Politieke keuze leidt tot fors ov-aandeel

Afgelopen week riep adviesbureau Mercer Wenen voor de achtste keer op rij uit tot prettigste stad om in te leven. De in Wenen woonachtige Nederlandse journaliste Sandy Verhoeve roemde vooral het ov. Wenen kent een uitgebreid lijnennet, met onder meer vijf metrolijnen (en een zesde in aanleg) en het op vier na grootste tramnetwerk ter wereld. Er zijn 29 tramlijnen die rijden over een net van ruim 222 kilometer.

Prijs verlaagd
Het aandeel van het Weense ov op de totale mobiliteit lag in de jaren negentig nog op een bescheiden 27 procent. Dat steeg gestaag, maar de modal split explodeerde toen in 2011 het stadsbestuur onder aanvoering van de Groenen besloot de prijs van een ov-jaarabonnement te verlagen van een toch al bescheiden 490 euro naar 365 euro; een euro per dag dus. Dat was ook de slogan waarmee het abonnement aan de man werd gebracht. En met succes. Sinds 2015 hebben meer mensen in Wenen een ov-abonnement dan er autobezitters zijn. In de groeiende stad bleef het absolute aantal gemaakte autoritten vrijwel gelijk.

Inmiddels vervoert Wiener Linien 954 miljoen passagiers per jaar, 40 procent van alle reizen in Wenen. Door de sterk toegenomen vraag kampt het bedrijf wel met capaciteitsproblemen. Om dat op te lossen, zijn bij twee tramlijnen een aantal stoelen uit de trams verwijderd.

Het Weense stadsbestuur, tevens eigenaar van Wiener Linien, betaalt miljoenen per jaar om het systeem draaiend te houden. Het vervoerbedrijf kent een kostendekkingsgraad van 69 procent. Het gestegen aantal jaarabonnementen ging wel ten koste van de week- en maandabonnementen, zegt Uschi Theil van Wiener Linien. "Die investering is een politieke keuze. Overigens is het openbaar vervoer simpelweg niet winstgevend te maken."