‘Aparte contracten voor materieel, energie en exploitatie’

donderdag 14 maart 2013

timer 2 min

Ov-autoriteiten zouden langlopende contracten moeten afsluiten van 15 jaar voor materieel en energie en korte contracten van 3 tot 7 jaar voor exploitatie. Bussen die geen uitlaatgassen uitstoten kunnen dan de volle 15 jaar achter elkaar rijden in plaats van de gebruikelijke 8 of 10 jaar. Daardoor kunnen de totale jaarkosten van dat schonere en duurdere materieel even hoog uitvallen als Euro-6 of de toekomstige Euro-7 dieselbussen.

Dit was het voorstel van Ellen Lastdrager, secretaris-directeur van de Stichting Zero Emissie Busvervoer, op vrijdag 8 maart tijdens het mini-symposium Beter Benutten door PPS van bureau Advier.

In de visie van Lastdrager ontstaan er drie soorten bedrijven voor duurzaam openbaar vervoer: leasemaatschappijen voor materieel, energieleveranciers voor (groene) stroom of waterstof en vervoerders voor de exploitatie.

Een van de marktpartijen is Dalkia, een energiebedrijf dat voor 66 procent in handen is van vervoerder Veolia. Als de terugverdientijd langer wordt kunnen materieel en energie vaker dan nu worden gefinancierd met particulier geld.

Lastdrager: “De overheid betaalt dan wel voor de exploitatie van het openbaar vervoer, maar niet voor de aanleg van infrastructuur voor schone energie.” Volgers haar creëert zo’n taakverdeling gelijkwaardiger financiële verhoudingen tussen overheden en marktpartijen. Als alternatief voor contracten van 15 jaar zouden ov-autoriteiten er ook voor kunnen zorgen dat schoon materieel twee keer zeven jaar meegaat. Bijvoorbeeld door het materieel bij een tweede aanbesteding mee te geven aan de volgende vervoerder. Want als de bussen al met nul uitstoot rijden, dan kunnen de milieueisen niet nóg strenger worden.