Toekomstbeeld OV 2040 krijgt herijking

Met het Toekomstbeeld OV 2040 is de afgelopen jaren een solide basis gelegd richting toekomst. De doelen staan nog altijd vast, maar door recente ontwikkelingen 'is behoefte aan een gesprek over de weg naar die doelen’. Dat schrijft staatssecretaris Heijnen op 16 januari aan de Tweede Kamer.

Huidige ontwikkelingen, zowel binnen als buiten de ov-sector, geven hiertoe aanleiding. Zo zijn reispatronen veranderd, reizigersaantallen nog niet op het precoronaniveau, kosten en tarieven gestegen en is sprake van personeelstekorten.

Meerdere lijnen

Afgelopen december heeft Heijnen hierover gesproken met de sector tijdens het Nationaal OV Beraad (NOVB) en de Landelijke Openbaar Vervoer- en Spoortafel (LOVS). De aanwezige vertegenwoordigers waren het erover eens dat de acht doelen van het Toekomstbeeld, die in 2016 werden vastgesteld, overeind moeten blijven. Wel is behoefte aan een analyse op de impact van de huidige ontwikkelingen en de weg naar de doelen toe.

Daarbij zijn ten aanzien van de herijking van het Toekomstbeeld meerdere lijnen geïdentificeerd, waaraan de komende periode nadere uitwerking kan worden gegeven. Dat gaat over het vernieuwen en versterken van het ov op middellange termijn, waarbij extra aandacht uitgaat naar:

• het vergroten van de aantrekkelijkheid en het gemak voor reizigers en eindgebruikers
• het belang van andere keuzes in ov-organisaties
• een goede samenwerking
• het delen van kennis
• het vergroten van ontplooiingskansen en de sociale cohesie
• de samenwerking met doelgroepenvervoer
• samenhang tussen ov, lopen, fietsen en deelmobiliteit
• verduurzamen van binnenlandse en internationale mobiliteit.

Bij de uitwerking van deze lijnen moeten op de korte en middellange termijn stappen en keuzes van prioritering en fasering worden benoemd. Ook moet het Toekomstbeeld beter worden verbonden aan het traject van de Mobiliteitsvisie 2040, die vanuit Rijkswaterstaat/IenW wordt ontwikkeld.