VDL: Heel Europa kijkt naar Eindhoven

De laatste twee tot drie jaar gaat het hard met elektrische bussen, zien Michel Dekker en Eckly Hendriks, respectievelijk product- en projectmanager e-mobility bij VDL. Beide zijn nog maar een jaar aan boord en dat geldt voor een groot deel van de staf die zich bezighoudt met elektrische voertuigen. Het zijn vooral elektrotechneuten, in plaats van 'klassieke' technici.

Eerste pilots
Vanaf december moeten in de achtertuin van VDL 43 elektrische bussen in Eindhoven gaan rijden. Vrijdag worden de eerste bussen gepresenteerd. Zo'n grote zero-emissievloot is nog niet eerder vertoond in Nederland. "Heel Europa kijkt mee", zegt Dekker. "We hebben de eerste pilots achter de rug, het vertrouwen is er. Nu begint het echte werk."

Dat betekent nog niet dat de techniek is uitontwikkeld. Integendeel, veel staat nog in de kinderschoenen. "Op dit moment leveren we praktisch alles in Eindhoven, van bussen tot installaties. Als er problemen zijn hoeven we niet te ruziën wie waarvoor verantwoordelijk is. Dat zijn wij gewoon", legt Hendriks uit. "Connexxion heeft een klein onderdeel, de koppeling tussen het stroomnet en het depot, zelf in handen gehad. Maar daar hebben ze spijt van gekregen. Het bleek toch behoorlijk ingewikkeld allemaal."

Sparren
Dat VDL nu praktisch alles levert, is tekenend voor de beginfase waarin e-bussen zich nog bevinden. Uiteindelijk, als de techniek wat meer is doorontwikkeld, zal de markt daar wel op inspringen, is de verwachting van Hendriks. "Voor nu is dit de beste oplossing", vult Dekker aan. "Het liefst zitten we zo vroeg mogelijk bij partijen aan tafel om te sparren. Eindhoven is daar een mooi voorbeeld van. Connexxion heeft ons de maximale vrijheid gegeven."

Op zero-emissie staat nu nog een prijs. Een elektrische bus kost in aanschaf minstens 420.000 euro, tegenover 230.000 euro voor een dieselbus. Ook de total cost of ownership (tco) is nog hoger, helemaal nu de dieselprijs zo laag is. En dan moeten alle (snel)laadinstallaties nog worden aangelegd. "Het is dus aan overheden of vervoerders om hier bewust voor te kiezen", zegt Dekker.

Functionele eisen
Hij ziet ook graag wat veranderingen in het aanbestedingsproces. "Je ziet nu veel technische eisen terug in tenders. Maar wij hebben liever functionele eisen." Hendriks vult aan: "Soms wordt er bijvoorbeeld gevraagd om een bepaald motorvermogen. Maar waar het eigenlijk om gaat is hoe snel een bus moet optrekken of welke helling hij moet nemen. Met dat uitgangspunt willen wij graag werken."

Ook ziet Jonker de maximale duur van een ov-concessie als een beperking. "Die is nu vaak een jaar of acht. Maar een elektrische bus is veel simpeler en kan veel langer mee. Waarom zouden we dan geen contracten voor 15 jaar kunnen afsluiten om zo de tco te verlagen?"

Is het project in Eindhoven straks winstgevend voor VDL? Dekker moet er even over nadenken. "Ik vermoed van niet. Maar het is voor ons ook een investering. Als frontrunners bouwen we nu het vertrouwen op."