OV-fiets blijft groeien

In totaal telde Nederland vorig jaar 43.500 deelvoertuigen: 26.661 deelfietsen en 927 deelbakfietsen. Daarmee is er sprake van een lichte daling ten opzichte van 2023, maar nog altijd een stijging ten opzichte van 2022. Een opvallende trend is de afnemende dekkingsgraad – het percentage inwoners dat op minder dan 200 meter van een deelfiets woont. In 2022 was dit nog 13,5 procent, in 2024 slechts 9,3 procent. Die daling is vooral te verklaren door het verdwijnen van kleinere aanbieders.

Bij de bakfietsen was een lichte stijging in dekkingsgraad zichtbaar, maar het faillissement van Cargoroo eind 2024 – een van de twee landelijke aanbieders – werpt een schaduw op die ontwikkeling. Of er een doorstart komt, is nog onzeker.

Groei OV-fiets contrasteert met daling concurrenten

De OV-fiets vormt een duidelijke uitzondering op de dalende trend. In 2024 groeide het aanbod van OV-fietsen verder door, terwijl het gezamenlijke aanbod van andere aanbieders met 13 procent afnam. Waar er in totaal zeventien aanbieders van deelfietsen actief waren, neemt het bedrijf veruit de grootste positie in – mede doordat OV-fiets niet afhankelijk is van gemeentelijke vergunningen, maar zich uitsluitend op NS-stations bevindt.

Ook het gebruik van deelfietsen nam toe. Gemiddeld werden er in 2024 6 procent meer ritten per fiets per dag gemaakt dan in 2022. Het gebruik concentreert zich bovendien steeds sterker in de grote steden: in 2024 vond 90 procent van alle ritten plaats in zeer sterk stedelijke gemeenten, tegenover 70 procent twee jaar eerder. Tegelijkertijd zijn deelfietsen ook nog steeds goed vertegenwoordigd in kleinere gemeenten.

In Utrecht en Eindhoven is de beschikbaarheid het grootst: meer dan 70 procent van de inwoners heeft daar een deelfiets op minder dan 200 meter afstand.

Deelfiets als schakel in ketenvervoer

De combinatie met openbaar vervoer blijft een van de sterkste troeven van de deelfiets. Uit het eerste Landelijke Gebruikersonderzoek deelmobiliteit blijkt dat 94 procent van de gebruikers de deelfiets inzet in combinatie met een ander vervoermiddel. In 68 procent van de gevallen is dat als natransport bij een treinreis. Als alternatief voor de deelfiets kiezen mensen het vaakst voor tram, bus, metro of lopen.

De belangrijkste motieven voor gebruik zijn een bezoek aan vrienden of familie, een dagje uit of een evenement.

Bakfietsgebruik verschuift

De deelbakfiets blijft voorlopig een nichemarkt. In 2024 boden twaalf gemeenten deze dienst aan, met het zwaartepunt in de vier grote steden. Utrecht had zowel de hoogste dekkingsgraad als het grootste aanbod per inwoner. Het gebruik liep iets terug ten opzichte van 2023, maar bleef 13 procent hoger dan in 2022. Bakfietsen worden vooral ingezet voor het vervoeren van goederen.

Stabilisatie als teken van volwassenwording?

Volgens CROW hoeft de huidige stabilisatie van de cijfers niet te wijzen op het afvlakken van de groeipotentie. Integendeel: het kan ook duiden op een markt die zich aan het consolideren is, waarin minder, maar sterkere partijen zorgen voor een betrouwbaarder en duurzamer aanbod. De overgebleven aanbieders rapporteren overwegend gezonde groeicijfers.

De Staat van de Deelmobiliteit 2024 is opgesteld door Advier in opdracht van CROW en bevat naast cijfers over fietsen en bakfietsen ook analyses van deelauto’s en deelscooters. De volledige publicatie is te downloaden via de website van CROW.

Bron: CROW