Weinig Fyra-alarmbellen bereikten directie

Van Vroonhoven, nu directielid van de Autoriteit Financiële Markten, was binnen NS verantwoordelijk voor het aandeelhouderschap van HSA. Dat er problemen met de treinen waren, was haar wel bekend. Maar pas een half jaar na haar aantreden wist ze dat AnsaldoBreda flink achterliep met de treinen. Ze zag echter geen andere keus dan doorgaan met de Fyra. De alternatieven zouden langer duren en het scenario dat alle treinen zouden uitvallen, was volgens haar destijds 'ondenkbaar'.

Concrete signalen bereikten haar niet. Zo wist ze niet dat de Fyra in 2012 nog geen 1000 kilometer had kunnen rijden zonder storingen en was ze evenmin op de hoogte van de rapporten van ProRail waarin de tegenvallende resultaten van het proefbedrijf werden beschreven.

Bij de vergadering waarin werd besloten of er gerekend zou moeten worden aan een alternatief voor de Fyra, was ze niet aanwezig. In plaats daarvan sprak ze de vergadering voor met HSA-directeur Siebers, die graag zo'n alternatief zag doorgerekend. De vergadering besliste uiteindelijk – unaniem – anders.

Volgens Van Vroonhoven was het onzin dat de NMBS een rijpad voor de Beneluxtrein had achtergehouden voor het geval de Fyra zou falen, zoals oud-NMBS-directeur Marc Descheemaecker vorige week verklaarde. "Het is wel erg toevallig dat er precies een maand na het ingaan van de nieuwe dienstregeling werkzaamheden waren tussen Antwerpen en Brussel, waardoor er geen treinverkeer mogelijk was. En alle oude locomotieven van de Beneluxtrein waren al ingezet in de goederendienst bij NMBS", verklaarde Van Vroonhoven. Ze voegde eraan toe dat een deel van de rijpaden van de Fyra de oude Benelux-paden waren, die sowieso zouden vrijkomen bij het wegvallen van de Fyra.