Rijk steunt ov-sector tot september 2022

Op verzoek van de overheid rijden ov-bedrijven nog steeds vrijwel een volledige dienstregeling, terwijl de reizigersaantallen nog niet op het oude niveau liggen. Op dit moment is dat iets meer dan 50 procent van het aantal reizigers van voor de pandemie. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) verwacht dat volgend jaar het ov-gebruik nog 6 tot 14 procent onder het niveau van 2019 ligt.

Verschraling

De afgelopen maanden is onderzocht wat er met het stads- en streekvervoer zou gebeuren als de beschikbaarheidsvergoeding (BVOV) niet wordt doorgetrokken. Op veel plaatsen zou dit leiden tot een aanzienlijke verschraling van het aanbod en de dienstverlening. Door nu duidelijkheid te geven voor de eerste acht maanden van 2022 kan dat worden voorkomen.

Volgens staatssecretaris Van Veldhoven is het belangrijk voor de ov-sector dat er nu al duidelijkheid is voor 2022, zodat bijvoorbeeld dienstregelingen al gemaakt kunnen worden. "Zo zorgen we ervoor dat reizigers van het openbaar vervoer gebruik kunnen blijven maken en er niet zwaar hoeft te worden gesneden in het aanbod of in de werkgelegenheid.”

Voorwaarden

Op basis van de prognoses van het KiM wordt voor de verlenging van de beschikbaarheidsvergoeding voor de eerste acht maanden van 2022 een bedrag van 140 miljoen euro geraamd. Dat is fors lager dan de ongeveer 1,5 miljard euro die voor dit jaar beschikbaar is, omdat men verwacht dat de reiziger langzaam terugkeert. De Rijksbijdrage wordt afgebouwd naarmate het aantal reizigers weer toeneemt. Uiterlijk in het eerste kwartaal van 2022 wordt een besluit genomen over een regeling voor de laatste maanden van dat jaar.

Spreiding blijft belangrijk

Verder willen de vervoerbedrijven, provincies, ov-autoriteiten en Rijksoverheid blijven inzetten op spreiding van reizigers, zodat hyperspitsen afvlakken. Reizigers zitten dan niet in overvolle treinen of bussen en vervoerders maken lagere kosten, omdat ze niet al hun materieel en personeel tijdens de piekmomenten hoeven in te zetten. Daarom roept het kabinet op zoveel mogelijk buiten de spits naar het werk te reizen om te volle bussen en treinen te voorkomen. Aan werknemers is het advies gegeven om maximaal 50 procent van hun werktijd op kantoor te werken. Om grote drukte in de spitsuren in het ov tegen te gaan, zou het goed zijn als deze hybride manier van werken ook na de crisis kan worden voortgezet.

Tevreden reacties

Egbert de Vries, voorzitter van de Vervoerregio Amsterdam, laat in een reactie weten blij te zijn met het nieuwe steunpakket: "Zo kunnen wij hard gaan werken aan de terugkeer van de reizigers en inspelen op veranderend reisgedrag. Daarmee wordt de rol van het openbaar vervoer erkend voor de woningbouwopgave in onze regio en onze duurzaamheidsambities. Het blijft een belangrijk element om te reizen. Dit is het beste nieuws dat we konden krijgen."

Ook Pedro Peters van branchevereniging OV-NL kan zijn blijdschap moeilijk verbergen: "We zijn blij met de verlenging van de BVOV want met deze toezegging van het kabinet kan het ov het voorzieningenniveau voor de reiziger in stand houden. Het OV is OK! Dat is de naam van de landelijke campagne en we zijn blij dat de overheid dat ook zo waardeert. Nu investeren in het ov om het op lange termijn beschikbaar te houden is essentieel voor veel van de opgaven van de overheid. Wij brengen mensen naar het onderwijs, naar het werk, naar een arts en naar leuke plekken voor een dagje uit. Nu en in de toekomst."

Lees hier de brief die staatssecretaris Van Veldhoven aan de Tweede Kamer verstuurde.