‘Duitse rijtuigen bieden geen soelaas’

NS onderzocht verschillende alternatieven voor de maatregelen die staatssecretaris Dijksma dinsdag openbaar maakte. Zo heeft NS gekeken naar het huren van buitenlandse rijtuigen, inzet van HSL-rijtuigen op het hoofdrailnet en revisie van buiten dienst gestelde dieseltreinen. Niet haalbaar, luidde de conclusie.

OV-Magazine legde NS op 10 december negen opties voor om het materieeltekort drastisch te beperken. Die zouden 14.000 zitplaatsen kunnen opleveren. Op de meeste suggesties reageerde woordvoerder Edwin van Scherrenburg toen al afwijzend.

In zijn brief aan Dijksma stelt Van Boxtel dat het niet mogelijk is om buitenlands materieel te huren dat op korte termijn geschikt is te maken voor inzet op het Nederlandse spoornet. De toelatingsprocedures van de inspectie ILT zouden lastig zijn en de noodzakelijk aanpassingen kostbaar en tijdrovend.

ICL-rijtuigen. Foto: Fabian Jonas.

Meest kansrijk, óók volgens NS, was het huren van Duitse ICL-rijtuigen die tussen 2006 en 2010 al in Nederland hadden gereden, onder meer tussen Amsterdam en Deventer. Maar volgens NS zouden deze rijtuigen niet door een nieuwe toelatingsprocedure komen. Ze hebben geen centrale deurvergrendeling en zouden daarmee niet voldoen aan de laatste veiligheidsnormen.

“Zelfs al zouden de geldende veiligheidsnormen worden versoepeld of het toelatingstraject worden versneld, dan nog heeft NS onvoldoende geschikte locomotieven om deze Duitse rijtuigen te rijden”, schrijft Van Boxtel aan de staatssecretaris. “Revisie van de niet meer in gebruik zijnde locomotieven zou te lang duren. Tegen de tijd dat de buitenlandse treinen beschikbaar zouden zijn, komt de nieuwe Sprinter al bijna op het spoor.”

Het inzetten van ICR-rijtuigen die geschikt zijn gemaakt voor de HSL, is evenmin een optie voor het hoofdrailnet, volgens NS. Deze rijtuigen zijn aangepast om met Traxx-locomotieven over de HSL te rijden. En voor het conventionele hoofdrailnet zijn geen Traxx-locs beschikbaar.

DM '90. Foto: Steven Lek.

Als derde optie onderzocht NS het ‘onder de draad’ rijden met dieseltreinen. Maar de DM ’90-dieseltreinen (de ‘Buffels’) die nu aan de kant staan verkeren in dermate slechte staat dat ze niet snel inzetbaar zijn te krijgen. Een revisie van motoren, draai- en wielstellen zou minstens 6 maanden duren en vraagt capaciteit van het onderhoudsbedrijf die nodig is voor andere projecten. Bovendien is deze optie milieu-onvriendelijk.

Ten slotte heeft NS aan collega-vervoerders gevraagd of ze materieel beschikbaar hebben. Dat bleek niet het geval. Want ook zij hebben al hun materieel nodig vanwege de grote piekbelasting.