Hoe konden locomotieven na vele jaren door één familie worden gebruikt, en dan ook nog zonder rails? Ging het plotseling over auto's?
Het voeren van eindredactie door een derde is bijzonder belangrijk als je een idee wil delen. Ov-magazine had deze jongen best tegen zichzelf mogen beschermen.
Ingediend door Jeroen Vogel op di, 26/01/2021 - 05:47
Reactie toevoegen