Ov-sector vreest 30 procent versobering

De beschikbaarheidsvergoeding BVOV verloopt per 1 september en er is nog altijd geen nieuw akkoord. Zonder nieuwe staatssteun dreigt het ov-aanbod met 20 tot 30 procent te verschralen, schrijven opdrachtgevers aan het ministerie van IenW. OV-Magazine zag de brief in.

In juni 2021 besloot het Rijk om de BVOV te verlengen tot 1 september 2022. Toen werd verwacht dat de reizigers langzaam terugkeren. Uiterlijk in het eerste kwartaal van 2022 zou een besluit genomen worden over een regeling voor het laatste kwartaal.

Maar dat is nog niet gebeurd. De ondertekenaars van de brief vrezen dat het ministerie van IenW de steun zelfs wil intrekken, terwijl de ov-bedrijven het financieel helemaal nog niet kunnen redden. Daardoor kunnen de opdrachtgevers geen besluiten nemen over de dienstregelingen voor het laatste kwartaal van dit jaar en 2023. Dan kan leiden tot een ‘kritieke situatie’. “Zonder rijkssteun moeten structurele en ingrijpende extra maatregelen worden genomen in het bestaande ov-systeem.”

Het gaat dan om het schrappen van trein-, bus-, tram- en metrolijnen en het verlagen van het sociaal veiligheidsniveau. Dit kan leiden tot 30 procent minder ritten in 2023, terwijl de reizigersvraag in die periode juist weer moet toenemen. Bovendien moeten de ov-bedrijven nieuw personeel vinden en opleiden.

Transitieplannen

Volgens diverse prognoses wordt het ov vanaf 2025 weer ‘booming’ en zitten de reizigersinkomsten dan weer op het oude niveau, waardoor Rijkssteun niet meer nodig is. Om de tussenliggende periode te overbruggen, werken alle decentrale overheden aan transitieplannen. Maar daarbij blijft verdere steun vanuit het Rijk nodig.

“Als we weten wat de financiële bijdrage van het Rijk in 2022 is, en wat de nationale kaders zijn, kunnen we pas verder”, vertelde Egbert de Vries, voorzitter van Vervoerregio Amsterdam, tijdens het congres ‘Ov in transitie – stappen richting 2040’ dat OV-Magazine en de Vervoerregio in juni 2021 organiseerden.

En Jan van Selm, directeur van DOVA: “De hoofdvraag is: hoe kan het ov in 2022 het beste aansluiten op de reizigers die terugkomen, met de scholen die weer opengaan en werk dat deels weer op kantoor gebeurt? Hoe gaan we de dienstregelingen daarop aansluiten?