Als gevolg van de stikstofcrisis dreigen spoorprojecten van spoorbeheerder ProRail stil komen te liggen. Op dit moment loopt het PHS-project Meteren-Boxtel vertraging op.
Spoorprojecten dreigen in de knel te raken
Dat vertelt ProRail-woordvoerder Jaap Eikelboom. Voor het reguliere onderhoud gelden de aangescherpte stikstofregels niet, begint Eikelboom. “Wij voeren duizenden deelprojecten uit, het grootste deel zijn korte onderhoudsprojecten: die voeren we vooral ‘s nachts uit aan het spoor.” Maar projecten om meer treinen te laten rijden lopen wel risico, vertelt hij.
Na de uitspraak van de Raad van State moest ProRail vanuit het Programma Aanpak Stikstof (PAS) stikstofberekeningen maken bij elk spoorproject dat bij een Natura2000-gebied in de buurt ligt. ProRail heeft volgens een zogenaamde AERIUS-toets nieuwe berekeningen gemaakt en als gevolg daarvan lopen spoorprojecten het risico om stil komen te liggen. “Bij projecten waarvoor al een vergunning is afgegeven, mogen we gewoon door blijven gaan. Maar als die afloopt, zoals bij het Spoorplan Noord Nederland in 2021, wordt de boel daar ook stilgelegd.”
De spoorbeheerder heeft met het ministerie van IenW afgesproken dat het beheer en onderhoud bij lopende projecten wel gewoon mag blijven doorgaan. Maar door de problemen met de stikstofuitstoot loopt het PHS-project op het traject Meteren-Boxtel inmiddels wel vertraging op.
‘Structurele verandering noodzakelijk’
Op het spoor wordt één keer stikstof uitgestoten, terwijl auto’s dat continu doen. “Bij spoorprojecten komt alleen bij aanvang stikstof vrij. Dus om op lange termijn iets aan de uitstoot te doen, moet er structureel iets veranderen en kun je beter investeren in spoor”, vindt Eikelboom. “Zo kunnen we mensen uit de auto halen en in de trein krijgen.”
De spoorbeheerder is daarnaast alvast proactief te werk gegaan en heeft berekend wat er aan investeringen op het spoor nodig is om de groeiende aantallen reizigers te kunnen blijven faciliteren: maximaal 20 miljard euro in de komende 20 jaar, vanuit een eventueel Mobiliteitsfonds. Eikelboom snapt dat dat geld niet zomaar klaarligt. “Afhankelijk van het geld dat beschikbaar komt, hebben wij de plannen alvast klaar liggen en kunnen wij aan de slag. We hebben intern een prioriteitenlijst gemaakt, voor de gehele ov-sector trouwens. Dus ook bus, metro en tram. We willen ons huiswerk goed gedaan hebben, mocht het zover komen.”
Meer artikelen met dit thema
Keuzes voor het spoor
18 dec om 09:28 uurHet Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) presenteerde onlangs het essay *…
Noordelijke provincies leggen geld op tafel voor Lelylijn en Nedersaksenlijn
8 okt om 11:35 uurDe provincies Drenthe, Groningen, Friesland, Overijssel en Flevoland zijn bereid geld in de Lelylijn en de…
Spoordijken misschien niet goed genoeg voor zwaardere en langere treinen
11 dec 2023Er is meer onderzoek nodig naar de stabiliteit van spoordijken om zeker te weten dat deze grond het groeiende…
BRT: Kansrijk, maar gemakkelijk noch goedkoop
1 dec 2023Dit artikel is een voorpublicatie van het boek ‘Betere bus’, over BRT en andere vormen van hoogwaardig…
Hoe ontwerp kan bijdragen aan (on)toegankelijkheid
25 sep 2023Blog: Oplossing voor verdwijning van bushaltes?
2 mei 2023PBL: (1)500 bushaltes minder in vijf jaar
2 mrt 2023Het aantal bushaltes is de afgelopen vijf jaar met 527 afgenomen, inventariseerde tv-programma Pointer. Volgens…
Blinde vlek ov-gevaar andere weggebruikers
13 dec 2022Het openbaar vervoer is uitermate veilig voor de inzittenden van trein, tram en bus, maar er is een blinde vlek…
Ik maak mij ook zorgen om de fijstofuitstoot van die extra treinen.
Aangezien wij aan het spoor wonen waar dieseltreinen rijden.
En er nu ook nog extra treinen gaan rijden.waarom niet electrisch.
Ingediend door Wijbenga op za, 14/12/2019 - 20:05
De kern van het probleem waar de heer Wijbenga op wordt veroorzaakt door een verschil van inzicht in de Noordelijke Provincies ten aanzien van het verduurzamen van het spoor. De Provincie Groningen opteert voor waterstof aangedreven treinen en de Provincie Fryslân heeft een voorkeur voor elektrificatie. Waterstof aangedreven treinen kennen hogere exploitatiekosten ten opzichte van elektrisch aangedreven treinen op batterijtechnologie respectievelijk bovenleiding. Zie ook het rapport verduurzaming Noordelijke Nevenlijnen van Ir. A. Janson. De tijd is in dit verband de beste bondgenoot.
Ingediend door Wilfried Jellema op zo, 15/12/2019 - 19:01
De stikstofnorm wordt al een stuk gemakkelijker gehaald, als ze in de bouw overgaan op elektromotoren. Dat scheelt niet alleen uitstoot en vervuiling van de directe omgeving, (incl roetoverlast voor de omwonenden), het rendement van een elektromotor is ook beduidend hoger dan bij een diesel, waardoor je ook minder energie hoeft op te wekken.
Ingediend door David Nijenhuis op vr, 28/02/2020 - 22:26
Reactie toevoegen