D66: 'Van verkokerd ov naar publieke mobiliteit'

In de week voorafgaand aan de verkiezingen interviewt OV-Magazine, in samenwerking met Vervoerregio Amsterdam, kandidaat-Kamerleden van verschillende partijen met als thema ov. Dit keer: Jieskje Hollander, kandidaat-Kamerlid van D66.

1. Reist u vaak met het ov? En wat is uw indruk van het ov-netwerk in uw buurt?

Voor mijn werk (regiodirecteur Oost bij Arriva, red.) rijd ik geregeld een stukje mee met een machinist, steward of buschauffeur. Dan kan ik – terwijl ik geniet van het landschap van het Vechtdal of de Achterhoek – bespreken hoe mijn collega’s het werk, het materieel en hun diensten ervaren. Zelf woon ik in Heerenveen en mag ik absoluut niet klagen over de ov-verbindingen. Heerenveen heeft een treinstation en kent bovendien nog behoorlijk wat vaste buslijnen, die in de spits soms zelfs vaker dan twee keer per uur rijden.

Vergeleken met andere plaatsen in Friesland die meer ‘buitenaf’ liggen, of in het landelijk gebied van de Achterhoek, is dit een uitstekende basis. Daar ligt wat mij betreft dan ook één van de belangrijkste uitdagingen voor de Nederlandse ov-sector voor de komende tien jaar: zorgen dat we een stap vooruit zetten in het verbinden van dorpen en kleine kernen met de grotere plaatsen in de regio. Daarvoor moeten we verder kijken dan alleen de trein of vaste bus. Betrouwbaar en laagdrempelig flexibel vervoer en deelmobiliteit zullen hun plek moeten innemen op het platteland.

2. Wat is uw favoriete vervoersmiddel?

De trein! Van 2017-2020 was ik als leidinggevende betrokken bij de treinoperatie van de Noordelijke lijnen. In die tijd leerde ik van de collega’s daar alle bijzonderheden rond werken op het spoor en in de trein. Van het uitzicht vanuit de cabine en de techniek in de trein, tot het tankproces en het (soms nog) handmatig omleggen van wissels op het rangeerterrein; mijn liefde voor het spoor groeide daar met de dag. Die bevangenheid door de magie van de spoorwereld, raak ik denk ik niet meer kwijt.

3. Welke veranderingen zijn er volgens u en uw nodig om het ov in Nederland een impuls te geven?

Hierboven ging het al even over de uitdaging van het verbinden van platteland en stad. Ik vind dat we daar met een frisse en innovatieve blik naar moeten kijken. D66 is dé ov-partij omdat zij allereerst fors in het Nederlandse ov investeert. En ten tweede deze investeringen doet vanuit visie en inhoudelijk de blik richt op innovatie in het ov en zorgt dat er ook goede internationale verbindingen tot stand komen.

De komende jaren richt D66 haar investeringen op het Klimaatticket, waarmee je voor een vast bedrag per maand kunt reizen in al het ov. Daarnaast maakt D66 100 miljoen per jaar vrij voor de regio’s, zodat provincies het ov-aanbod uit kunnen breiden. Daarbovenop trekt D66 tot 2030 een miljard uit om belangrijke verbindingen zoals de Nedersaksenlijn en de Maaslijn aan te leggen en pakken we door met de Lelylijn.

Inhoudelijk maakt D66 de slag van denken in verkokerd ov naar denken in publieke mobiliteit: niet nodeloos rondrijden met lege bussen, maar slimme combinaties maken van trein, bus, deelauto’s, doelgroepenvervoer en vervoer op aanvraag. En zorgen dat de daarbij behorende geldstromen vanuit de overheid gebundeld worden, zodat er slagkracht ontstaat.

4. Wat wilt u bereiken in Den Haag?

Ik heb me kandidaat gesteld voor het Kamerlidmaatschap met twee doelen. De Haagse bubbel wordt vaak ervaren als te Randstedelijk. Ik vind het belangrijk dat er in de volgende kabinetsperiode een stevige vertegenwoordiging in de Kamer te vinden is, met woon- en werkervaring in de regionale gebieden. Mijn praktijkervaring bij een bedrijf dat ov uitvoert in de regio, wil ik inzetten om te zorgen dat de theorie en praktijk van mobiliteitsbeleid - of ideaal en uitvoering - beter op elkaar aan gaan sluiten.

5. Wat is een fun-fact over u wat de lezer waarschijnlijk niet weet?

Ik krijg mijn hele leven al vragen over mijn voornaam. Mensen vragen mij vaak waar deze vandaan komt. Ja, het is een Friese naam. Ik ben genoemd naar mijn tante, de oudste zus van mijn moeder. Zij is weer vernoemd naar haar beppe (Fries voor oma). Ik heb het uitgezocht: er zijn in totaal 5 Jieskje’s in Nederland. En, bijzonder: ze zitten allemaal in mijn familie.

Ander leuk weetje uit mijn familie: mijn moeder, nu 82, was vroeger vrachtwagenchauffeur en reed voor het transportbedrijf van mijn pake (Fries voor opa). Zelf geloof ik dat de lol die ik beleef aan werken in het ov teruggaat tot het logistieke dna dat ik meekreeg van die kant van de familie.