Rechter schrapt megaboete NS definitief

De toezichthouder legde NS in 2017 een boete op, vanwege haar rol in de aanbesteding van het ov in Limburg in 2014. Volgens de ACM misbruikte NS hierbij zijn economische machtspositie, omdat de vervoerder als enige in aanmerking komt voor de concessie op het Hoofdrailnet. Dat maakte het mogelijk voor NS haar economische machtspositie te misbruiken, om te voorkomen dat andere vervoerders de stoptreinen Maastricht/Heerlen-Roermond zouden overnemen. NS deed een verlieslatend bod op de Limburgse concessie, om daarmee concurrenten Veolia en Arriva te dwarsbomen.

NS ging in 2019 tegen deze uitspraak in beroep, waarna de spoorvervoerder in het gelijk werd gesteld. De ACM had niet overtuigend bewezen dat NS zijn machtspositie had misbruikt. Bovendien had de ACM heeft de voorwaarden waaronder de concessie voor het Hoofdrailnet aan NS is verleend door de Nederlandse Staat niet onderzocht.

In het hoger beroep, dat nu dus door de ACM was aangespannen, gaat de hoogste rechter mee in dit oordeel. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt dat openbare aanbesteding het uitgangspunt is in Europese regelgeving en dat in 2014 nog niet bekend was dat NS vanaf 2024 nog eens tien jaar op het Hoofdrailnet zou rijden.

Bovendien maken andere vervoerders onderdeel uit van grote, kapitaalkrachtige buitenlandse spoorwegbedrijven. De Nederlandse spoorwegonderneming moest dus wel rekening houden met buitenlandse concurrentie op het hoofdrailnet en kon zijn economische machtspositie dus niet misbruiken.