Groningse busformules betalen zich uit

De groei van het busvervoer kwam bijna volledig uit de snelle regionale Qliners en uit Q-link, de hov-bussen in de stad Groningen. Die groeiden, evenals de stadsdiensten van Groningen en Emmen, met 10 procent. De overige buslijnen bleven op het niveau van 2014, waardoor de gemiddelde stijging in 2015 uitkwam op 6 procent.

Nieuwe reizigers
Jan van Selm, directeur van het OV-bureau Groningen Drenthe verklaart het succes van de Qliner en Q-link uit de jarenlange inspanningen om het busvervoer aantrekkelijker te maken. “We zien dat snelle, frequente en comfortabele bussen op de hoofdassen in stad en regio nieuwe reizigers trekken.” De groei komt vrijwel volledig van werkenden en recreanten die betalen per rit (in 2015 ruim 10 procent). Het aantal studenten en abonnementhouders blijft ongeveer gelijk.

Met de regionale Qliner begon het OV-bureau al in 2007, met Q-link begin 2014. Q-link bedient de hoofdbestemmingen in de stad Groningen en verbindt de P+R-terreinen en kernen in de regio rechtstreeks met het centrum. Van Selm: “Het succes is een combinatie van verschillende ingrediënten: de kleur per lijn, de hoge frequentie, de snelheid, het comfort en de reizigersinformatie. We hebben ook veel reclame gemaakt. En tevreden reizigers trekken nieuwe reizigers.”

Gedaalde dieselprijs
In de dienstregeling van 2015 bezuinigde het OV-bureau nog 2,1 miljoen euro. Maar in de formules Q-link en Qliner werd verder geïnvesteerd. Bij ruim 400 haltes en knooppunten kwamen reisinfopanelen. De actie 40/4 (40 procent dalkorting voor 4 euro per maand) werd verder uitgerold. Verder verbeterden Qbuzz en Arriva de punctualiteit, aansluitzekerheid, klantvriendelijkheid en toegankelijkheid.

Ook financieel gaat het Groningen en Drenthe voor de wind. De begrote winst van 0,1 miljoen euro in 2015 kwam uit op 4,7 miljoen. De lage inflatie en de gedaalde dieselprijs hadden het grootste aandeel in de winst: 4 miljoen. Een deel van het resultaat wordt ingezet om het toegenomen aantal reizigers in Qliners en Q-links op te vangen. Tot 2020 zijn er geen bezuinigingen meer nodig.

Kostendekking
Met de kostendekkingsgraad ligt het OV-bureau op koers. De inkomsten uit reizigersbijdragen bedroegen vorig jaar 49,1 procent. Het doel was om vanaf 2014 (kostendekking 46,4 procent) jaarlijks 1 procentpunt te stijgen tot een kostendekking van 52 procent in 2020. Die opgave is dus al goeddeels gehaald.

De klachten over het ov namen met 25 procent af. Vooral over te vroeg en te laat vertrekkende bussen, de houding en het gedrag van chauffeurs en gemiste aansluitingen. Het streefcijfer voor de klanttevredenheid is 7,5. Voor 2015 was de score een 7,6 voor de stads- en streeklijnen en een 7,7 voor de Qliners 305 en 314.

Q-link lijn 6
De drukke lijn 140 Delfzijl–Ten Boer–Groningen gaat in 2017 verder als Q-link lijn 6 met nieuwe gelede bussen. De bus rijdt door tot P+R Haren om de groei van Q-link 5 Annen–UMCG–Europapark op te vangen. Het gebruik van Q-link 5 is in twee jaar zo’n 30 procent gegroeid ten opzichte van de voorgangers. In de spits rijdt elke 5 minuten een bus tussen P+R Haren en het UMCG.

Bij Drachten komt een nieuw knooppunt voor de Qliner, waardoor reizigers uit Friesland sneller met de bus naar Groningen kunnen. Tussen Groningen Airport Eelde en Groningen gaat een Airportliner rijden, waar afgelopen maanden de ‘Bowiebus’ een snelle verbinding verzorgde tussen het vliegveld en de Bowie-tentoonstelling. Het wordt een elektrische bus.