Schmeink: Connexxion moet weer winst maken

Connexxion heeft de afgelopen jaren pech gehad met tweede plaatsen in aanbestedingen, zegt de nieuwe topman Bart Schmeink. Bovendien heeft het bedrijf een waterhoofd: in de top verdwijnen 30 banen.

Connexxion is afgelopen jaar in de rode cijfers gedoken. De bescheiden winst van 2 miljoen euro over 2012 is omgeslagen in een recordverlies van 58 miljoen euro. Dat komt vooral door afboekingen op de concessies Twente (verloren aan Syntus) en stadsvervoer Utrecht (verloren aan Qbuzz).

Verder heeft Connexxion last van achterblijvende productiviteit en tegenvallende opbrengsten. De omzet daalde voor het eerst sinds jaren onder de miljard euro: van 1056 miljoen in 2012 naar 967 miljoen in 2013. Een nieuwe strategie moet de vervoerder weer winstgevend te maken, zegt Bart Schmeink in een interview met OV-Magazine.

Schmeink is sinds 1 maart de nieuwe topman van Connexxion. Hij volgde de Fransman Hubert Guyot op, die met pensioen is gegaan. “Transdev wilde een Nederlander. Uiteindelijk maak je een lastige maar egoïstische keus: ga ik mijn job bij het GVB verlaten, wat niet de schoonheidsprijs verdient, of kies je voor je eigen geluk?” Connexxion is voor 85 procent van Transdev en voor 15 procent van de Bank Nederlandse Gemeenten.

Wat trof u aan bij Connexxion?
“De relatie met de grootste aandeelhouder was moeizaam. Transdev heeft het overgenomen in de veronderstelling dat het hoofdrailnet en het ov in de grote steden op de markt zouden komen. Nu dat niet is gebeurd, heerst er frustratie over wat Connexxion heeft opgeleverd. Dit bedrijf heeft de afgelopen jaren klap na klap gehad. En ook pech. In Waterland waren we tweede achter EBS. In Rotterdam waren we tweede achter RET. We kunnen hartstikke goed fietsen, maar we zijn wel de Joop Zoetemelk van de branche.”

“Dit bedrijf schreeuwde ook om leiderschap: iemand die de leiding een gezicht geeft in de markt. We hebben een goede reputatie bij onze opdrachtgevers, maar weten dat onvoldoende te gelde te maken in biedingen. We hebben te lang gedacht dat onze prestaties in het verleden genoeg garantie bieden voor de toekomst. Dat is een misvatting. Ik wil onze kennis en innovaties bundelen en vertalen in commercieel succes. Zo zijn we de eerste die ook abonnementen van andere vervoerders verkoopt. En we hebben jaren geïnvesteerd in de kwaliteit van het schoolvervoer in Zeeland. Dat zie je terug in onze aanbieding voor de nieuwe concessie.”

“Tot slot verbaasde ik me over de hoge kosten. Operationeel zijn de processen als een citroen uitgeknepen, maar voor de top zijn we te lief en zacht geweest. Ik verwacht dat we in de top 30 fte gaan kwijtraken. Bijvoorbeeld frivoliteiten als een directeur corporate affairs (Myra Koomen, red.). Als CEO moet je zelf met je poten in de klei staan en het gezicht naar buiten zijn.”

Wat wordt uw nieuwe strategie?
“Kosten omlaag, weer groeien, commercieel succes en beter luisteren naar de opdrachtgevers. Breng in de stadsregio Arnhem Nijmegen is ons perfecte voorbeeld: het is mooi, schoon en zichtbaar ov, van buurtbus tot trein, iedereen is er trots op. En onze concessiemanager Dorothé Wennekendonk is een van mijn pareltjes.”

Hoe kan Connexxion nu groeien met aanbestedingen als Hoeksche Waard/Goeree Overflakkee en Limburg waarop vier of vijf vervoerders inschrijven?
“De komende twee jaar zijn we al blij met het behoud van ons marktaandeel. In 2017 komt er maar één concessie van Connexxion op de markt. Dan kunnen we offensiever opereren. Op het regionale spoor is Arriva heer en meester, maar in de streek zijn wij nog steeds marktleider. In 2000 hadden we een marktaandeel van 70 procent, nu is dat 35 procent.”

Het is Transdev niet gelukt Veolia Nederland te verkopen, wat betekent dat voor Connexxion?
“Wij gaan elkaar niet beconcurreren. Wij schrijven dus niet in op Limburg. Maar onze mensen helpen Veolia wel met de best mogelijke bieding. Op termijn schuiven we Connexxion en Veolia in elkaar tot één organisatie: Transdev Nederland. Maar vóór de Limburgbieding is dat zonde van onze energie: dan krijg je zo een ABN-AMRO strijd.”