Bus- en batterijbouwers getest in Bonn

Een team van journalisten uit heel Europa – ook OV-Magazine nam deel – onderwierp op uitnodiging van het Duitse blad Omnibusspiegel zes bussen drie dagen lang aan een reeks van praktische en statische testen.

De geteste bussen waren alle 12-meterbussen met batterij. Nederland was met VDL en Ebusco vertegenwoordigd. Daarnaast stuurden ook het Franse Bolloré (Bluebus), het Poolse Solaris, het Finse Linkker en het Duits-Turkse Sileo een bus. De laatste was het enige exemplaar dat al een tijdje in de dienstregeling had gereden en werd beschikbaar gesteld door de gastheer Stadtwerke Bonn.

Bonn heeft op dit moment zes elektrische bussen in reguliere dienst rondrijden. De energie wordt groen opgewekt door een zusterbedrijf van Stadtwerke Bonn. Voor de toekomst wil Bonn het aantal elektrische bussen gestaag uitbreiden, maar ook in deze stad is de laadinfrastructuur de grote uitdaging voor de komende jaren.

De zes fabrikanten zijn grofweg in twee groepen te verdelen: busproducenten die een batterij in hun product hebben gezet (VDL en Solaris) en batterijproducenten die een bus om hun product hebben gebouwd (de overige vier). In de kwaliteit van de afwerking is dat vaak te merken.

Batterijfabrikant Bolloré zegt 3 miljard euro te hebben geïnvesteerd in de ontwikkeling van hun batterij, die 30 tot 40 jaar zou meegaan. Wanneer 80 procent van de batterij is verbruikt, krijgt hij een tweede leven als statische energieopslag.

Drie van de zes fabrikanten, onder wie Ebusco die in mei bussen aan Utrecht gaat leveren, kwamen met exemplaren die niet helemaal zero emissie zijn. Voor de verwarming gebruiken ze nog diesel of CNG. Op een gemiddelde winterdag verstookt een elektrische bus dan toch nog 40 tot 50 liter aan diesel. Overigens krijgen de tien bussen voor Utrecht elektrische verwarming.

Binnenkort volgen meer resultaten.

De e-bus van Bolloré.
 
Tweets over #Ebustest